Page 4 of 256

.
.
B3_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2014
Lichtschakelaar 93
Automatische verlichting
9
6
Koplampen verstellen
9
8
Ruitenwisserschakelaar
9
9
Plafonnier
101
Verlichting bagageruimte
1
01
Zicht
Instrumentenpaneel 10
Toerenteller
1
0
Displays
1
1
Verklikkerlampjes
1
3
Te l l e r s
2
4
Boordcomputer
26
Tijd instellen
2
8
Controle tijdens het rijdenOverzicht
Sleutels
30
"Keyless entry and start"-systeem
3
3
Portieren
38
Achterklep
3
9
Elektrisch bedienbare
voorportierruiten
41
Zijruiten achter
4
1
Elektrisch bedienbaar vouwdak
4
2
Toegang tot de auto
Voor stoelen 47
Achterbank
49
Spiegels
51
Stuurwiel verstellen
5
2
Ventilatie
53
Verwarming
55
Handbediende airconditioning
5
6
Automatische airconditioning
5
8
Ontwasemen -
Ontdooien voorzijde
62
A
chterruitverwarming
63
Comfort
Indeling interieur 6 4
Hoedenplank
68
Indeling bagageruimte
6
9
Indelingen
Starten - afzetten van de
motor met de sleutel 7 1
Starten - afzetten van de moteur met
het Keyless entry and start-systeem
7
2
Handbediende parkeerrem
7
6
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
7
6
ETG-versnellingsbak
77
Schakelindicator
81
Hill Start Assist
8
2
Stop & Start
8
3
Snelheidsbegrenzer
86
Achteruitrijcamera
92
Rijden
Eco-rijden
Inhoud
Page 6 of 256
4
B3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Buitenzijde
103
83
33
Elektronische sleutel:
Keyless entry and start
Met dit systeem kan de auto worden geopend,
gesloten en gestart wanneer u zich met de
sleutel in de detectiezone bevindt, zonder dat u
de sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Stop & Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-
stand) als u stopt (bij een verkeerslicht,
verkeersopstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het Stop & Start-systeem zorgt
voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot
van schadelijke stoffen en een aangename rust
in het interieur tijdens het wachten.
Bandenspanningscontrole
Dit systeem controleert tijdens het rijden
automatisch de spanning van de banden en
waarschuwt wanneer een band een te lage
spanning heeft.
Overzicht
Page 17 of 256

15
B3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Handrempermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet.
Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het display
van de verklikkerlampjes
voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON". De airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Bevestig in dat geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats.
Stop & Star t
(e-V Ti 68- motor) permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
Keyless entr y
and star t -
systeem permanent.
Er wordt aan alle voor waarden voor
het starten van de motor voldaan. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Starten
en afzetten van de motor met het Keyless entry and
start-systeem".
knippert langzaam. Het contact staat in de stand "ACC".
De accessoires (autoradio,
12V-aansluiting...) kunnen worden
gebruikt.
1
Controle tijdens het rijden
Page 25 of 256

23
B3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Stop & Star t
(e-V Ti 68- motor)knippert.
Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Snelheidsbegrenzerpermanent.De snelheidsbegrenzer werkt niet. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Een of meer por tier
en geopend /
Achterklep geopendpermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
Keyless entr y
and start-
systeem knippert snel.
Het stuurslot is niet ontgrendeld. Zet het contact in de stand "OFF" en vervolgens weer
in de stand " ON", en draai iets aan het stuur wiel om
het stuurslot te ontgrendelen.
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. De batterij van de elektronische
sleutel is leeg.
Vervang de batterij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
U verlaat de auto zonder het contact
in de stand " OFF" te hebben gezet. Druk, ter wijl u de elektronische sleutel bij u hebt, op
de START/STOP-knop om het contact in de stand
"
OFF " te zetten.
De elektronische sleutel wordt niet
gesignaleerd. Controleer of u de elektronische sleutel bij u hebt.
Het Keyless entry and start-systeem
werkt niet. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 35 of 256

33
B3_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
"Keyless entry and start"-systeem
Systeem waarmee de auto geopend, gesloten en gestart kan worden zonder dat u de elektronische
sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Elektronische sleutel
Deze elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de rubriek "Afstandsbediening".
In de elektronische sleutel zit een noodsleutel.
Openen van de auto
Ontgrendelen via de portieren
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen één van de detectiezones A , kunt u
de auto ontgrendelen door op één van de
knoppen op de voorportierhandgrepen te
drukken.
T
rek vervolgens aan de portierhandgreep
om het portier te openen.
Ontgrendelen via de achterklep
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone A aan de
achterzijde, kunt u de auto ontgrendelen
en de achterklep een stukje openen door
op de knop op de handgreep van de
achterklep te drukken.
T
il de achterklep vervolgens op om hem te
openen.
De richtingaanwijzers knipperen
tweemaal om aan te geven dat de auto
ontgrendeld is.
Uit veiligheidsoverwegingen hebben
de detectiezones waarbinnen de
elektronische sleutel werkt een bereik
van ongeveer 70
cm rond elke knop
voor het openen.
2
Toegang tot de auto
Page 36 of 256

34
B3_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Sluiten van de auto
Vergrendeling
F Druk, als de sleutel zich binnen een van de detectiegebieden A bevindt, op de
knop van de portiergreep van een van de
voorportieren of druk op de knop onder de
achterklep.
De richtingaanwijzers knipperen één
ke e r. Als een van de portieren of de
achterklep geopend is of als een van de
elektronische sleutels van het Keyless
entry and start-systeem zich in de auto
bevindt, wordt u gewaarschuwd door
een geluidssignaal en werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt nadat de motor is afgezet,
klinkt een geluidssignaal als het
bestuurdersportier wordt geopend.
Stel de elektronische sleutel nooit bloot
aan extreme temperaturen (lager dan
-20°C en hoger dan 60°C). Dit kan
storingen veroorzaken.
Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
Als de auto is vergrendeld en wordt
ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren of de achterklep wordt
geopend, wordt de auto automatisch
weer vergrendeld.
Toegang tot de auto
Page 37 of 256
35
B3_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Noodprocedure
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de voorzijde van de auto om de
auto te ontgrendelen.
Vergrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de achterzijde van de auto om de
auto te vergrendelen.
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt en in het geval
van een storing in het "Keyless entry and
start"-systeem:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
H
oud de nok 1
i ngedrukt om de
geïntegreerde sleutel 2
t e kunnen
verwijderen.
2
Toegang tot de auto
Page 38 of 256

36
B3_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Batterij van de elektronische
sleutel vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
Levensduur van de batterij
van de elektronische sleutel
Om ervoor te zorgen dat de batterij
langer meegaat, kunt u de werking van
de elektronische sleutel blokkeren (geen
ontvangst van radiogolven).
Het Keyless entry and start-systeem werkt niet
zolang deze functie is geactiveerd.
Druk op een van de knoppen (open of gesloten
hangslot) om het blokkeren van de werking
van de elektronische sleutel weer ongedaan te
maken.F
D
ruk twee keer op het open
hangslot terwijl u het gesloten
hangslot ingedrukt houdt.
Controleer of het lampje op de elektronische
sleutel vier keer knippert.
Als de batterij van de elektronische sleutel
leeg is, knippert dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel.
F Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder het beschermkapje van de
batterij door het omhoog te trekken.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
B
reng het beschermkapje weer aan.
F
D
ruk het deksel vast.
Toegang tot de auto