571-1. Voor een veilig gebruik
1
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
In de volgende gevallen kan controle en/of reparatie van de auto nodig zijn.
Neem zo spoedig mogelijk contact op een uw Toyota-dealer of erkende repa-
rateur.
●Nadat een of meer SRS-airbags zijn geactiveerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd
of vervormd of de auto was betrokken bij
een aanrijding die niet van zodanige
aard was dat de airbags vóór werden
geactiveerd.
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied of bij een aanrijding die
niet van zodanige aard was dat de side
airbags en curtain airbags werden geac-
tiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.
721-1. Voor een veilig gebruik
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotse-
ling remmen of bij een aanrijding) ernstig letsel oplopen.
■Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
●De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de grootte en het gewicht van het kind. Het vasthouden van een kind in
de armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een onge-
val kan een kind dan de voorruit raken of (als u geen veiligheidsgordel om
hebt) klem komen te zitten tussen u en het dashboard.
●Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat achterin geplaatst is. In ongevallen-
statistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen oplopen als
zij achterin zitten.
●Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de passagiersstoel als het handmatig in-/uitschakelsysteem voor de air-
bags ON staat. (Blz. 59)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waar-
mee de passagiersairbag wordt geactiveerd.
●Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moeten worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bevesti-
gingspunten is voorzien. Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat
de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid en kracht wordt geacti-
veerd. Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich
vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting
naar voren. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan.
109
2
2. Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Multi-infor matiedisplay
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende rij-
gerelateerde informatie, inclusief de actuele buitentemperatuur.
●ECO-controlelampje (indien
aanwezig) (Blz. 208)
●Weergave buitentemperatuur
(Blz. 111)
●Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer.
●Kilometerteller en dagtellers (Blz. 110)
●Ritinformatie (Blz. 111)
Geeft de actieradius, het brandstofverbruik en overige rijgerelateerde infor-
matie weer
●Regelbare dashboardverlichting (Blz. 110)
●Display LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig) (Blz. 313)
Automatisch weergegeven als dit systeem wordt gebruikt. U kunt over-
schakelen van de ene naar de andere weergave op het display met de
toets DISP. (
Blz. 110)
●Waarschuwingsmeldingen (Blz. 627)
Deze worden automatisch weergegeven als er een storing optreedt in een
van de systemen van de auto. U kunt overschakelen van de ene naar de
andere weergave op het display met de toets DISP. (Blz. 110)
Informatie op display
1243-1. Informatie over sleutels
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwach-
ter
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje. (Blz. 485)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop (type A)
Houd de hoofdsleutel voor eigen gebruik en laat alleen de garagesleutel ach-
ter.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elek-
tronische sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw sleutels verliest
Een Toyota-dealer of erkende reparateur kan nieuwe sleutels maken met
behulp van de hoofdsleutel (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop)
of de andere sleutel (auto's met Smart entry-systeem en startknop) en het
sleutelnummer op uw plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het
sleutelnummer op een veilige plaats buiten de auto.
■Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de knoppen van de sleutel met
afstandsbediening. Zorg dat de knoppen niet per ongeluk kunnen worden
ingedrukt als de sleutel zich bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toetsen
van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er radiogolven worden uitgezonden die
de werking van de vliegtuigsystemen kunnen verstoren.
1343-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of portiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ont-
grendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de
laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de motor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aan-
wezige radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de
sleutel zich buiten de auto bevindt en wordt de auto vergrendeld, waardoor
de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
2144-1. Voordat u gaat rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen open barsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P (alleen
auto's met een automatische transmissie of Multidrive CVT), zet de motor
uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
2184-1. Voordat u gaat rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door.
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
●Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking (indien aanwezig)
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Berg alle voorwerpen op in het passagierscompartiment.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
●Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen
plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om te
doen. Anders neemt de kans op ernstig letsel bij plotseling remmen of uit-
wijken en bij een ongeval sterk toe.
279
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Ty p e A
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De koplampen, dagrijver-
lichting en alle verlichting
die hierboven genoemd is,
worden automatisch in- en
uitgeschakeld.
(Wanneer het contact AAN
staat.)
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld.
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4