44Stemherkenning
Gesproken opdrachtenLet op
Als de auto stil staat, zijn alle ge‐
sproken opdrachten in het huidige
menu beschikbaar.
Onderweg is de lijst met beschikbare gesproken opdrachten omwille vande veiligheid beperkt.
Als u het menu INSTELLINGEN on‐
derweg activeert, werkt het alleen
met gesproken opdrachten.
Gesproken opdrachten telefoon
Ga als volgt naar het menu Gespro‐
ken opdrachten telefoon:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " Telefoon ".
Daarna kunt u kiezen uit de volgende lijst met herkende gesproken op‐
drachten:
■ BELLEN
■ Bel
■ Opnieuw kiezen
■ Bel terugBel een telefoonboekcontact als
volgt:
1. Druk op s en zeg " Telefoon".
2. Zeg " BELLEN ".
3. Zeg de naam van het contact bijv.
"Mark".
4. Zeg indien gevraagd door een systeembericht " Werk", "Huis ",
" Mobiel " of "Andere ".
5. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen of zeg
" Nee " om de handeling te annule‐
ren.
6. Zeg " BELLEN " om het kiezen te
starten.
Als het specifieke telefoonnummer
voor het contact niet wordt herkend,
toont het systeem een suggestie. Zeg
" Volgende " of "Vorige " om andere te‐
lefoonnummers voor dit contact te be‐
kijken.
Als het juiste telefoonnummer op het display verschijnt, zegt u " BELLEN"
om het kiezen te starten.Kies als volgt een telefoonnummer:
1. Druk op s en zeg " Telefoon".
2. Zeg " Bel".
3. Voer het gewenste telefoonnum‐ mer na het systeembericht met devolgende gesproken commando's
in:
◆ Zeg " Nul" (voert cijfer 0 in).
◆ Zeg " Één" tot en met " Negen"
(voert cijfers 1 - 9 in).
◆ Zeg " Plus" (voert het +-symbool
in).
◆ Zeg " Ster" (voert het *-symbool
in).
◆ Zeg " Hekje" (voert het #-sym‐
bool in).
4. Het telefoonnummer wordt door het systeem herhaald en ver‐
schijnt ook op het display.
(zeg " Herhaal " om het ingevoerde
en door het handsfreesysteem herkende telefoonnummer te her‐ halen).
5. Controleer of het ingevoerde tele‐
foonnummer juist is en wijzig het
zo nodig.
Stemherkenning45
(zeg "WISSEN " om de laatst in‐
gevoerde cijfers te wissen).
6. Zeg " Bel" om het kiezen te star‐
ten.
Voer voor het kiezen van een inter‐
nationaal telefoonnummer eerst het
internationale toegangsnummer in,
bijv. +44 voor het VK:
■ Zeg " Plus" (+), of
■ Zeg " Nul Nul " (00 ) gevolgd door het
internationale toegangsnummer.
Kies het laatst gekozen
telefoonnummer als volgt opnieuw:
1. Druk op s en zeg " Telefoon".
2. Zeg " Opnieuw kiezen ".
3. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen en het
kiezen te starten of zeg " Nee" om
de handeling te annuleren.Bel het laatst ontvangen
telefoonnummer als volgt terug:
1. Druk op s en zeg " Telefoon".
2. Zeg " BELLEN ".
3. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen en het
kiezen te starten of zeg " Nee" om
de handeling te annuleren.
Voor nadere informatie over telefoon‐
functies, zie Bediening in de para‐
graaf Telefoon 3 56.
Gesproken opdrachten
berichtenlezer
Als het handsfreesysteem de ont‐
vangst van een nieuw tekstbericht
signaleert, kan het systeem het be‐
richt voorlezen:
■ Zeg " Ja" om het bericht te lezen.
- of -
■ Zeg " Nee" om het bericht te nege‐
ren en het in het Postvak IN op te
slaan.Schakel de berichtenlezer in om een
melding van een ontvangen tekstbe‐
richt te ontvangen (zie de onder‐
staande menuopties SOORT
MELDING ).
Ga als volgt naar het menu Gespro‐
ken opdrachten berichtenlezer:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " BERICHTEN- LEZER ".
Daarna kunt u kiezen uit de volgende lijst met herkende gesproken op‐
drachten:
■ LAATSTE LEZEN
■ ONTVANGEN BERICHTEN
■ ALLES WISSEN
■ SOORT MELDING
■ Afslag
Lees het laatst ontvangen
tekstbericht als volgt:
1. Druk op s en zeg " BERICHTEN-
LEZER ".
2. Zeg " LAATSTE LEZEN ".
Stemherkenning47
Gesproken opdrachten
mediaspeler Ga als volgt te werk om de audiobron
in mediaspeler te veranderen:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " Speler".
Druk elke keer vóór het uitspreken van een van de volgende herkende gesproken opdrachten op de toets s:
■ Zeg " Spelen"
(audiotracks afspelen)
■ Zeg " Stoppen "
(afspelen van audiotracks stoppen)
■ Zeg " Volgende "
(naar de volgende track)
■ Zeg " Vorige"
(naar de vorige track)
■ Zeg " WILLEKEURIGE
VOLGORDE "
(tracks in willekeurige volgorde af‐
spelen)
Druk op s en zeg nogmaals
" WILLEKEURIGE VOLGORDE "
om de functie in/uit te schakelen.■ Zeg " HERHALING NUMMER "
(steeds dezelfde audiotracks af‐ spelen)
Druk op s en zeg nogmaals
" HERHALING NUMMER " om de
functie in/uit te schakelen.
■ Zeg " MAPPEN "
(mappen selecteren en alle tracks
in de mappen op uw USB-apparaat afspelen)
■ Zeg " ARTIESTEN "
(specifieke artiest selecteren en
alle tracks en albums van de artiest
afspelen)
■ Zeg " GENRES "
(genre selecteren en alle tracks van een specifiek genre afspelen)
■ Zeg " ALBUMS "
(albums selecteren en alle tracks van een specifiek album afspelen)■ Zeg " PLAYLIST "
(afspeellijst selecteren en alle
tracks van een specifieke afspeel‐
lijst afspelen)
■ Zeg " AFSPELEN "
(audiotracks bij het plaatsen van
een USB-opslagapparaat automa‐
tisch afspelen)
Druk op s en zeg nogmaals
" AFSPELEN " om de functie in/uit te
schakelen.
Zie voor nadere informatie over func‐
ties van de mediaspeler Opgeslagen
audiobestanden afspelen in de para‐
graaf USB-poort 3 39.
Instellingen gesproken
opdrachten
Ga als volgt naar het menu Instellin‐
gen gesproken opdrachten:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " INSTELLINGEN ".
48Stemherkenning
Daarna kunt u kiezen uit de volgende
lijst met herkende gesproken op‐
drachten:
■ Gebruikersgegevens
■ REGISTREREN
■ Geavanceerde functies
■ Afslag
Ga als volgt naar
gebruikersgegevens om deze te
wijzigen:
Haal mobiele telefoons als volgt uit het handsfreesysteem:
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Gebruikersgegevens ".
3. Zeg " Gebruikers wissen ".
4. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen of zeg
" Nee " om de handeling te annule‐
ren.Verwijder contacten als volgt uit het telefoonboek van het
handsfreesysteem:
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Gebruikersgegevens ".
3. Zeg " Telefoonboek wissen ".
4. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen of zeg
" Nee " om de handeling te annule‐
ren.
Zet contacten als volgt over van de telefoon naar het handsfreesysteem:
Als contacten tijdens het koppelen
niet naar het handsfreesysteem zijn
gekopieerd, kunt u dit later alsnog
doen.
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Gebruikersgegevens ".
3. Zeg " Contact toevoegen ".Verwijder alle mobiele telefoons,
contacten en data als volgt:
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Gebruikersgegevens ".
3. Zeg " ALLES WISSEN ".
4. Via een systeembericht wordt u gevraagd uw keuze te bevesti‐
gen.
Zeg " Ja" om te bevestigen of zeg
" Nee " om de handeling te annule‐
ren.
Koppel een mobiele telefoon als volgt aan het handsfreesysteem:
Om het handsfree telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet de mobiele
telefoon eerst via Bluetooth 3 53
aan de auto worden gekoppeld.
Activeer het koppelen van de telefoon als volgt met gesproken opdrachten:
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " REGISTREREN ".
3. De pincode verschijnt op het dis‐ play van de auto. Voer de pincode
Stemherkenning49
op het toetsenblok van uw mo‐
biele telefoon in.
Op het display verschijnt Verbinden .
Let op
Als het pinnummer niet binnen en‐
kele minuten wordt ingevoerd, wordt
de handeling automatisch geannu‐
leerd.
4. Na het koppelen vraagt het sys‐ teem u of u de contacten uit de
mobiele telefoon naar het hand‐
sfreesysteem wilt kopiëren.
Zeg " Ja" om te bevestigen of zeg
" Nee " als u de contacten niet wilt
kopiëren.Voorzichtig
Koppel een mobiele telefoon al‐
leen als de auto stil staat.
Zie de paragraaf Bluetooth-
verbinding voor nadere informatie
3 53.
Ga als volgt naar de Geavanceerde
functies:
U kunt de identificatiecode van het handsfreesysteem en de GPRS-code voor mobiele telefoons via het menu
Geavanceerde functies opvragen.
Ga als volgt naar de identificatiecode
van het handsfreesysteem:
1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Geavanceerde functies ".
3. Zeg " Systeem code ".
De 8-cijferige identificatiecode ver‐
schijnt op het display.
Ga als volgt naar de GPRS-code: 1. Druk op s en zeg
" INSTELLINGEN ".
2. Zeg " Geavanceerde functies ".
3. Zeg " GPRS code ".
De GPRS-code verschijnt op het
display.
4. Zeg " Vooraf ingestelde " om de
bestaande code te behouden.
ofZeg " Uitschakelen " om de GPRS-
code te deactiveren.
of
Druk op s en zeg " Afbreken " om
de gesproken interactie te annu‐
leren.
Sluit het menu Instellingen als volgt
af:
Druk op s en zeg " Afslag".
Nuttige hints voor gesproken
opdrachten ■ De automicrofoon is bedoeld voor gebruik door de bestuurder. De mi‐crofoon is hiervoor goed geplaatst
en gericht. Voor een goede herken‐ ning van uw gesproken opdrachten
door het systeem hoeft u uw nor‐
male rijhouding dus niet te veran‐
deren.
Als u te ver van de automicrofoon
af spreekt, bijv. als u op de achter‐
bank zit, herkent het systeem uw
gesproken opdracht wellicht niet.
■ Ook kunnen gesproken opdrachten
door achtergrondgeluiden en la‐ waai van buitenaf onjuist worden
50Stemherkenning
opgevat. Wellicht moet u tijdens het
geven van uw gesproken opdracht alle ruiten en het schuifdak sluiten
en vragen of alle inzittenden stil wil‐
len zijn.
■ Wacht na het activeren van de stemherkenning altijd op het ge‐
luidssignaal alvorens u spreekt. om
te voorkomen dat het systeem de
gesproken opdracht maar deels op‐
neemt en het niet herkent.
■ Wanneer het systeem de gespro‐ ken opdracht niet herkent, wordt u
gevraagd deze te herhalen. Wan‐
neer de gesproken opdracht nog
niet wordt herkend, wordt de lijst
met gesproken opdrachten spraak‐ labels afgespeeld. Herhaal de ge‐
wenste gesproken opdracht bij het afspelen ervan.
Mocht het systeem de gesproken opdracht nog steeds niet herken‐nen, wordt de stemherkenning au‐
tomatisch uitgeschakeld.
■ Als er binnen enkele seconden na het activeren van de stemherken‐
ning geen gesproken opdracht
volgt, wordt het systeem automa‐
tisch uitgeschakeld.
Belangrijke opmerkingen over
taalondersteuning ■ Gesproken opdrachten zijn zoda‐ nig geprogrammeerd dat ze door
het systeem in een bepaalde taal
worden herkend. Het systeem hoeft
echter niet een specifieke stem te
herkennen. Daarom kunnen ge‐
sproken opdrachten ongeacht de
spreker worden herkend.
■ Het systeem kan gesproken op‐ drachten in verschillende talen her‐
kennen, maar herkent gesproken
opdrachten alleen op basis van de
op dat moment ingestelde taal.
■ Het stemherkenningssysteem werkt met de volgende talen:
Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees, Nederlands,
Pools, Braziliaans Portugees.Raadpleeg uw Opel Partner voor
het wijzigen van de taal van het
handsfreesysteem (met stemher‐
kenning).
■ Niet alle talen voor het display van het Infotainmentsysteem zijn ook
beschikbaar voor de stemherken‐
ning.
Telefoon51TelefoonAlgemene aanwijzingen...............51
Verbinding .................................... 52
Bluetooth-verbinding ....................53
Noodoproep ................................. 55
Bediening ..................................... 56
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................63Algemene aanwijzingen
Het handsfree telefoonsysteem, ge‐
baseerd op Windows Mobile techno‐
logie, is een persoonlijk telematica
systeem voor communicatie- en en‐ tertainmentapparatuur, speciaal voor
gebruik in auto's.
Met dit systeem kunt u via de micro‐
foon en de luidsprekers van de auto
mobiele-telefoongesprekken voeren
en de belangrijkste mobiele-telefoon‐
functies via de stuurbedieningsknop‐ pen of gesproken interactie met het
Infotainmentsysteem bedienen.
Om het handsfree telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet de mobiele
telefoon via Bluetooth 3 53 met het
systeem worden verbonden.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐
foon of neem contact op met uw net‐ werkprovider.
Belangrijke informatie voor de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het gebruik van het handsfree-te‐
lefoonsysteem tijdens het rijden
kan gevaarlijk zijn omdat uw con‐
centratie afneemt tijdens het tele‐
foneren. Parkeer de auto voordat
u het handsfree-telefoonsysteem
gebruikt.
Volg de voorschriften van het land op waarin u rijdt.
Volg ook de speciale voorschriften die in sommige gebieden gelden
op en zet uw mobiele telefoon al‐
tijd uit als mobiel telefoneren ver‐ boden is, als de mobiele telefoon
storing veroorzaakt of als zich ge‐
vaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
52Telefoon9Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn vei‐ ligheidsvoorschriften opgesteld
waarvan u zich op de hoogte moet stellen voordat u de telefoon ge‐
bruikt.
Bluetooth
Met de Bluetooth -technologie kan de
gebruiker onderweg geheel veilig, ge‐
heel conform de wet, met voorgepro‐
grammeerde gesproken commando's
of de knoppen op het stuurwiel tele‐
foongesprekken voeren en ontvan‐
gen.
Het handsfree telefoonsysteem on‐
dersteunt Bluetooth Handsfree Profi‐
les V. 1.1 en V. 1.5, en is gespecifi‐
ceerd in overeenstemming met de
Bluetooth Special Interest Group
(SIG). Raadpleeg de Bluetooth aan‐
sluitspecificaties in het handboek bij
uw mobiele telefoon.
Meer informatie over de specificatie is verkrijgbaar bij
www.bluetooth.org/qualweb .
Voldoet aan EU R & TTE
Hierbij verklaren wij dat de Bluetooth-
systeemontvanger voldoet aan de es‐
sentiële vereisten en andere rele‐
vante voorwaarden van Richtlijn
1999/5/EC.
SMS (Short Message Service)Door middel van de stemsynthese‐technologie kan de geïntegreerde
SMS-berichtenlezer 3 56 van het
Infotainmentsysteem ontvangen
tekstberichten via het geluidssysteem
van de auto op uw Bluetooth mobiele
telefoon lezen.
De functies van de SMS-
berichtenlezer werken via de stuur‐
bedieningsknoppen of gesproken op‐ drachten.
Niet alle mobiele telefoons onder‐
steunen het voorlezen van SMS-
berichten . Raadpleeg de bedienings‐
instructies in het handboek bij uw mo‐ biele telefoon of raadpleeg uw net‐
werkprovider.
Verbinding
Een mobiele telefoon moet op het
handsfree telefoonsysteem zijn aan‐
gesloten om de functies ervan te re‐
gelen via het Infotainmentsysteem.
Er kan geen telefoon op het systeem
zijn aangesloten tenzij deze eerst ge‐
koppeld is. Zie de paragraaf
Bluetooth-verbinding (3 53) voor
het koppelen van een mobiele tele‐ foon aan het handsfree telefoonsys‐
teem via Bluetooth.
Bij het contact in de stand MAR zoekt
het handsfree telefoonsysteem naar
gekoppelde telefoons in de omge‐
ving. Bluetooth moet geactiveerd zijn