Inleiding85
1 RADIO BAND-toets
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....94
2 CD/AUX -toets
Cd/mp3/wma-weergave
starten of van audiobron
veranderen .......................... 108
3 s -toets
Radio: achteruit zoeken ........94
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............105
4 DEST / NAV -toets
Bestemmingsinvoer
navigatie .............................. 116
5 m VOL -knop
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 87
Draaien: volume
aanpassen ............................ 876u -toets
Radio: vooruit zoeken ...........94
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................105
7 TONE -toets
Geluidsinstellingen ................91
8 Radiozendertoetsen 1...6
Lang indrukken: zender
opslaan ................................. 95
Kort indrukken: zender
selecteren ............................. 95
9 FAV 1-2-3 -toets
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ..............96
10 AS 1-2 -toets
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ..............95
11 TP -toets
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................9912d-toets
Cd uitwerpen ....................... 105
13 CONFIG -toets
Systeeminstellingen ..............93
14 INFO -toets
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 94
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 105
Digitale fotolijst: toont
momenteel geselecteerde
afbeelding/foto ....................112
Navigatie: informatie, bijv.
over de huidige locatie ........115
88Inleiding
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X VOL -knop terwijl
het contact is uitgeschakeld, schakelt het na 30 minuten automatisch weer
uit.
Volume instellen Draai aan de X VOL -knop. De ac‐
tuele instelling verschijnt op het dis‐ play.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 93
■ het volume voor verkeersberichten 3 93
■ het volume van de navigatieberich‐
ten 3 116Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 93
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op de O-toets (wanneer tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) om de audiobron‐
nen te dempen.
Om de demping opnieuw te annule‐
ren: draai aan de X VOL -knop of druk
opnieuw op de O-toets (indien tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 94.
Audiospelers
Druk op de CD/AUX-toets om het
CD-, USB-, iPod- of AUX-menu te openen (indien beschikbaar) of om te
wisselen tussen deze menu's.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 105
■ AUX-ingangsfuncties 3 108
■ USB-poortfuncties 3 109
Cd-speler105
■ De volgende beperkingen zijn vantoepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal mp3/wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 8, zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik
Afspelen van een cd starten
Duw de CD met de beschreven kant
naar boven zo ver in de CD-sleuf dat
deze naar binnen wordt getrokken.
Het afspelen van de CD start auto‐
matisch en het Audio-cd of Audio-
MP3 -menu wordt weergegeven.
Zit er al een CD in het apparaat, maar
is het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
niet actief:
Druk op de CD/AUX-toets.
Het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
wordt geopend en de CD-speler
wordt gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Een nummer selecteren Draai de multifunctionele knop om
een lijst met alle tracks op de cd weer te geven. Het nummer dat op dat mo‐
ment wordt afgespeeld, staat gese‐
lecteerd.
Selecteer de gewenste titel.
Naar de volgende of vorige track
gaan Druk de s - of u-toets een - of
meermaals kort in.
108AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............108
Gebruik ...................................... 108Algemene aanwijzingen
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich verborgen achter een
afdekking in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Gebruik
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de AUX-modus in
te schakelen.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de desbetref‐
fende audiobron worden bediend.
110USB-poort
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Mp3-speler/USB-
opslagapparaat
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de audio-USB-mo‐
dus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is hetzelfde
als bij een audio MP3/WMA CD
3 105.
iPod
Druk een of meerdere malen op de
CD/AUX -toets om de audio-iPod-
modus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het iPod-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten iPod is vrijwel hetzelfde als bij
een audio MP3/WMA CD 3 105.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
iPod-functies
Afhankelijk van de opgeslagen data
hebt u diverse opties voor het selec‐
teren en afspelen van nummers.
Druk op de multifunctionele knop en
selecteer vervolgens Zoeken om de
beschikbare opties weer te geven.
174TrefwoordenlijstAAdresboek .................................. 126
Adresinvoer ................................ 126
Afspelen van een cd starten .......105
Algemene aanwijzingen ............
.......... 82, 104, 108, 109, 115, 162
Algemene informatie ..........112, 156
Antidiefstalfunctie ........................83
Autostore-lijsten ............................ 95
B
BACK-toets ................................... 89
Basisbediening ............................. 89
Bediening.................................... 169
Begeleiding ................................ 141
Bluetooth .................................... 162
Bluetooth-verbinding ..................163
C CD-speler activeren.................................. 105
Belangrijke informatie .............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
D DAB ............................................ 101
DAB configureren .......................101
De AUX-ingang gebruiken ..........108De digitale fotolijst gebruiken .....112
De radio gebruiken .......................94
De radio inschakelen ....................94
De USB-poort gebruiken ............109
Digital Audio Broadcasting .........101
Door de gebruiker bepaalde NP's 126
Dynamische routebegeleiding ....149
E Enhanced Other Networks ...........99
EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 96
Frequentiebereikmenu's ...............96
Frequentiebereik selecteren .........94
G
Gebruik ...87, 94, 105, 108, 112, 116
Geluidsinstellingen .......................91
H
Handsfree-modus .......................163
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 87
Het navigatiesysteem activeren. 116
Het navigatievolume instellen .....116
178InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............178
Antidiefstalfunctie ......................179
Overzicht bedieningselementen 180
Bediening ................................... 183
Personaliseren ........................... 187Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem verzorgt In‐ fotainment in uw auto, met gebruik
van de nieuwste technologie.
De radio kan gemakkelijk worden ge‐ bruikt, door per elke zes pagina's
maximaal 36 FM-, AM- en DAB-(Digi‐
tal Audio Broadcasting) radiozenders
op te slaan onder de voorkeuzeknop‐ pen 1 ~ 6 . DAB is alleen beschikbaar
voor Type A- en Type D-modellen.
De geïntegreerde cd-speler kan au‐
dio-CD's en MP3-bestanden afspelen
en de USB-speler kan aangesloten
USB-opslagmedia of iPod-producten afspelen. De USB-speler is alleen be‐ schikbaar voor Type A- en Type B-modellen.
Dankzij de verbindingsfunctie voor
Bluetooth-telefoons kunt u draadloos
en handenvrij telefoneren of kan een
muziekspeler in de telefoon worden
afgespeeld. De Bluetooth-telefoon‐
verbindingsfunctie is alleen beschik‐
baar voor Type A- en Type B-model‐
len.Sluit een draagbare muziekspeler
aan op de AUX-ingang voor externe
spelers en geniet van de rijke klank‐
weergave van het Infotainmentsys‐
teem. De AUX-functie is alleen be‐
schikbaar voor Type A- en Type B-
modellen.
De digitale soundprocessor biedt een
aantal standaard equalizerinstellin‐
gen waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast via de zorgvuldig ontwor‐
pen instelfunctie, het slimme display
en de multifunctionele menudraai‐
knop.
■ In de paragraaf "Overzicht" worden
de werking en alle instelfuncties van het Infotainmentsysteem in een
beknopt overzicht getoond.
■ In de paragraaf "Gebruik" wordt de basisbediening van het Infotain‐
mentsysteem uitgelegd.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
Inleiding181
Type A: Radio/DAB + CD/MP3 + AUX
+ USB/iPod + Bluetooth
Type B: Radio + CD/MP3 + AUX +
USB/iPod + Bluetooth
Type C: Radio + CD/MP3
Type D: Radio/DAB + CD/MP3
1. 1 ~ 6 voorkeuzetoetsen
◆ Houd een van deze knoppen in‐
gedrukt om de huidige radio‐
zender toe te voegen aan de
huidige favorieten-pagina.
◆ Druk een van deze knoppen in om het kanaal te selecteren dataan die knop is gekoppeld.
2. Knop m met draaiknop VOL
◆ Druk deze knop in om de voe‐ ding aan en uit te zetten.
◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen.
3. RADIO/BAND -toets
FM-, AM-radio of DAB-functie se‐
lecteren.4. CD -toets
Druk op deze knop om de CD/
MP3-diskafspeelfunctie te selec‐ teren.
5. AUX -toets
Druk deze knop in om de audio‐
functies AUX/USB/iPod/Blue‐
tooth te selecteren.
6. O -toets
◆ Druk op deze knop om de Blue‐
tooth-modus in te schakelen.
◆ Houd deze knop ingedrukt om de stilschakel-/pauzefunctie
voor CD en USB/iPod in en uit
te schakelen.
7. Disksleuf Dit is de sleuf waarin compact
disks worden ingebracht of verwij‐ derd.
8. TONE -toets
Druk deze knop in om de klankin‐ stelmodus aan te passen/te se‐
lecteren.
9. Knop PBACK
Annuleer de ingevoerde functies
of ga terug naar het vorige menu.10. Multifunctionele knop
◆ Druk de knop in om het huidigefunctiemenu weer te geven of
om instelbare functies en instel‐
waarden te selecteren.
◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies en instelwaar‐
den te doorlopen of te wijzigen.
◆ Neem in de handenvrije modus met Bluetooth een gesprek aan
door op de knop te drukken.
Draai aan de draaiknop om de
oproep te benatwoorden of te
weigeren en druk op de knop
om te bevestigen.
11. CONFIG -toets
Druk op deze knop om naar het
systeeminstelmenu te gaan.
12. INFO -toets
◆ Druk op deze knop om de be‐ standsinformatie te bekijken bij
het gebruik van de afspeelfunc‐ ties CD/MP3 en USB/iPod.
◆ Bekijk tijdens gebruik van de ra‐
diofunctie informatie over een
radiozender en de huidige afge‐
speelde song.