64
Toegang tot de auto
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 72 liter (of 55 liter, afhankelijk van de uitvoering).
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter. Tijdens het openen van de tankdop kan een geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het brandstofcircuit. Dit geluid is normaal. Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep van uw auto). Open de vuldop door deze een kwart omwenteling linksom te draaien. Ver wijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerde brandstof voor uw auto tankt, moet de tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan worden gestar t.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem is afgezet; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel.
- Druk op de toets. Dit is gedurende enkele minuten na het afzetten van het contact mogelijk. Zet het contact nog een keer aan om deze functie opnieuw te activeren (indien nodig).
Tanken
Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in. Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden. Plaats de vuldop terug en sluit deze door de dop een kwart omwenteling rechtsom te draaien. Druk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen vermindert. Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt. Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine worden getankt.