Inleiding......................................... 4
Radio ........................................... 24
Cd-speler ..................................... 31
AUX-ingang ................................. 35
USB-poort .................................... 37
Stemherkenning ........................... 42
Telefoon ....................................... 51
Trefwoordenlijst ........................... 66Inhoud
Inleiding5
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐foon of neem contact op met uw net‐
werkprovider.
Met de mediaspeler kunt u digitale
audio op een USB-apparaat afspelen en bedienen. Externe apparaten voor
gegevensopslag, bijv. iPod of mp3-
speler kunnen via de USB-poort op
de mediaspeler worden aangesloten.
Met het stemherkennings systeem
kunt u telefoongesprekken voeren en
ontvangen, naar SMS-tekstberichten
gaan en de mediaspeler met een
reeks gesproken opdrachten veilig en comfortabel bedienen.
Andere externe apparaten, bijv.
draagbare cd-speler, kunnen ook
worden aangesloten op de AUX-in‐
gang en via het Infotainmentsysteem afspelen.Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Houd u bij het bedienen van het
Infotainment- en het handsfree‐
systeem aan de verkeersveilig‐
heid.
Zoek bij twijfel over de veiligheid
bij het bedienen eerst een veilige
plek aan de kant van de weg.
Gebruik van deze handleiding
■ Deze handleiding beschrijft de be‐ schikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
bedieningselementen en
omschrijvingen, waaronder
symbolen, displays en
menufuncties, niet op uw auto van
toepassing wanneer er sprake is
van een modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrusting of accessoires.
■ De inhoudsopgave aan het begin van de handleiding en in de afzon‐
derlijke paragrafen geeft aan waar
u de informatie die u zoekt kunt vin‐
den.
■ Met behulp van het trefwoordenre‐ gister kunt u specifieke informatie
zoeken.
■ De displays van het voertuig onder‐
steunen mogelijkerwijs uw taal niet.
■ Displayteksten en opschriften in het
interieur zijn vet gedrukt.
Waarschuwing en Voorzichtig9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot ver‐
wondingen leiden.
Inleiding11
1m ON/OFF : in- /
uitschakelen .......................... 14
2 FM : audiobron in FM-radio
veranderen ............................ 24
Ander FM-golfbereik
selecteren (FM1, FM2,
FMA Autostore) .....................24
3 AM : audiobron in AM-radio
veranderen ............................ 24
Ander AM-golfbereik
selecteren (AM1, AM2) .........24
4 MEDIA : andere audiobron
(cd-speler, mediaspeler,
AUX) ..................................... 32
5 MUTE .................................... 20
Radio - geluidsonder‐
drukking/geluidsonder‐
drukking opheffen .................20
Cd-speler , mediaspeler -
pauze/einde pauze ...............20
6 AUDIO : menu Audio-
instellingen ............................ 19
7 MENU : menu
Geavanceerde functies .........278R / S .................................... 14
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 20
Indrukken: Door
menuopties op display
bladeren ................................ 14
Radio - indrukken:
Handmatig radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - indrukken:
Naar de vorige/volgende
map gaan (mp3 cd's) ............32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende
map, artiest, genre enz.
gaan ...................................... 39
9 _ / 6: waarden in
menuopties aanpassen .........14
Radio - indrukken:
Automatisch radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - kort indrukken:
Naar vorige/volgende track ...32Lang indrukken: Snel
achteruit / vooruit spoelen .....32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende track ...39
10 Zendertoetsen 1...6 ..............24
Kort indrukken:
Opgeslagen radiozender
oproepen ............................... 25
Lang indrukken:
Radiozender opslaan ............26
11 Cd uitwerpen ......................... 32
Inleiding15
Menu's op het displayschermMet de functietoetsen op het Infotain‐ mentsysteem hebt u toegang tot en
navigeert u in de displaymenu's en kunt u waarden aanpassen:
■ Druk meerdere malen op AUDIO
voor toegang tot de menuopties
Audio-instellingen 3 19.
■ Druk meerdere malen op MENU
voor toegang tot de menuopties
Geavanceerde functies 3 27.
■ Druk op of _ of 6 om waarden in
menuopties aan te passen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Bedieningsstanden Radio
De radio werkt via de functietoetsen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
radio te veranderen.
■ Druk meerdere keren op BAND om
een ander golfbereik te selecteren (FM1, FM2, FMT Autostore, AM).Houd BAND ingedrukt voor Auto‐
store van zenders.
■ Vraag een opgeslagen radiozender
op met de zendertoetsen 1...6.
Sla een radiozender op door 1...6
ingedrukt te houden.
■ Druk op _ of 6 om naar radiozen‐
ders te zoeken.
De radio gebruiken 3 24.
CD-speler
De cd-speler werkt via de functietoet‐ sen:
■ Druk op SRC om de audiobron in
cd-speler te veranderen.
■ Druk op _ of 6 om naar de vorige/
volgende track te gaan. Ingedrukt houden voor snel achteruit / vooruit
spoelen.
■ Druk op f om een cd uit te werpen.
CD-speler gebruiken 3 32.
Regelingen voor radio met cd /
mp3-speler
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio-, cd-speler- (ook
compatibel met mp3 cd), USB-media‐speler- en AUX-functies en diverse
aanpasbare radio- en audio-instellin‐ gen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de
menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met de toets X ON/OFF in. De eerder
gebruikte audiobron klinkt.
Druk op X ON/OFF om uit te schake‐
len.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem actief is bij uitgeschakeld contact, schakelt
het na ong. 20 minuten uit, om ontla‐
den van de accu te voorkomen.
Volume
Draai aan de R/S draaiknop om het
volume in te stellen.
De actuele instelling verschijnt op het display.
Inleiding17
Audiospelers
De audiospelers werken via de func‐ tietoetsen:
■ Druk op MEDIA om de audiobron in
cd-speler , mediaspeler of AUX -in‐
gangssignaal te veranderen.
■ Druk op _ of 6 om naar de vorige/
volgende track te gaan.
Ingedrukt houden voor snel achter‐ uit / vooruit spoelen (cd-speler).
■ Druk op R of S om naar de vorige/
volgende map (mp3 cd's) of artiest, genre enz. (mediaspeler).
■ Druk op f om een cd uit te werpen.
CD-speler gebruiken 3 32.
De AUX-ingang gebruiken 3 35.
USB-speler gebruiken 3 39.Regelingen voor
handsfreesysteem
CD 50 met Multimedia Reader:
Het handsfreesysteem is uitgevoerd
met stuurbedieningsknoppen voor
Bluetooth -telefoon, SMS-berichtenle‐
zer, bedienen van de mediaspeler en voor het activeren van de stemher‐kenning.
Volume
Druk op < of ] om het volume in te
stellen.
De actuele instelling verschijnt op het
display.
Mute / pauze
Druk op à / ESC voor geluidsonder‐
drukking van telefoongesprekken en
beltonen of pauze van de mediaspe‐
ler. Op het display verschijnt Mute of
Pause.
Druk opnieuw op à / ESC voor in‐
schakelen van het geluid/einde van
de pauze.Let op
Bij het automatisch aanpassen van
het volume annuleert u de functie
mute/pauze.
Menu's op het displayscherm Toegang tot en navigeren in de dis‐
playmenu's met de stuurbedienings‐
knoppen:
■ Druk op  / MENU om naar menu's
te gaan.
■ Druk op R of S om door de me‐
nuopties op het display te bladeren.
■ Druk op SRC/OK (of  / MENU ) ter
bevestiging van menuopties.
■ Druk op à / ESC om het menu af te
sluiten of om zonder opslaan terug
naar het vorige menu te gaan.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Handsfree telefoonsysteem gebrui‐
ken 3 51.
Bedieningsstanden Functies van handsfreesysteem met
stuurbedieningsknoppen bedienen:
22Inleiding
Noodoproepen
Tijdens een noodoproep wordt het
volume automatisch op dezelfde ma‐
nier als de functie TA aangepast.
Deze functie wordt automatisch ge‐
activeerd en kan niet worden gedeac‐ tiveerd.
Mute / pauze
Onderdruk het geluid door op het In‐
fotainmentsysteem kort op de toets
MUTE te drukken. Bij auto's met het
handsfreesysteem kunt u eventueel
ook op het stuurwiel op de knop à /
ESC drukken.
Afhankelijk van de audiobron ver‐
schijnt het volgende op het display:
■ Pause : pauzestand cd- of media‐
speler
■ Mute : geluidsonderdrukking radio
Schakel de functie mute/pause uit
door opnieuw kort op de knop MUTE
of à te drukken.Bij het aanpassen van het volume in
de stand mute/pause wordt de functie
mute/pause genegeerd en wordt het
volume op het nieuwe geselecteerde niveau gezet.
Let op
Als u naar de andere menu's van het Infotainmentsysteem wilt gaan,
moet u eerst de functies Mute en
Pause deactiveren
Bij het uitzenden van een noodop‐
roep of verkeersberichten als de func‐
tie mute/pause ingeschakeld is, wordt
de functie tijdelijk genegeerd en na
afloop weer geactiveerd.
Volume AUX-ingang aanpassen
Met deze functie kunt u het volume van de AUX-bron, afhankelijk van de
draagbare speler, afstemmen op één
van de andere bronnen.
U kunt het volume van de externe au‐ diobron die is aangesloten op de
AUX -ingang alleen met de knoppen
op de audiobron zelf regelen. U kunt
het volume niet via het Infotainment‐
systeem of de stuurbedieningsknop‐
pen regelen.Activeer de volumefunctie van de
AUX -ingang door uw extra audioap‐
paraat aan te sluiten en te controleren
of het uitgeschakeld is.
Selecteer het volgende met de toet‐
sen op het Infotainmentsysteem of de stuurwielknoppen:
■ Druk op de toets MEDIA of SRC/
OK
■ Druk op de toets R of S om de mo‐
dus AUX op het display te selecte‐
ren
■ Schakel het extra audioapparaat in
■ Zet het volume met de toets _ of
6 lager of hoger
Een audiobron die is aangesloten op
de AUX -ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf.
Spraakvolume
Het vaste telefoonvolume kan worden
aangepast met de functie
Spraakvolume .
AUX-ingang35AUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............35
Gebruik ........................................ 35Algemene aanwijzingen
Radio met cd / mp3-speler
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijv. een draag‐ bare cd-speler met een 3,5 mm-stek‐
ker aan te sluiten op de AUX-ingang.
Gebruik
Druk op het Infotainmentsysteem meerdere malen op de toets MEDIA
om de AUX-modus te activeren en
schakel het externe audioapparaat in.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐ sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐ ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Een audiobron die is aangesloten op
de AUX-ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf. Met de bedieningsorganen op
het Infotainmentsysteem kunt u niet
naar een andere track, map of af‐
speellijst gaan.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het display weer‐
gegeven.
36AUX-ingang
Na aansluiting via de stekkeringang
detecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het opnamevolume kan er een vertraging
zijn voordat u de geluidsbron hoort.