Page 9 of 113

Inleiding9
1Display / aanraakscherm ......13
2 Beginmenu ............................ 13
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
♪ Audio - audiofuncties
P Galerij - afbeeldings- en
filmfuncties
h Telefoon - mobiele-
telefoonfuncties
K Apps - smartphone-
applicaties
L Instellingen - systeem‐
instellingen
3 Functie-indicators
Indien symbool gemarkeerd: TP - verkeersberichten via radio actief ............................ 27
M - extern apparaat
aangesloten op USB-poort ...32
G - randapparaat
aangesloten op AUX-
ingang ................................... 32N - Bluetooth-apparaat
verbonden ............................. 32
g - smartphone-applicatie
actief ..................................... 32
p - geluid onderdrukt ............. 10
4 Tijd en datum, buitentemperatuur
Tijd en datum instellen, zie handleiding van de auto.
5 ;-toets ................................. 13
Indrukken: beginmenu
openen (zie pos. 2)
6 m-toets .................................. 10
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen
7 Knoppen ∨ VOL ∧ .................10
∨ : volume verlagen
∧ : volume verhogenAudioknoppen op stuurwiel
1 Knop 7w
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..48
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 53
of actieve
spraakherkenning .................46
Lang indrukken:
gesprekslijst openen .............53
of handsfreemodus in-/
uitschakelen .......................... 53
Page 10 of 113

10Inleiding
2SRC (bron) ............................ 10
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 10
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 21
Indien extern apparaat
actief: omhoog/omlaag
draaien om volgend(e)/
vorig(e) track/hoofdstuk/
afbeelding te selecteren ........35
Indien telefoonportal actief en bellijst open (zie pos.
1): omhoog/omlaag
draaien om volgende/
vorige vermelding in
bellijst te selecteren ..............53
Als de telefoonportal actief is en er gesprekken in de
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen
gesprekken te schakelen ......53
3 Volume verhogen4Volume verlagen
5 Knop xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren .............53
of gesprekslijst sluiten ...........53
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 46
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 10Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een aanraakscherm en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel
■ audioknoppen op het stuurwiel
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk op de X-toets. Na het inschake‐
len wordt de laatst geselecteerde In‐
fotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact wordt uitgescha‐
keld, met behulp van de X-knop hebt
ingeschakeld, dan wordt het
10 minuten na de laatste invoer auto‐
matisch weer uitgeschakeld.
Page 11 of 113

Inleiding11
Volume instellenDruk op een van de knoppen ∨ VOL
∧. De actuele instelling verschijnt op
het display.
Naar keuze, op het aanraakscherm:
beweeg de volumeschuif met uw vin‐
ger naar links of rechts.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld mits dit het maximum inschakel‐
volume niet overschrijdt. Een gede‐
tailleerde beschrijving vinden 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerde volume
3 17 wordt het volume automatisch
zodanig aangepast dat u geen geluid van het wegdek of van de rijwind
hoort.
Volume van verkeersberichten (TA)
Het volume van verkeersberichten
kan apart worden ingesteld 3 17.Mute
Druk op een van de knoppen ∨ VOL
∧ en tik vervolgens in het volume‐ menu op het scherm op de knop p.
Geluidsonderdrukkingsfunctie weer
annuleren: druk op een van de knop‐
pen ∨ VOL ∧ . Het laatst geselecteerde
volume wordt weer ingesteld.
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Druk op de ;-toets om het begin‐
menu weer te geven.
Let op
Een gedetailleerde beschrijving van
de werking van het menu via het
aanraakscherm vinden 3 13.
Audio
Selecteer de knop Audio op het
scherm om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde audiomodus te
openen.
Selecteer de knop Bron op het
scherm op de bovenste regel van het
menu om een vervolgkeuzelijst te
openen.
Page 12 of 113
12Inleiding
Andere audiomodus inschakelen: tik
op een van de opties in de lijst.
Een gedetailleerde beschrijving vin‐
den van:
■ Radiofuncties ( AM, FM , DAB )
3 21
■ Externe apparaten ( USB, AUX ,
Bluetooth ) 3 35
Galerij
Selecteer de knop Galerij op het
scherm om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde afbeeldings- of
filmmodus te openen.
Tik op Bron op de bovenste regel van
het menu om een vervolgkeuzelijst te openen.
Andere afbeeldings- of filmmodus in‐
schakelen: tik op een van de opties in de lijst.
Een gedetailleerde beschrijving vin‐
den van:
■ Afbeeldingsfuncties 3 39
■ Filmfuncties 3 41
Telefoon
Selecteer de knop Telefoon op het
scherm om een Bluetooth-verbinding
tussen het Infotainmentsysteem en
een mobiele telefoon tot stand te
brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐
binding verschijnt het hoofdmenu van de telefoonmodus.
U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 53.
Page 13 of 113

Inleiding13
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het Info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 48.
Apps
Selecteer de knop Apps op het
scherm voor het openen van een
menu voor het selecteren en starten
van door het Infotainmentsysteem
goedgekeurde smartphone-applica‐
ties.Een gedetailleerde beschrijving vin‐
den 3 32 en 3 44.
Instellingen
Selecteer de knop Instellingen op het
scherm om een menu voor diverse
systeemspecifieke instellingen te
openen.
Tijd- en datuminstellingen en Voer‐
tuiginstellingen worden in de handlei‐
ding bij de auto beschreven.
Alle andere instellingen worden op onderwerp in de betreffende hoofd‐
stukken van deze handleiding be‐
schreven.
Basisbediening
Bedieningsorganen voor de
menu's
Aanraakscherm
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig op‐
pervlak voor rechtstreekse interactie
met de getoonde menubedieningsor‐
ganen.
U kunt bijvoorbeeld een knop op het
scherm activeren door met uw vinger
erop te tikken of een schuifelement op het scherm met uw vinger verschui‐
ven.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpens, potlo‐ den of iets soortgelijks voor het
aanraakscherm.
; -toets
Druk op de ;-toets om naar het be‐
ginmenu te gaan.
Page 14 of 113
14Inleiding
Via het aanraakscherm komt u bij ver‐
dere menu's en functies.
Knop q op het scherm
Druk bij het navigeren door de menu's
in het betreffende submenu op de
knop q op het scherm om naar het
naasthogere menu terug te gaan.
Menubediening (voorbeelden)
Knop op het scherm of menuoptie
selecteren
Tik op een knop op het scherm of
menuoptie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een mel‐
ding of een submenu met verdere op‐ ties.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie via het aanraakscherm beschreven als
"...selecteer de...knop op het
scherm" of "...selecteer de...menu‐
optie...".
Meldingen
Vóór het uitvoeren van een systeem‐
functie wordt u soms met een bericht
hierom gevraagd. Bevestig indien
vereist het bericht of selecteer één
van de opties.
Page 15 of 113

Inleiding15
Het selecteren en activeren van eenknop in een melding op het scherm
werkt precies zoals beschreven voor
knoppen in een menu op het scherm.
Door een lange lijst met menuopties
bladeren
Als er meer menuopties beschikbaar
zijn dan het scherm kan bevatten,
verschijnt er een schuifbalk.
Om door de lijst met menuopties te
bladeren:
■ Tik op het scherm op de knop ▲ of ▼ van de schuifbalk,
of
■ verplaats de schuif van de schuif‐ balk met uw vinger omhoog of om‐
laag
Een instelling aanpassen
De verschillende typen instellingen in
de diverse instellingenmenu's wor‐
den onderstaand getoond en be‐
schreven.Voorbeeld: Display-instellingen
Tik op de knoppen op het scherm - of
+ of verplaats de schuifknop naast
een instelling om deze aan te passen.
Bevestig uw keuze door de knop OK
op het scherm te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het instellen via
het aanraakscherm beschreven als
"...zet...op...".Voorbeeld: Radio-instellingen
Tik naast een instelling op de knop‐
pen < of > op het scherm om één van
de beschikbare opties te kiezen of om
een specifieke waarde in te stellen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de handelingen voor het over‐
schakelen naar een andere optie via
Page 16 of 113

16Inleiding
het aanraakscherm beschreven als
"...zet...op...'naam van op‐
tie'/'waarde'...".Voorbeeld: optie RDS
Tik naast een instelling op de knop
Aan op het scherm of op de knop Uit
op het scherm om deze optie te acti‐
veren of te deactiveren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het instellen
van Aan of Uit via het aanraak‐
scherm beschreven als
"...zet...op... Aan..." of
"...zet...op... Uit...".
Voorbeeld: DAB-categorielijst
Tik op een lijstoptie om de optie te se‐
lecteren of te deselecteren. Als er een lijstoptie wordt geselecteerd, ver‐
schijnt er een kruisje in het vakje
naast de optie.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de handelingen voor het kiezen van een optie via het aanraak‐
scherm beschreven als
"...kies...'naam van optie'...".
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke externe audiobron afzon‐
derlijk de geluidskarakteristieken in‐ stellen. Het menu is toegankelijk van‐
uit elk specifiek hoofdmenu audio.
Open het geluidsinstellingenmenu
met de knop MENU op het scherm op
de onderste regel van het betreffende hoofdmenu. Blader zo nodig door de
lijst met menuopties en selecteer Ge‐
luidsinstellingen . Het betreffende
menu verschijnt.