46SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................46
Gebruik ........................................ 46Algemene informatie
Met de functie Siri Eyes Free van het
Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot Siri, de spraakinterpretatie- en -
herkenningsinterface op uw iPhone of iPod. Raadpleeg de gebruikershand‐
leiding van uw iPhone of iPod om na
te gaan of deze Siri ondersteunt.
Siri Eyes Free werkt met de meeste
van de ingebouwde apps op uw iP‐
hone of iPod. Zo kunt u Siri vragen om
mensen te bellen, muziek af te spe‐
len, SMS-berichten te beluisteren en
te schrijven, e-mails te dicteren, naar
nieuwe meldingen te luisteren, aan‐
wijzingen te krijgen of herinneringen
toe te voegen. Raadpleeg voor na‐
dere informatie de gebruikershandlei‐
ding van uw iPhone of iPod.
Opmerkingen ■ Voor het gebruik van Siri Eyes Free
moet u iPhone of iPod via USB-ka‐ bel 3 32 of via Bluetooth 3 49 met
het Infotainmentsysteem verbon‐
den zijn.■ Voor Siri Eyes Free is 3G of toe‐ gang tot wifi-internet op uw iPhone
of iPod nodig.
■ Siri Eyes Free is niet compatibel met de goedgekeurde smartphone-
apps 3 44 die door het Infotain‐
mentsysteem worden onder‐
steund. Dat houdt in dat u deze
apps niet via Siri Eyes Free kunt
besturen.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Druk op knop w rechts op het stuur‐
wiel om een spraakherkenningsses‐
sie te starten. Er verschijnt een
spraakbesturingsbericht op het
scherm.
Zodra er een pieptoon heeft geklon‐ ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie over
de ondersteunde commando's de ge‐
bruikershandleiding van uw iPhone of
iPod.
Telefoon49voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
De Bluetooth-profielen HFP, PBAP,
GAP, SDP en SPP worden geïmple‐
menteerd conform de Bluetooth-norm
2.1+EDR en de telefoonportal is ge‐
certificeerd door de Bluetooth Special Interest Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het instellen van een Bluetooth- verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat worden geac‐
tiveerd. Voor nadere informatie ver‐
wijzen wij u naar de gebruiksaanwij‐
zing van het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth instelling wor‐
den Bluetooth-apparaten met het In‐ fotainmentsysteem gekoppeld (uit‐
wisselen van pincode tussen Blue‐
tooth-apparaat en Infotainmentsys‐
teem) en verbonden.
Menu Bluetooth instelling Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen en
dan Bluetooth instelling om het be‐
treffende menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ■ Aan het systeem kunnen maximaal
vijf apparaten worden gekoppeld.
■ Er kan slechts één gekoppeld ap‐ paraat tegelijk met het infotain‐mentsysteem worden verbonden.
60TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............39
Afbeeldingsbestanden ..................32
Afbeelding via USB activeren .......39
Algemene aanwijzingen ...............48
Apps .......................................... 32
AUX ........................................... 32
Bluetooth ................................... 32
DAB ........................................... 29
Infotainmentsysteem ...................6
Smartphone-applicaties ............32
Telefoon .................................... 48
USB ........................................... 32
Algemene informatie ..............32, 46
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps ....................................... 32, 44
Audio afspelen .............................. 35
Audiobestanden ........................... 32
Audioknoppen op stuurwiel ............8
Audio via AUX activeren ...............35
Audio via iPod activeren ...............35
Audio via USB activeren ...............35
Automatisch volume .....................17
Autostore-lijsten ............................ 22
Zenders ophalen .......................22
Zenders opslaan .......................22
AUX Algemene aanwijzingen ............32
Apparaat aansluiten ..................32Audiomenu AUX........................ 35
Filmmenu AUX .......................... 41
B Basisbediening ............................. 13
Bediening...................................... 53 Externe apparaten ....................32
Menu ......................................... 13
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 53
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beginmenu ................................... 13
Bel Beltoon ...................................... 53
Functies tijdens het gesprek .....53
Inkomend gesprek ....................53
Telefoongesprek initiëren ..........53
Beltoon Beltoon wijzigen ........................53
Beltoonvolume .......................... 17
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............32
Audiobestanden ........................32
Filmbestanden........................... 32
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............32
Apparaat aansluiten ..................32
62
Intellitext.................................... 24
Radio Data System (RDS) ........27
RDS configureren...................... 27
Regio-instelling.......................... 27
Regionaal .................................. 27
Verkeersberichten .....................27
Volume TP ................................ 27
zender zoeken .......................... 21
Zenderlijsten.............................. 24
Zenderlijsten bijwerken .............24
Zenders ophalen .................22, 23
Zenders opslaan .................22, 23
Radio activeren............................. 21
Radio Data System (RDS) ........... 27 RDS .............................................. 27
Regio-instelling ............................. 27
Regionaal ..................................... 27
S Selectie van frequentiebereik .......21
Siri Eyes Free ............................... 46
Smartphone ............................ 32, 44
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 44
Snelkiesnummers .........................53
Spraakherkenning ........................46
Stemherkenning ........................... 46
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 35
Systeeminstellingen...................... 19Fabrieksinstellingen radio .........10
Taal ........................................... 10
Tekstbladerfunctie .....................10
Tijd- en datuminstellingen .........10
Voertuiginstellingen ...................10
T
Taal............................................... 10
Tekstbladerfunctie ........................10
Telefoon Algemene aanwijzingen ............48
Beltoon selecteren ....................53
Bluetooth ................................... 48
Bluetooth-verbinding .................49
Een nummer invoeren ...............53
Functies tijdens het gesprek .....53
Hoofdmenu Telefoon ................53
Inkomend gesprek ....................53
Noodoproepen .......................... 52
Oproepenhistorie ......................53
Snelkiesnummer .......................53
Telefoonboek ............................ 53
Telefoon activeren ........................53
Telefoonboek ................................ 53
Tijdinstellingen .............................. 10
U USB Afbeeldingenmenu USB ............39
Algemene aanwijzingen ............32Apparaat aansluiten ..................32
Audiomenu USB........................ 35 Filmmenu USB .......................... 41
V Verkeersberichten Inschakelen ............................... 27
Volume TP ................................ 27
Voertuiginstellingen ......................10
Volume Automatisch volume ..................17
Beltoonvolume .......................... 17
Maximaal opstartvolume ...........17
Stiltefunctie................................ 10
Volume aanraakpiep .................17
Volume instellen ........................10
Volume TP ................................ 17
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 10
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............17
Volume aanraakpiep ....................17
Volume-instellingen ......................17
Volume TP .................................... 17
Z Zenderlijsten ................................. 24
Zenderlijsten bijwerken .................24
Zenders ophalen ....................22, 23
110FlexDockFlexDockAlgemene informatie..................110
Gebruik ...................................... 111Algemene informatie
FlexDock bestaat uit een ingebouwde
basisplaat en verschillende typen
cradles die aan de basisplaat kunnen worden bevestigd. Door het plaatsenvan een iPhone of een andere smart‐ phone in de cradle kan de smart‐
phone via het Infotainmentsysteem,
de knoppen op het stuurwiel of het
touchscreen worden bediend.
Voor nadere informatie over het ge‐
bruik van de cradle verwijzen wij u
naar de bij elke cradle meegeleverde
handleiding van de cradle.9 Waarschuwing
Met het FlexDock verbonden toe‐
stellen moeten zodanig worden
gebruikt dat de bestuurder niet
wordt afgeleid en dat de verkeers‐ veiligheid op geen enkel moment
in het geding komt. Houd u altijd
aan de betreffende wet- en regel‐
geving van het land waarin u rijdt.
Deze wetgeving kan verschillen
van de informatie in deze handlei‐
ding. Zet bij twijfel uw auto aan de kant en bedien de apparatuur ter‐
wijl u stilstaat.
Let op
Gebruik via de USB-aansluiting niet
tegelijkertijd een andere audiobron
om superposities van beide audio‐
bronnen te voorkomen.
Voorzichtig
Laat de mobiele telefoon ter voor‐
koming van diefstal bij het verlaten van de auto niet in het FlexDockachter.
FlexDock111Gebruik
Cradle op de basisplaat
bevestigen
1. Haal de kap van de basisplaat.
2. Druk de cradle in de basisplaat en
klap deze neer.
Smartphone met het
Infotainmentsysteem verbinden
Universele smartphone
Verbind de smartphone via de aan‐
sluitkabel met de cradle.
iPhone
De iPhone wordt bij het plaatsen in de
cradle automatisch verbonden.
Afhankelijk van de aanwezige soft‐
ware en hardware kan de functionali‐ teit van de iPhone beperkt zijn.
De smartphone bedienen Bij het verbinden van de smartphonevia FlexDock heeft deze dezelfde
functionaliteit als wanneer deze via
de USB-aansluiting wordt aangeslo‐
ten. Zie de betreffende instructies in
de handleiding Infotainment voor ge‐
detailleerde informatie.
Voor het gebruiken van de telefoon‐
functie of de functie Streaming audio
via Bluetooth moet er een Bluetooth-
verbinding tot stand worden gebracht. Zie de betreffende instructies in de
handleiding Infotainment en de ge‐
bruikershandleiding bij de smart‐
phone voor gedetailleerde informatie.
Cradle van de basisplaat
verwijderen
1. Druk op de ontgrendelingsknop en verwijder de cradle.
2. Bevestig de cradle op de basis‐plaat.