167
4Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto...................... 168
Lading en bagage ........................175
Rijden met een
aanhangwagen........................... 176
4-2. Rijprocedures
Startknop .........................................177
EV-modus........................................ 181
Hybridetransmissie .................... 183
Richtingaanwijzerhendel .........188
Parkeerrem .................................... 1894-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar............................ 190
Schakelaar mistlampen .............194
Ruitenwissers en
-sproeiers .................................... 196
Achterruitenwisser en
-sproeier .....................................200
Koplampsproeier-
schakelaar ................................... 201
4-4. Tanken
Openen van de tankdop......... 202
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Cruise control .............................205
Dynamic Radar Cruise
Control ........................................208
Lexus Parking Assist-
sensor ........................................... 219
Rear View Monitor-
systeem ........................................227
Rijmodusselectie-
schakelaar .................................. 237
Ondersteunende systemen... 238
Hill Start Assist Control ...........242
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)...................................... 244
4-6. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto .................................251
Rijden in de winter ..................... 254
1694-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Laat het rempedaal opkomen en trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control is beschikbaar. (Blz. 242)
■Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling accelereert, enz. Raadpleeg “Tips voor rijden
met een hybrideauto”. (Blz. 251)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten beslagen kun-
nen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan immers bijzon-
der glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er zich dan
immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Inrijden van uw nieuwe Lexus
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 2.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is. (Blz. 582)
Wegrijden op een helling omhoog
1
2
3
219
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lexus Parking Assist-sensor*
Hoeksensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Schakelt Lexus Parking Assist-sensor
in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en achteruit inparke-
ren in een garage wordt gemeten door sensoren en wordt doorgegeven via
de displays en een zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor
2204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder door mid-
del van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
obstakel.
■Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensoren voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensoren achter
■Scherm Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem (indien aanwezig)
Weergave Lexus Parking Assist-
sensor
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem* of de Lexus Parking Assist
Monitor
* niet wordt weergegeven.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wanneer
een obstakel gesignaleerd wordt.
Het scherm kan zo worden ingesteld
dat de afbeelding niet wordt weerge-
geven. (Blz. 223)
: Hiermee kunt u de geluiden
van de zoemer uitschake-
len.
Hulpdisplay
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem
* of de Lexus Parking Assist
Monitor* wordt weergegeven.
Bij signalering van een obstakel ver-
schijnt er in de rechter bovenhoek
van het navigatiesysteemscherm een
vereenvoudigde weergave van het
beeld.
*: indien aanwezig
Display
Auto's met monochroomdisplayAuto's met kleurendisplay
1
2
3
1
2
2234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm wijzigen.
Lexus display-audiosysteem
Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audio-
systeem en selecteer vervolgens “Setup” (instellen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist”
(Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Navigatiesysteem
Druk op de toets MENU op de Remote Touch en selecteer “Setup” (instellin-
gen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist set-
tings” (instellingen Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
De weergave van de Lexus Parking Assist-sensor kan aan en uit worden
gezet.
De weergave van beeld en geluid voor de binnenste sensoren achter kan
worden ingesteld.
Instellen van de Lexus Parking Assist-sensor (auto's met een Lexus dis-
play-audiosysteem of navigatiesysteem)
1
2
3
1
2
3
Lexus display-audioschermScherm navigatiesysteem
1
2
3
2244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■De Lexus Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Hoeksensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
(Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)
●Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• Het contact AAN staat.
• Schakelstand R is geselecteerd.
■Weergave Lexus Parking Assist-sensor
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd als het Rear View Monitor-systeem of de
Lexus Parking Assist Monitor in werking is, verschijnt er een waarschuwing in de boven-
ste hoek van het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bumper van de
auto.
●De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaciteit van de
sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situaties waarin dit voor kan
komen ziet u hieronder.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
• Wanneer de sensor bevroren is. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem
oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat obstakels niet
worden gesignaleerd.
• De sensor is op een of andere manier afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone geluidsgolven pro-
duceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid regenwater.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er zijn sleepogen geplaatst.
• Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Als er geen originele Lexus-wielophanging is gemonteerd (verlaagde wielop-
hanging, enz.).
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en andere
objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden gezien dan ze in wer-
kelijkheid zijn.
2254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signa-
leert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Zelfs
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het obstakel
binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weerge-
geven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 523
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. geluidsvolume zoemer) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
2264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt gebruikt
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Het bedieningsdisplay van de Lexus Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
zoemer terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld aan
een krachtige schok.
●Als de bumper ergens tegenaan komt.
●Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt, behalve wanneer de
toets “Mute” van de zoemer is ingeschakeld.
●Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is de
sensor waarschijnlijk defect.
■Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.