6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 10
Basisbediening ............................ 13
Geluidsinstellingen ......................16
Volume-instellingen .....................17
Systeeminstellingen .....................19Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de functies voor FM-, AM- of
DAB-radio kunt u maximaal 35 zen‐
ders op zeven favorietenpagina's
vastleggen.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van vijf‐ tien automatisch in te stellen voor‐
keurzenders. Bovendien kunnen er
nog 35 voorkeurzenders handmatig worden ingesteld (frequentiebereik‐onafhankelijk).
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, USB-apparaten of andere randapparatuur; via een kabel of via
Bluetooth.
Met de bedieningsorganen en menu's van het Infotainmentsysteem kunt u
goedgekeurde smartphone-applica‐ ties gebruiken, bijv. een navigatie-
app.Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuur of via
het spraakherkenningssysteem 'Siri
Eyes Free'.
Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het aan‐
raakscherm en de heldere displays
kunt u het systeem gemakkelijk en in‐
tuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Inleiding9
1Display / aanraakscherm ......13
2 Beginmenu ............................ 13
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
♪ Audio - audiofuncties
P Galerij - afbeeldings- en
filmfuncties
h Telefoon - mobiele-
telefoonfuncties
K Apps - smartphone-
applicaties
L Instellingen - systeem‐
instellingen
3 Functie-indicators
Indien symbool gemarkeerd: TP - verkeersberichten via radio actief ............................ 27
M - extern apparaat
aangesloten op USB-poort ...32
G - randapparaat
aangesloten op AUX-
ingang ................................... 32N - Bluetooth-apparaat
verbonden ............................. 32
g - smartphone-applicatie
actief ..................................... 32
p - geluid onderdrukt ............. 10
4 Tijd en datum, buitentemperatuur
Tijd en datum instellen, zie handleiding van de auto.
5 ;-toets ................................. 13
Indrukken: beginmenu
openen (zie pos. 2)
6 m-toets .................................. 10
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen
7 Knoppen ∨ VOL ∧ .................10
∨ : volume verlagen
∧ : volume verhogenAudioknoppen op stuurwiel
1 Knop 7w
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..48
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 53
of actieve
spraakherkenning .................46
Lang indrukken:
gesprekslijst openen .............53
of handsfreemodus in-/
uitschakelen .......................... 53
10Inleiding
2SRC (bron) ............................ 10
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 10
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 21
Indien extern apparaat
actief: omhoog/omlaag
draaien om volgend(e)/
vorig(e) track/hoofdstuk/
afbeelding te selecteren ........35
Indien telefoonportal actief en bellijst open (zie pos.
1): omhoog/omlaag
draaien om volgende/
vorige vermelding in
bellijst te selecteren ..............53
Als de telefoonportal actief is en er gesprekken in de
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen
gesprekken te schakelen ......53
3 Volume verhogen4Volume verlagen
5 Knop xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren .............53
of gesprekslijst sluiten ...........53
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 46
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 10Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een aanraakscherm en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel
■ audioknoppen op het stuurwiel
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk op de X-toets. Na het inschake‐
len wordt de laatst geselecteerde In‐
fotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact wordt uitgescha‐
keld, met behulp van de X-knop hebt
ingeschakeld, dan wordt het
10 minuten na de laatste invoer auto‐
matisch weer uitgeschakeld.
Inleiding11
Volume instellenDruk op een van de knoppen ∨ VOL
∧. De actuele instelling verschijnt op
het display.
Naar keuze, op het aanraakscherm:
beweeg de volumeschuif met uw vin‐
ger naar links of rechts.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld mits dit het maximum inschakel‐
volume niet overschrijdt. Een gede‐
tailleerde beschrijving vinden 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerde volume
3 17 wordt het volume automatisch
zodanig aangepast dat u geen geluid van het wegdek of van de rijwind
hoort.
Volume van verkeersberichten (TA)
Het volume van verkeersberichten
kan apart worden ingesteld 3 17.Mute
Druk op een van de knoppen ∨ VOL
∧ en tik vervolgens in het volume‐ menu op het scherm op de knop p.
Geluidsonderdrukkingsfunctie weer
annuleren: druk op een van de knop‐
pen ∨ VOL ∧ . Het laatst geselecteerde
volume wordt weer ingesteld.
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Druk op de ;-toets om het begin‐
menu weer te geven.
Let op
Een gedetailleerde beschrijving van
de werking van het menu via het
aanraakscherm vinden 3 13.
Audio
Selecteer de knop Audio op het
scherm om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde audiomodus te
openen.
Selecteer de knop Bron op het
scherm op de bovenste regel van het
menu om een vervolgkeuzelijst te
openen.
Inleiding13
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het Info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 48.
Apps
Selecteer de knop Apps op het
scherm voor het openen van een
menu voor het selecteren en starten
van door het Infotainmentsysteem
goedgekeurde smartphone-applica‐
ties.Een gedetailleerde beschrijving vin‐
den 3 32 en 3 44.
Instellingen
Selecteer de knop Instellingen op het
scherm om een menu voor diverse
systeemspecifieke instellingen te
openen.
Tijd- en datuminstellingen en Voer‐
tuiginstellingen worden in de handlei‐
ding bij de auto beschreven.
Alle andere instellingen worden op onderwerp in de betreffende hoofd‐
stukken van deze handleiding be‐
schreven.
Basisbediening
Bedieningsorganen voor de
menu's
Aanraakscherm
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig op‐
pervlak voor rechtstreekse interactie
met de getoonde menubedieningsor‐
ganen.
U kunt bijvoorbeeld een knop op het
scherm activeren door met uw vinger
erop te tikken of een schuifelement op het scherm met uw vinger verschui‐
ven.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpens, potlo‐ den of iets soortgelijks voor het
aanraakscherm.
; -toets
Druk op de ;-toets om naar het be‐
ginmenu te gaan.
Inleiding15
Het selecteren en activeren van eenknop in een melding op het scherm
werkt precies zoals beschreven voor
knoppen in een menu op het scherm.
Door een lange lijst met menuopties
bladeren
Als er meer menuopties beschikbaar
zijn dan het scherm kan bevatten,
verschijnt er een schuifbalk.
Om door de lijst met menuopties te
bladeren:
■ Tik op het scherm op de knop ▲ of ▼ van de schuifbalk,
of
■ verplaats de schuif van de schuif‐ balk met uw vinger omhoog of om‐
laag
Een instelling aanpassen
De verschillende typen instellingen in
de diverse instellingenmenu's wor‐
den onderstaand getoond en be‐
schreven.Voorbeeld: Display-instellingen
Tik op de knoppen op het scherm - of
+ of verplaats de schuifknop naast
een instelling om deze aan te passen.
Bevestig uw keuze door de knop OK
op het scherm te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het instellen via
het aanraakscherm beschreven als
"...zet...op...".Voorbeeld: Radio-instellingen
Tik naast een instelling op de knop‐
pen < of > op het scherm om één van
de beschikbare opties te kiezen of om
een specifieke waarde in te stellen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de handelingen voor het over‐
schakelen naar een andere optie via
Radio21RadioGebruik........................................ 21
Zender zoeken ............................. 21
Autostore-lijsten ........................... 22
Favorietenlijst ............................... 23
Frequentiebereikmenu's ..............24
Radio Data System (RDS) ...........27
Digital Audio Broadcasting ..........29Gebruik
Radio activeren
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Audio op het
scherm. Het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer de knop Bron op het
scherm om een vervolgekeuzelijst te openen.
Selecteer AM, FM of DAB radio.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van het geselecteerde frequentie‐
bereik wordt ontvangen.
Let op
Informatie over de momenteel be‐
luisterde radiozender weergeven: tik op het display.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Tik kort op een van de knoppen t
ZOEKEN v op het scherm om de
vorige of volgende zender in het zen‐
dergeheugen te beluisteren.
24Radio
Tik zo nodig op de knoppen < of > op
het scherm om een andere favorie‐
tenlijst te selecteren.
Selecteer op het scherm de voorkeu‐
zeknop waaronder de gewenste radi‐ ozender opgeslagen is.
Frequentiebereikmenu's Andere manieren voor het instellenvan zenders zijn beschikbaar via fre‐
quentiebereikspecifieke menu's.
Tik op de knop MENU op het scherm
op de onderste regel van het actieve
radiohoofdmenu om het bijbehorende
frequentiebereikspecifieke menu te
openen.
Let op
De volgende specifieke FM-displays
worden als voorbeeld getoond.
Favorietenlijst
Selecteer Favorietenlijst om alle mo‐
menteel in de favorietenlijsten opge‐
slagen zenders weer te geven.Selecteer de gewenste zender.
Let op
De momenteel beluisterde radiozen‐ der wordt aangeduid door het sym‐
bool l naast de naam van de zen‐
der.
Zenderlijsten Selecteer afhankelijk van het fre‐
quentiebereikmenu FM-zenderlijst,
AM-zenderlijst of DAB-zenderlijst .
Alle ontvangbare zenders van het be‐
treffende frequentiebereik en in het
huidige ontvangstgebied worden
weergegeven.