Instrumenten en bedieningsorganen81
BAG P (frontairbag en sidebag
passagier activeren/deactiveren)
Activeert de frontpassagiersairbags
als er een volwassene op de passa‐
giersstoel voor zit. Deactiveer de air‐
bags wanneer er een kinderveilig‐
heidssysteem op deze stoel staat.9 Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de pas‐
sagiersstoel met geactiveerde air‐
bag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Activeer of deactiveer in deze menu‐optie de airbags ( BAG P Aan of BAG
P Uit ) en bevestig uw keuze; er ver‐
schijnt een bevestigingsbericht op het display. Selecteer JA (wijzigingen be‐
vestigen) of Nee (wijzigingen annule‐
ren).
Airbag deactiveren 3 46.
DRL (dagrijlicht)
Activeer het dagrijlicht om bij daglicht
beter zichtbaar te zijn (op Aan zetten).
Deactiveren als dit niet nodig is (op
UIT zetten).
Dagrijlicht 3 89.
Opties menu Instellingen -
multifunctionele versie
Het menu Instellingen bevat de vol‐
gende opties:
■ Verlichting
■ Snelheidspiep
■ Gegevens trip B
■ Stel uur in
■ Datum instellen
■ Radio-info
■ Autoclose
■ Maateenheid
■ Taal
■ Waarschuwingsvolume
■ Knopvolume
■ Zoemer veiligheidsgordels
■ Service■Passagiersairbag
■ Dagrijlicht
■ Menu Afsluiten
VERLICHTING (helderheid van
interieurverlichting)
Hiermee stelt u bij 's nachts rijden met dimlicht de helderheid van de interi‐
eurverlichting van de auto in (bijv. in‐
strumentenbord, display klimaatrege‐
ling).
U kunt de helderheid ook wijzigen met
de knoppen R of S zonder naar het
menu Instellingen te gaan.
SNELHEIDSPIEP (geluidssignaal
maximumsnelheid)
Hiermee activeert of deactiveert u het geluidssignaal voor de maximum‐
snelheid of wijzigt u de maximumsnel‐
heid. Snelheden tussen 30 en
200 km/u kunnen worden opgesla‐
gen.
Na het activeren wordt de bestuurder bij het overschrijden van de maxi‐
mumsnelheid gewaarschuwd meteen geluidssignaal.
Instrumenten en bedieningsorganen83
TAAL (voor displayberichten)
Displayberichten kunnen in verschil‐
lende talen worden getoond, o.a.: En‐ gels, Duits, Frans, Italiaans, Portu‐
gees, Spaans, Nederlands, Pools en
Turks. Selecteer de gewenste taal en
bevestig.
WAARSCHUWINGSVOLUME
(volume geluidssignalen)
Hiermee stelt u het volume van ge‐
luidssignalen in en bevestigt u de
nieuwe waarde. Er zijn 8 niveaus be‐
schikbaar.
Geluidssignalen 3 84.
KNOPVOLUME
Elke keer bij het indrukken van de knop SETq, R of S klinkt er een ge‐
luidssignaal.
Hiermee stelt u het volume van deze geluidssignalen in en bevestigt u de
nieuwe waarde. Er zijn 8 niveaus be‐
schikbaar.
Geluidssignalen 3 84.ZOEMER VEILIGHEIDSGORDELS
(geluidssignaal voor gordelverklikker
bestuurders- en/of passagiersstoel
opnieuw activeren)
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar wanneer de gordelverklikker al
door een werkplaats gedeactiveerd
is.
Na het opnieuw activeren wordt/-en
de bestuurder en/of de passagier ge‐
waarschuwd met een geluidssignaal
als de betreffende veiligheidsgordel
niet is omgedaan.
Gordelverklikker 3 72.
SERVICE (afstand tot volgende
onderhoudsbeurt)
In deze menuoptie ziet u de reste‐
rende afstand tot de volgende onder‐ houdsbeurt.
De afstand tot de volgende onder‐
houdsbeurt wordt ook automatisch
weergegeven wanneer de afstand
2.000 km bereikt en wordt elke vol‐
gende 200 km herhaald.
Service-display 3 70.PASSAGIERSAIRBAG (frontairbag
en sidebag passagier activeren/
deactiveren)
Activeert de frontpassagiersairbags als er een volwassene op de passa‐
giersstoel voor zit. Deactiveer de air‐
bags wanneer er een kinderveilig‐
heidssysteem op deze stoel staat.9 Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de pas‐
sagiersstoel met geactiveerde air‐ bag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Activeer of deactiveer in deze menu‐optie de airbags ( Bag Pass Aan of
Bag Pass Uit ) en bevestig uw keuze;
er verschijnt een bevestigingsbericht
op het display. Selecteer JA (wijzigin‐
gen bevestigen) of Nee (wijzigingen
annuleren).
Airbag deactiveren 3 46.
Rijden en bediening105
■Schakel de eerste versnelling in als
de auto op een effen ondergrond of een oplopende helling. Op een op‐lopende helling bovendien de voor‐
wielen van de stoeprand weg‐
draaien.
Schakel de achteruitversnelling in
als de auto op een aflopende hel‐ ling staat. Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
■ Vergrendel de auto.
Let op
Bij een ongeval waarbij airbags wor‐
den geactiveerd, wordt de motor au‐
tomatisch uitgeschakeld als het
voertuig binnen een bepaalde tijd tot stilstand komt.Uitlaatgassen9 Gevaar
Motoruitlaatgassen bevatten het
giftige en bovendien kleur- en
geurloze koolmonoxide dat bij in‐
ademen levensgevaarlijk kan zijn.
Wanneer uitlaatgassen in de pas‐
sagiersruimte dringen, de ruiten openen. Oorzaak van de storing
door een werkplaats laten verhel‐
pen.
Niet met een geopende achterklep
rijden, aangezien er dan uitlaat‐
gassen de passagiersruimte bin‐
nen kunnen dringen.
Roetfilter
Het dieselpartikelfilter verwijdert
schadelijke roetdeeltjes uit de uitlaat‐ gassen. Het systeem heeft een zelf‐
reinigende functie die tijdens het rij‐ den automatisch wordt geactiveerd,
zonder dat hier een melding over ver‐
schijnt. Het filter wordt geregenereerd door achtergebleven roetdeeltjes pe‐
riodiek bij een hoge temperatuur te
verbranden. Dit proces vindt in be‐
paalde rijomstandigheden automa‐
tisch plaats en kan tot 25 minuten du‐
ren. Dit neemt normaal 15 minuten in
beslag. Autostop is niet beschikbaar
en het brandstofverbruik kan in deze
periode hoger zijn. Enige geur- en
rookontwikkeling tijdens deze proce‐
dure is normaal.
Onder bepaalde rijomstandigheden,
bijv. bij korte ritten, kan het systeem
zichzelf niet automatisch reinigen.
Wanneer het filter geregenereerd
moet worden maar de recente rijom‐
standigheden geen automatische re‐
generatie toelieten, knippert controle‐ lamp [. Tegelijkertijd kan er een
bericht op het Driver Information Cen‐
ter verschijnen 3 78.
Controlelampje [ brandt wanneer
het roetfilter vol is. Start het regene‐
reren zo snel mogelijk om schade aan
de motor te vermijden.
Klantinformatie175KlantinformatieRegistratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 175Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders
(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische com‐ ponenten van uw auto bevat gege‐
vensopslagmodules die tijdelijk of
permanent technische gegevens
over de staat van de auto, voorvallen en fouten opslaan. In het algemeen
documenteert deze technische infor‐
matie de staat van onderdelen, mo‐ dules, systemen of de omgeving.
■ Staat van systeemcomponenten (bijv. vulniveaus)
■ Statusberichten van de auto en de afzonderlijke componenten (bijv.
aantal omwentelingen van het wiel /
toerental, deceleratie, zijwaartse
acceleratie)
■ Disfunctioneren en defecten in be‐ langrijke systeemcomponenten■ Reacties van de auto in specifiekeverkeerssituaties (bijv. ontplooien
van een airbag, activeren van de
stabiliteitsregeling)
■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ ratuur)
Dit gegeven is uitsluitend technisch
en helpt bij het identificeren en corri‐
geren van fouten en het optimaliseren
van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met dit ge‐ geven worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout wordt het gege‐
ven gewist uit de foutopslagmodule of wordt het constant overschreven.
178TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............158, 161
Aanduidingen op banden ..........142
Aanhangerkoppeling ..................122
Aanhanger trekken ....................122
Aansteker .................................... 66
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 124
Accu ........................................... 129
Achterdeuren ............................... 23
Achterklep..................................... 24
Achterlichten .............................. 133
Achterruitverwarming ................... 31
Achterste zijruiten ........................30
Achteruitrijlichten .........................91
Afmetingen auto ........................170
Afstand tot volgende onderhoudsbeurt .......................78
Airbag activeren............................ 78 Airbag deactiveren ................46, 78
Airbag-deactivering ...................... 73
Airbag en gordelspanners ...........73
Airbagsysteem ............................. 41
Airconditioning ............................. 95
Airconditioning regelmatig aanzetten ................................. 99
Akoestische geluidssignalen ........84
Alarmknipperlichten .....................89Algemene informatie .................. 122
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 100
Andere auto slepen ...................153
Antiblokkeersysteem .................111
Antiblokkeersysteem (ABS) .........74
Anti-slipregelaar (ASR) ...............112
Armsteun ...................................... 35
Asbakken ..................................... 67
ASR (anti-slipregelaar) ...............112
Autoclose ...................................... 78
Autogegevens ............................ 161
Autokrik....................................... 141 Automatisch blokkering brandstof ........................... 85, 102
Automatisch vergrendelen ............78
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 152
Auto stallen ................................. 124
B Bagageruimte ........................ 24, 55
Bagageruimte-afdekking .............56
Bagageruimteverlichting ...............93
Bandenreparatieset ...................144
Bandenspanning .......................142
Bandenspanningswaarden ........172
Bedieningsorganen ......................61
Bekerhouders .............................. 54
Bekleding .................................... 155
179
Belading........................................ 55
Beladingsinformatie .....................60
Berichten brandstofsysteem .........85
Beslagen lampglazen ..................91
Beveiliging van de auto ................26
Binnenspiegels ............................. 28
Binnenverlichting .................92, 136
Bolle vorm .................................... 27
Boordgereedschap .....................141
Brandstof .................................... 117
Brandstofblokkeersysteem ...85, 102
Brandstoffilter aftappen ...............77
Brandstofkeuzeschakelaar ..........69
Brandstofmeter ............................ 68
Brandstofverbruik .........................78
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 121
Brandstof voor benzinemotoren 117
Brandstof voor dieselmotoren ...118
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 118
Buitenspiegels .............................. 27
Buitentemperatuur .......................63
Buitenverlichting ........................... 88
C
Car Pass ...................................... 19
Centrale vergrendeling ................20
Claxon ................................... 13, 62
Contactslotstanden ....................101
Controlelampen ......................67, 70Controle over de auto ................100
Controles .................................... 125
Cruise control ...................... 78, 114
D Dagrijlicht ................................ 78, 89
Dagteller ...................................... 67
Dakbelasting ................................. 60
Dakconsole .................................. 54
Dakdrager .................................... 59
Dakdragers ................................... 60
Datum ........................................... 78
Derde remlicht ........................... 134
Dimlicht of grootlicht .....................88
Driepuntsgordel ........................... 39
Driver Information Center .............78
E Ecomodus (E) ............................. 110
Elektrisch bediende ruiten ...........28
Elektrische aansluitingen .............65
Elektrische verstelling ..................27
Elektrisch systeem...................... 137
Elektronische rijprogramma's ....110
Elektronisch klimaatregelsysteem 96
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .................75, 113
ESP (elektronisch stabiliteits‐ programma)............................. 113
Event Data Recorders (EDR) .....175F
Frontaal airbagsysteem ...............45
G
Geautomatiseerde versnellingsbak ......................107
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignaal .............................. 78
Geluidssignaal gordelverklikker ....78
Geluidssignaal maximumsnelheid 78
Geluidssignalen ........................... 84
Generieke waarschuwing .............72
Gereedschap ............................. 141
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gloeilamp vervangen ................131
Gordels ......................................... 38
Gordelverklikker ........................... 72
Grootlicht ............................... 78, 88
H Halogeenkoplampen .................131
Handbediende ruiten ...................28
Handgeschakelde modus ..........109
Handgeschakelde versnellingsbak ......................106
Handmatige dimfunctie ................28
Handmatig verstellen ...................27
Handrem ..................................... 111
Handschoenenkastje ...................54
182
Versnellingsbak ........................... 15
Versnellingsbakdisplay ..............107
Verstelbare luchtroosters ............. 98
Verwarmde spiegels ....................28
Verwarming ................................. 36
Verwarmings- en ventilatiesysteem ...................... 94
Verwerking van sloopauto .........125
Verzorging .................................. 153
Verzorging exterieur ..................153
Verzorging interieur ...................155
Voertuiggewicht .........................166
Voertuigidentificatienummer ......160
Volume ......................................... 78
Voordat u wegrijdt ........................ 16
Voorruit ......................................... 28
Voorstoelen .................................. 33
Voorverwarming .......................... 75
W
Waarschuwing .............................. 84
Waarschuwingslampen ................67
Werkzaamheden uitvoeren .......125
Wieldoppen ................................ 143
Wiel verwisselen ........................146
Winterbanden ............................ 141
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......63
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........62
Wisserblad vervangen ...............130Z
Zekeringen ................................. 137 Zekeringenkast in motorruimte ..138
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............139
Zitplaatsen achterin .....................36
Zitrijen achterin ............................. 55
Zonnekleppen .............................. 31
Zijdelings airbagsysteem .............46
Zijmarkeringslichten...................... 88
Zijrichtingaanwijzers ..................134
Zijschuifdeur ................................. 22