Page 196 of 211
194Technische gegevens
Internationaal serviceschema
Vereiste motoroliekwaliteit
Motoroliekwaliteit
Alle landen buiten Europa behalve Israël
Alleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, Turkije
dexos 1✔–dexos 2–✔
Indien dexos-kwaliteit niet voorhanden is, mag u olie van onderstaande types gebruiken:
Motoroliekwaliteit
Alle landen buiten Europabehalve Israël
Alleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, Turkije
GM-LL-A-025✔✔GM-LL-B-025––
Motoroliekwaliteit
Alle landen buiten Europabehalve Israël
Alleen Wit-Rusland, Moldavië, Rusland, Servië, Turkije
ACEA A3/B3✔✔ACEA A3/B4✔✔ACEA C3✔✔API SM✔✔API SN✔✔
Page 204 of 211

202Klantinformatie
■ Reacties van de auto in specifiekeverkeerssituaties (bijv. ontplooien
van een airbag, activeren van de
stabiliteitsregeling)
■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ ratuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout worden de ge‐
gevens gewist uit de foutopslagmo‐
dule of worden ze constant over‐ schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Bij extra contractueel met de klant
overeengekomen functies (bijv. loka‐
liseren van de auto in noodgevallen)
mogen er bepaalde gegevens m.b.t.
de auto vanuit de auto worden ver‐
zonden.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
Page 209 of 211

207
Profieldiepte ............................... 174
Programmeerbaar opladen ........132
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 202
Regelbare instrumentenverlichting .............93
Regeneratief remmen .................119
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 201
Remmen ............................ 116, 155
Remsysteem ................................ 76
Remvloeistof ...................... 155, 189
Richtingaanwijzer ........................74
Richtingaanwijzers ....................... 92
Rugleuning van zitplaatsen achterin neerklappen ................61
Ruiten ........................................... 33
Rijmodi........................................ 111 Rijregelsystemen ........................119
Rijverlichting .......................... 12, 79
S Service ............................... 104, 188
Service-display ............................ 71
Service-informatie ...................... 188
Sjorogen ...................................... 63
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19Sneeuwkettingen .......................175
Snelheidsmeter ............................ 69
Spiegelverstelling ..........................8
SPORT-modus ............................ 77
Sproeiervloeistof ........................155
Startbeveiliging ......................31, 79
Starten en bedienen ...................106
Starthulp gebruiken ...................180
Stoelpositie .................................. 38
Stoelverstelling ........................7, 39
Storingsindicatielamp ..................75
Stroomtarievenschema............... 132
Stuurbedieningsknoppen .............65
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 65
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 145
Te laag brandstofpeil ...................79
Top-Tether-bevestigingsogen ......56
Traction Control .........................119
Traction Control-systeem UIT....... 78 Trekken............................... 147, 183
Typeplaatje ................................ 191
Tijdelijke oplaadmodus annuleren ................................ 132
Tijdelijke oplaadmodus negeren. 132U
Uitlaatgassen ............................. 114
Uitstapverlichting .........................95
Ultrasoonparkeerhulp .................126
USB-poort ..................................... 59
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 174
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................42
Velgen en banden .....................170
Verbanddoos ............................... 63
Vergrendelingssysteem ...............28
Verkeersbordherkenning ............130
Verlengingsmodus actieradius ...111
Verlichtingsfuncties....................... 95
Vertraagde uitschakeling stroom 107
Vertraagde vergrendeling .............26
Vervangen van de accu ................20
Verwarmde spiegels ....................32
Verwarming ................................. 40
Verwarming met behulp van de motor ......................................... 20
Verzorging .................................. 185
Verzorging exterieur ..................185
Verzorging interieur ...................187
Voertuig gereed ............................ 79