Inleiding......................................... 6
Basisbediening ............................ 14
Radio ........................................... 49
CD-speler ..................................... 55
Externe apparaten .......................58
Navigatie ...................................... 66
Spraakherkenning ........................85
Telefoon ....................................... 92
Veelgestelde vragen ..................101
Trefwoordenlijst ......................... 104Touch R700 / Navi 900
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 12Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
Daarnaast kunt u op de favorietenpa‐ gina's muzieknummers, telefoon‐
nummers, bestemmingen of geluids‐
instellingen opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het Infotainmentsysteem aansluiten,
bv. een iPod, USB-apparaten of an‐ dere randapparatuur; via een kabel of
via Bluetooth.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche routeplanning brengt u veilig
naar uw bestemming en kan, desge‐
wenst, files of andere knelpunten om‐ zeilen.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.Bovendien kunt u het Infotainment‐
systeem bedienen met de knoppen
op het stuur of een touchpad tussen
de voorstoelen, of via het spraakher‐
kenningssysteem.
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het aan‐
raakscherm en de heldere displays
kunt u het systeem gemakkelijk en in‐ tuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Inleiding7
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De overeenkom‐
stige verkeersregels moeten zon‐
der uitzondering in acht worden
genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding te‐
gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder
letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐
rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding9
1X-knop .................................. 12
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 Display / aanraakscherm ......14
3 Startscherm
(configureerbaar) ..................22
4 MENU -knop.......................... 15
Draaien: schermtoetsen of menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menu-item
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingspecifiek menu
(indien beschikbaar)5 ;-toets ................................. 15
Druk op: Startscherm weergeven
6 BACK -toets........................... 15
Druk op: terug naar vorig
scherm/menu
7 v-toets
Radio: druk kort op: naar
volgende zender; druk
lang op: omhoog zoeken ......49
Cd-speler/externe
apparatuur: druk kort op:
naar volgende nummer;
druk lang op: snel vooruit ......56
8 d-knop (indien uitgerust
met cd-speler)
Druk op: schijf uitwerpen ....... 56
TONE -knop (indien niet
uitgerust met cd-speler)
Druk op: geluidsinstellin‐
genmenu weergeven ............429t-toets
Radio: druk kort op: naar
vorige zender; druk lang
op: omlaag zoeken ...............49
Cd-speler/externe
apparatuur: druk kort op:
naar vorige nummer; druk
lang op: snel achteruit ...........56
10 MEDIA -toets .......................... 12
Druk op: cd-speler of
extern apparaat activeren
11 RADIO -toets .......................... 49
Druk op: radio activeren of
golfband wijzigen
12 Cd-sleuf ................................. 56
Inleiding11
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 85
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 12Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
Stuurbedieningsknop rechts
1 Vijfstandenknop ....................15
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center
bedienen (zie
onderstaande afbeeldingen)
N -knop - weergeven menu
voor toepassingskeuze;
terug naar hoger menuniveau
j -knop - weergeven toe‐
passingspecifiek hoofdmenu
Knoppen P / Q -
selecteer menuoptie
9 -knop - bevestig selectie
2 Toets ! / # ........................... 12
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 Knoppen k / l
Radio: druk om volgende / vorige favoriet te kiezen ........29
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen ....... 61
Inleiding13
Bij het inschakelen van het Infotain‐mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 43.
Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 43,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op de knop X voor het dem‐
pen van de audiobronnen.
Om het dempen te annuleren: draai
aan de X-knop.
Bedieningsmodi Radio
Druk herhaaldelijk op RADIO om de
radiomodus te activeren of om tussen
de verschillende golfbanden te wis‐
selen.
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 49.CD-speler
Druk herhaaldelijk op de toets
MEDIA om de cd-speler te activeren.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 55.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐ tern apparaat te activeren (bv. USB-
apparaat, iPod of smartphone).
Zoek een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van externe apparaten 3 58.
Navigatie
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.
Druk op het pictogram NAV om de
navigatiekaart weer te geven voor het
gebied rondom de huidige locatie.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 66.
Telefoon
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.Selecteer het TELEFOON-picto‐
gram.
Als er een verbinding met een gekop‐ pelde mobiele telefoon tot stand kanworden gebracht, wordt het hoofd‐menu van de telefoonmodus weerge‐
geven.
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 96.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 93.
22Basisbediening
SpraakherkenningssysteemEen gedetailleerde beschrijving van
het spraakherkenningssysteem vind
u in "Spraakherkenning" 3 85.
Bediening van het menu Startscherm
Het Startscherm wordt op het mid‐
dendisplay weergegeven.
Alle geïnstalleerde toepassingen
kunnen vanuit het Startscherm wor‐
den benaderd.
Het Startscherm bestaat uit maximaal vijf pagina's met maximaal acht toe‐
passingen per pagina.
Home-toets
Druk op de toets ; op het instrumen‐
tenpaneel om het Startscherm te ope‐
nen.
Drukt u op de ;-knop terwijl u al in
het Startscherm staat, dan gaat u te‐
rug naar de eerste pagina.
Een toepassing starten
Selecteer een pictogram om de ge‐
wenste toepassing te starten en het
hoofdmenu van de toepassing te ope‐
nen.
De radio- en mediafuncties worden
via de betreffende knoppen geselec‐
teerd.
Let op
De pictogrammen van niet-beschik‐
bare toepassingen zijn uitgegrijsd.Door de pagina's bladeren
Om van de ene pagina naar de an‐
dere te bladeren:
■ Plaats uw vinger op een willekeu‐ rige plek op het scherm en beweegdeze naar links om naar de vorige
pagina te bladeren en naar rechts
om naar de volgende pagina te bla‐
deren.
■ Druk op de schermtoetsen p of q
links en rechts op het scherm.
■ Plaats twee vingers op een wille‐ keurige plek op het touchpad en
beweeg ze naar links om naar de
vorige pagina te bladeren en naar
rechts om naar de volgende pagina
te bladeren.
Vind een gedetailleerde beschrijving
3 15.
Let op
Onderin het scherm ziet u hoeveel Startschermpagina's er toegankelijk
zijn en welke pagina er momenteel
wordt weergegeven.
Basisbediening29FavorietenU kunt uiteenlopende informatie als
favorieten opslaan, bv.:
■ Radiozenders
■ Muzieknummers
■ Albums of artiesten
■ Telefoonnummers
■ Bestemmingen en routes
■ Nuttige plaatsen
■ Contactgegevens
■ Tooninstellingen
■ Startschermtoepassingen.Er zijn 60 posities voor favorieten be‐ schikbaar. Deze worden weergege‐
ven in rijen van vijf.
U kunt ze weergeven in één rij of met
drie rijen naast elkaar.
Is een favoriete positie gevuld, dan
kunt u met de schermtoets Favorieten de labeltekst van de betreffende fa‐
voriet weergeven. Is een positie leeg, dan wordt het positienummer van de
favoriete locatie (1 tot 60) aangege‐ ven.
Favorieten weergeven
De favorietenlijst is vanuit alle menu's
toegankelijk.
Om één rij favorieten weer te geven
als de schermtoets n op het scherm
staat:
Selecteer de knop n op het scherm.
Zie onderstaand om drie rijen favor‐
ieten weer te geven.
Om één rij favorieten weer te geven
als er een interactieve selectiebalk op
het scherm staat:
■ Raak op het aanraakscherm de in‐ teractieve selectiebalk aan en be‐
weeg met uw vinger naar boven tot
er één rij favorieten wordt getoond.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een con‐
stante snelheid.