Page 162 of 256
160
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
35 20Reservezekering
36 30Reservezekering
37 20Achterruit- en buitenspiegelverwarming
38 30ABS - ESP
39 7, 5Mistlampen vóór - instrumentenpaneel - display
40 7, 5LED-dagrijverlichting
41 15Stoelverwarming rechts
42 20Elektrisch bedienbaar vouwdak
43 15Stoelverwarming links
Praktische informatie
Page 174 of 256

172
B3_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de
motorkap goed op, want bepaalde
delen van de motor kunnen zeer heet
zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment
aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan handmatig
worden gecontroleerd met de
oliepeilstok onder de motorkap.
Raadpleeg hiervoor de rubriek Onder
de motorkap.
Controle met de peilstok
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.Om een betrouwbare meting te
garanderen moet de auto op een vlakke
ondergrond staan en moet de motor ten
minste 30
minuten niet hebben gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
PEUGEOT adviseert u om elke 5000
km het
olieniveau te controleren en, indien nodig, olie
bij te vullen. Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken
A of onder het merkteken B ligt, star t de
motor dan niet
.
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI , vul dan altijd motorolie bij.
Raadpleeg de rubriek Onder de motorkap voor
de locatie van de peilstok in de motorruimte
van uw auto.
F
T
rek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
S
teek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
Onderhoud
Page 187 of 256
03
185
B3_nl_Chap12a_Autoradio-Toyota-tactile-1_ed01-2014
STUURKOLOMSCHAKELAARS
Kort indrukken: wijzigen van
multimediabron.
Lang indrukken: activeren/deactiveren
van de functie "Mute" van de radio of
de pauzefunctie van de mediabronnen.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Radio: afstemmen op de opgeslagen
radiozenders in oplopende volgorde.
Multimedia: volgende nummer.
Radio: afstemmen op de opgeslagen
radiozenders in aflopende volgorde.
Multimedia: vorige nummer. Aannemen van een binnenkomende
oproep.
Behalve tijdens een telefoongesprek:
druk op deze toets om de contactenlijst
weer te geven. Druk nogmaals op
de toets om de geschiedenis weer te
geven.
Weigeren van een binnenkomende
oproep.
Telefoongesprek beëindigen.
Behalve tijdens een telefoongesprek:
druk op deze toets om terug te keren
naar het scherm van de radio of de
klok als de radio niet is ingeschakeld.
Page 198 of 256

04MUZIEK
196
MP3-, USB-speler
Informatie en adviezenHet systeem is geschikt voor externe USB Mass Storage-
geluidsdragers of apparatuur van Apple
® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten (kabel niet meegeleverd).
U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem
wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) met Jack-
plug op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Een USB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16
of 32 om te
kunnen worden afgespeeld. Het audiosysteem kan beurtelings audiobestanden afspelen via het
Bluetooth
®-systeem en via de USB-aansluiting.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple
® USB-
kabels.
Het audiosysteem speelt bestanden met de volgende extensies:
.wma Ver7
en Ver8
met een bitrate van 48
tot 192
kbps en Ver9
met
een bitrate van 48
tot 320
kbps.
.aac met een bitrate van 16
tot 320
kbps.
.mp3
- MPEG1
met een bitrate van 32
en 320
kbps en .mp3
-
MPEG2
met een bitrate van 8
tot 160
kbps.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44
en 48
kHz.
Gebruik voor bestandsnamen minder dan 20
karakters en vermijd
speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Page 201 of 256
199
B3_nl_Chap12a_Autoradio-Toyota-tactile-1_ed01-2014
Niveau 1Niveau 2Niveau 3Aanwijzingen
Contacten
Maak uw keuze en bel.Favorieten
Gesch. gespr.
Nummer kiezen Bellen
Kies een nummer en bel.
Configuratie telefoon/
berichtenVerbinden met telefoon
Telefoon
Selecteer de te gebruiken externe
apparatuur.
Audiospeler
Configuratie geluid Beltoon
Selecteer de parameters voor de
instellingen en schakel de opties in of uit.
Volume beltoon
Geluid inkomende SMS/MMS
Volume inkomende SMS/MMS
Geluid inkomende e-mail
Volume inkomende E-mail
Volume inkomend gesprek
Configuratie contacten/
geschiedenis gesprekken Automatisch doorverbinden
Contacten telefoon actualiseren
Contacten sorteren op
Favoriet toevoegen
Favoriet verwijderen
Configuratie berichten Weergave inkomende
gesprekken
Status overdracht contacten/
geschiedenis
Configuratie weergave
telefoon Weergave inkomende
gesprekken
Status overdracht contacten/
geschiedenis
Page 204 of 256
05
Een nieuw nummer bellen
Bellen
Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige
plaats of gebruik bij voorkeur de stuurwieltoetsen.
Druk op het tabblad Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk vervolgens op de toets Telefoon om het
nummer te bellen. Druk op "Telefoon".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-
upvenster op het scherm.
Druk kort op deze stuurwieltoets om het
gesprek aan te nemen.
Druk op deze stuurwieltoets om de oproep te
weigeren of om het gesprek te beëindigen.
BLUETOOTH
202
Page 205 of 256
05
203
B3_nl_Chap12a_Autoradio-Toyota-tactile-1_ed01-2014
Druk op "Telefoon". Een contact bellen
Selecteer het tabblad "Contacten".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst
om het desbetreffende nummer te bellen.
CONTACTEN
Of druk op deze stuurwieltoets om de
contactenlijst weer te geven. Of druk op deze stuurwieltoets om de
contactenlijst weer te geven. Druk nogmaals op
de toets om de geschiedenis weer te geven. Laatste nummers bellen
Selecteer het tabblad "
Gesch. gespr.".
Druk op "Telefoon".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst
om het desbetreffende nummer te bellen.
Page 206 of 256
05
204Selecteer "Configuratie telefoon/berichten
"
en selecteer vervolgens " Configuratie
contacten/geschiedenis gesprekken". Druk op "Telefoon" om de hoofdpagina weer
te geven.
Selecteer:
- "Automatische overdracht
" voor een
automatische overdracht van de contacten
van uw smartphone of mobiele telefoon.
- "Contacten telefoon actualiseren" om de
contactenlijst bij te werken.
- "Contacten sorteren op" om de contacten
te sorteren op voornaam of achternaam.
- "Favoriet toevoegen" om favorieten aan
de lijst van het systeem toe te voegen.
- "Favoriet verwijderen" om favorieten uit
de lijst van het systeem te verwijderen.
Contacten / items beheren
CONTACTEN