Page 76 of 624

761-2. Hybridesysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
De rechterzijkant van de achterleuning
is voorzien van een ventilatieopening
voor de koeling van het batterijpakket
(tractiebatterij). Als deze ventilatieope-
ning wordt afgedekt, kan het batte-
rijpakket oververhit raken, waardoor
het door het batterijpakket geleverde
vermogen afneemt.
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen zorgt ervoor dat het hoogspannings-
systeem en de brandstofpomp worden uitgeschakeld als de botsingssensor een
aanrijding met een kracht boven een bepaalde drempelwaarde heeft gesigna-
leerd, om de kans op een elektrische schok en brandstoflekkage tot een mini-
mum te beperken. Als het uitschakelsysteem voor noodgevallen in werking is
getreden, kunt u uw auto niet meer starten. Neem voor het herstarten van het
hybridesysteem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er een storing in het hybridesysteem optreedt, of als het systeem onjuist
wordt bediend, wordt automatisch een melding weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding
en volg de aanwijzingen op.
(Blz. 523)
■Als er een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of als de 12V-accu wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer in dit geval het systeem opnieuw te star-
ten. Neem als het controlelampje READY niet gaat branden contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Waarschuwingsmelding hybridesysteem
Page 88 of 624

881-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
●De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto weggesleept
wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
■De inbraaksensor en hellingsensor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. (Blz. 86)
■De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de toets voor het uit-
schakelen van de inbraaksensor
en hellingsensor.
Er wordt een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
De inbraaksensor en hellingsensor
zullen iedere keer dat het contact
AAN wordt gezet, worden ingescha-
keld.
■Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de hellingsensor zijn
uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld zijn, worden deze opnieuw
ingeschakeld door op de startknop te drukken of de portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer worden ingeschakeld
wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of tijdelijk verwijderen kan de
werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
Inbraaksensor en hellingsensor (indien aanwezig)
1
2
Page 91 of 624
91
2Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes .......................... 92
Meters en tellers ........................... 96
Multi-informatiedisplay
(met monochroomdisplay) .. 100
Multi-informatiedisplay
(met kleurendisplay) ............... 103
Energiemonitor/
verbruiksscherm ...................... 106
Page 92 of 624
922. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
Auto's met monochroomdisplay
Auto's met kleurendisplay
De eenheden die voor de teller worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel en
middenpaneel informeren de bestuurder over de status van de diverse syste-
men in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding
alle waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
Page 96 of 624
962. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Meters en tellers
Auto's met monochroomdisplay
Auto's met kleurendisplay
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Page 97 of 624

972. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Hybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het regeneratieniveau van het hybridesysteem weer
Verandert in de toerenteller afhankelijk van de rijmodus of de instelling op het display.
(Blz. 98, 591)
Toerenteller (indien aanwezig)
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
Verandert in de hybridesysteemindicator afhankelijk van de rijmodus of de instelling
op het display. (Blz. 99, 591)
Positie-indicatoren
Blz. 183
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Controlelampje ECO en controlelampje SPORT (indien aanwezig)
Kleur wijzigt afhankelijk van de rijmodus (Blz. 99)
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is.
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot het rijden (Blz. 100, 103)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (Blz. 523)
Buitentemperatuur
Het temperatuurbereik dat kan worden weergegeven, loopt van-40C tot 50C
Weergave kilometerteller en dagteller
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto is gereden
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar wor-
den gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Toets wijzigen weergave kilometerteller/dagteller
Blz. 98
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Page 98 of 624

982. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Voor het schakelen tussen de weer-
gave van de kilometerteller en dagtel-
lers. Als de dagteller wordt weergege-
ven, wordt deze gereset als de knop
ingedrukt wordt gehouden.
De helderheid van de dashboardverlichting kan worden ingesteld door de knop
te draaien.
Helderder
Donkerder
Wanneer de lichtschakelaar AAN
wordt gezet, wordt de helderheid iets
verlaagd, tenzij de draaiknop helemaal
omhoog is gedraaid.
Wanneer de draaiknop volledig naar
beneden is gedraaid, doven de beker-
houderverlichting en de voetenruimte-
verlichting. (Blz. 426)
■Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
■Hybridesysteemindicator
Wijzigen van de weergave
Dimmer dashboardverlichting
1
2
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor
milieuvriendelijk rijden wordt overschreden
(bij rijden op vol vermogen en dergelijke).
ECO-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt gere-
den.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt
gemaakt van het vermogen van de benzine-
motor.
De benzinemotor wordt automatisch gestopt
en opnieuw gestart onder verschillende
omstandigheden.
Oplaadgebied
Geeft aan dat er energie wordt teruggewon-
nen via regeneratief remmen.1
2
3
4
Page 100 of 624
1002. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Multi-informatiedisplay (met monochroomdisplay)*
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende gegevens
met betrekking tot de auto.
●Energiemonitor
Geeft de status van het hybridesysteem
weer. (Blz. 106)
●Rijinformatie
Weergave van actieradius, brandstof-
verbruik en andere rijgerelateerde
informatie. (Blz. 101)
●Instellen
Wijzigen van weergave-instellingen
instrumentenpaneel (Blz. 591)
●Lexus Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Automatisch weergegeven als dit systeem wordt gebruikt (Blz. 219)
●Display Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
Automatisch weergegeven als dit systeem wordt gebruikt (Blz. 208)
●Waarschuwingsmeldingen
Automatisch weergegeven als er een storing optreedt in een van de systemen van de
auto (Blz. 523)
: Indien aanwezig
De informatie op het display