KNIPPERLICHTEN BIJ
VERGRENDELEN MET
AFSTANDSBEDIENING
(VOOR BEPAALDE
UITVOERINGEN/LANDEN)
UITSCHAKELEN
Met deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met de
afstandsbediening. U kunt deze func-
tie in- en uitschakelen. Om de huidige
instelling te wijzigen, gaat u als volgt
te werk:
Voor auto's met elektronisch voer-tuiginformatiecentrum (EVIC):
raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren
functies)" in "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hier-
over.
Ga bij auto's zonder EVIC als volgt te werk:
1. Doe dit terwijl u zich buiten de
auto bevindt. 2. Houd de ontgrendelknop op een
geprogrammeerde afstandsbediening
langer dan vier maar korter dan tien
seconden ingedrukt. Terwijl u de ont-
grendelknop nog steeds ingedrukt
houdt, drukt u op de vergrendelknop.
3. Laat beide knoppen tegelijkertijd
los.
4. Test de functie buiten de auto door
op de vergrendel- en ontgrendelknop-
pen op de afstandsbediening te druk-
ken, terwijl de contactschakelaar in
de stand OFF staat en de sleutelhou-
der is verwijderd.
5. Herhaal deze stappen als u de vo-
rige instelling voor deze functie wilt
herstellen.
OPMERKING: Als u de vergren-
delknop op de afstandsbediening
indrukt terwijl u in de auto zit,
wordt het alarmsysteem geacti-
veerd. Als u bij een geactiveerd
alarmsysteem een portier opent,
gaat het alarm af. Druk op de ont-
grendelknop om het alarmsysteem
uit te schakelen.
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGEN
PROGRAMMEREN
Zie Sentry Key®, "Sleutels laten pro-
grammeren".
Als u geen geprogrammeerde af-
standsbediening heeft, neem dan con-
tact op met uw erkende dealer voor
meer informatie.
BATTERIJ van
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereist
mogelijk een speciale behande-
ling. Batterijen kunnen gevaar-
lijke stoffen bevatten. Lever ze
in bij een inzamelpunt voor che-
misch afval.
Raak de batterijklemmen op de achterzijde of de printplaat niet
aan.
22
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achterin of in de buurt van de auto of op
een voor kinderen bereikbare
plaats, en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen. Als u op de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling drukt wanneer
de sleutelhouder zich in de contact-
schakelaar bevindt en een voorportier
is geopend, zal de centrale portierver-
grendeling niet werken. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk
uw sleutels insluit in de auto. Na het
verwijderen van de sleutelhouder of
het sluiten van het portier werken de
sloten weer zoals gebruikelijk. Er
klinkt een geluidssignaal als de sleu-
telhouder in de contactschakelaar zit
en er een portier open staat om u
eraan te herinneren de sleutelhouder
te verwijderen.
Als u de knop voor centrale portier-
vergrendeling indrukt terwijl de
schuifdeur is geopend, zal de schuif-
deur worden vergrendeld.
Automatische
portiervergrendelingen
Wanneer deze ingeschakeld is, wor-
den de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is
dan 24 km/u. De automatische por-
tiervergrendeling kan door de er-
kende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek
van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.
Schakelaars centrale
portiervergrendeling bestuurderSchakelaars centrale
portiervergrendeling voorpassagier
1 - Raam open/dicht
2 - Centrale portiervergrendeling
25
Portieren automatisch
ontgrendelen bij uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen ontgrendelt
alle portieren als één portier wordt
geopend. Dit gebeurt alleen als de
schakelhendel in de stand PARK is
gezet nadat er met de auto is gereden
(de versnellingshendel uit de stand
PARK was geschakeld en alle portie-
ren waren vergrendeld).
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen werkt niet
als de centrale portiervergrendeling
handmatig worden bediend (vergren-
delen of ontgrendelen).
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.OPMERKING: Neem bij gebruik
van de functies Portieren automa-
tisch vergrendelen bij 24 km/u en
Portieren automatisch ontgrende-
len bij uitstappen de lokale voor-
schriften in acht.
KEYLESS ENTER-N-GO™
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem van de auto en een functie
van Keyless Enter-N-Go™. Met deze
functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder
dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de afstandsbediening
hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan door middel
van programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door
de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer
informatie hierover. Als een van de Passive Entry-
portiergrepen langere tijd niet is
gebruikt, kan de Passive Entry-
functie voor deze portiergreep
zijn uitgeschakeld. Als u aan de
desbetreffende portiergreep
trekt, wordt de Passive Entry-
functie voor de portiergreep op-
nieuw geactiveerd.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Als u de portieren ontgrendelt door middel van de portiergre-
pen met Passive Entry, maar
NIET aan de portiergrepen
trekt, zullen de portieren na 60
seconden automatisch worden
vergrendeld.
26
UNITS (eenheden)..................... .214
SCHERM KEYLESS ENTER-N-GO™ (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ........214
KOMPAS-/TEMPERATUURWEERGAVE (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ........214
DOOR DE KLANT TE PROGRAMMEREN FUNCTIES (SYSTEEMINSTELLINGEN) .....217
AUDIOSYSTEMEN ...................... .222
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ..................... .222
BEDIENING iPod®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ..................... .222
DE iPod® oF HET EXTERNE USB-APPARAAT AANSLUITEN ......................... .223
GEBRUIK VAN DEZE FUNCTIE ............223
DE iPod® OF HET EXTERNE USB-APPARAAT BEDIENEN MET DE RADIOKNOPPEN .......224
AFSPEELMODUS ...................... .224
DE LIST- OF BROWSE-MODUS ............225
BLUETOOTH STREAMING AUDIO (BTSA) . . . .226
Uconnect® MULTIMEDIA VIDEO ENTERTAINMENT SYSTEM (VES™) (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) ................................ .226
AAN DE SLAG ........................ .226
Blu-ray® SPELER ..................... .227
VIDEOSPELLETJES SPELEN .............228
190
hoofdmenu weergegeven. Het hoofd-
scherm toont ook ongeveer 60 moge-
lijke waarschuwings- of informatie-
berichten. Deze berichten zijn
onderverdeeld in verschillende cate-
gorieën:
Opgeslagen berichten met vijf-
seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden
deze berichten gedurende vijf secon-
den in het hoofdscherm weergegeven,
waarna opnieuw het vorige scherm
wordt getoond. De meeste berichten
van dit type worden vervolgens opge-
slagen (zolang de oorzaak waardoor
ze zijn geactiveerd blijft bestaan) en
kunnen opnieuw worden bekeken via
de optie "Messages" (berichten) in het
hoofdmenu. Zolang een opgeslagen
bericht aanwezig is, wordt de letter
"i" getoond in de kompas-/
buitentemperatuurregel van het
EVIC. Voorbeelden van dit type be-
richt zijn "Right Front Turn Signal
Lamp Out" (rechter richtingaanwij-
zer vóór defect) en "Low Tire Pres-
sure" (bandenspanning laag). Niet-opgeslagen berichten
Deze berichten worden weergegeven
totdat de oorzaak waardoor het be-
richt is geactiveerd, is verholpen.
Voorbeelden van dit type bericht zijn
"Turn Signal On" (richtingaanwijzer
aan, als een richtingaanwijzer niet is
uitgeschakeld) en "Lights On" (lam-
pen aan, als de bestuurder uitstapt).
Niet-opgeslagen berichten tot RUN
Deze berichten worden weergegeven
totdat de contactschakelaar in de
stand RUN wordt gezet. Een voor-
beeld van dit type bericht is "Press
Brake Pedal" (rempedaal intrappen)
en "Push Button to Start" (druk op
startknop).
Niet-opgeslagen berichten met
vijf-seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden
deze berichten gedurende vijf secon-
den in het hoofdscherm weergegeven,
waarna opnieuw het vorige scherm
wordt getoond. Voorbeelden dan dit
type bericht zijn "Memory System
Unavailable - Not in Park" (geheu-
gensysteem niet beschikbaar - niet instand PARK) en "Automatic High
Beams On" (automatisch grootlicht
aan).
Het gedeelte met instelbare indicato-
ren bestaat uit witte indicatoren aan
de rechterzijde, oranje indicatoren in
het midden en rode indicatoren aan
de linkerzijde.
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer:
Key in ignition (sleutel in contact-
slot)
Ignition or Accessory On (contact- schakelaar in ON of ACC)
Wrong Key (verkeerde sleutel)
Damaged Key (sleutel beschadigd)
Key not programmed (sleutel niet geprogrammeerd)
Vehicle Not in Park (auto niet in parkeerstand)
Key Left Vehicle (sleutel niet in auto)
Key Not Detected (sleutel niet aangetroffen)
206
Press Brake Pedal and Push Buttonto Start (Rempedaal intrappen en
knop indrukken om te starten)
Liftgate Ajar (achterklep open) (er klinkt een geluidssignaal als de
auto gaat rijden)
Low Tire Pressure (lage bandenspanning)
Service TPM System (Onderhoud bandenspanningscontrolesysteem)
(raadpleeg "Bandenspanningscon-
trolesysteem" (TPMS) in "Starten
en rijden")
Bandenspanningsdisplay bij lage spanning van band(en) bij premi-
umsysteem "Inflate Tire to XX"
(Pomp de band op tot XX)
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
RKE Battery Low (batterij af- standsbediening leeg)
Service Keyless System (afstands- bediening controleren)
LOW WASHER FLUID (ruiten- sproeiervloeistof bijvullen) Oil Change Required (olieverver-
sing vereist)
Check gascap (brandstofvuldop controleren)
Left Front Turn Signal Lamp Out
(richtingaanwijzer linksvoor defect)
Left Rear Turn Signal Lamp Out (richtingaanwijzer linksachter
defect)
Right Front Turn Signal Lamp Out
(richtingaanwijzer rechtsvoor defect)
Right Rear Turn Signal Lamp Out (richtingaanwijzer rechtsachter
defect)
Park Assist Disabled (parkeerhulp uitgeschakeld)
Service Park Assist System (laat parkeersensoren repareren)
Personal Settings Not Available — Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar —
auto staat niet in de stand P)
Blind Spot System Off (Dodehoek- systeem uit) — Dit bericht wordt
getoond als de contactschakelaar in de stand ON wordt gezet en duidt
aan dat het dodehoeksysteem is
uitgeschakeld.
Blind Spot System Off (Dodehoek- systeem niet beschikbaar) — Dit
bericht wordt getoond als het sys-
teem voor dodehoekbewaking
(BSM) tijdelijk niet beschikbaar is
wegens een geblokkeerde sensor,
elektromagnetische storing of an-
dere 'tijdelijke' omstandigheid. Als
dit bericht wordt getoond, gaan de
pictogrammen in de beide buiten-
spiegels branden. Als er sprake is
van een elektromagnetische sto-
ring, gaat alleen het pictogram aan
de kant van de storing branden tot-
dat de storing voorbij is.
Service Blind Spot System (Onder-
houd dodehoeksysteem) — Dit be-
richt wordt getoond als het systeem
voor dodehoekbewaking (BSM) per-
manent niet beschikbaar is. De be-
stuurder ontvangt in dat geval een
bericht van het EVIC en de BSM-
waarschuwing gaat permanent
branden in beide buitenspiegels.
Neem contact op met een erkende
dealer als u dit bericht ontvangt.
207
Oliedruk
Toont de huidige oliedruk.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de
motor in bedrijf is geweest.
BERICHTEN
Druk kort op de toets OMHOOG of
OMLAAG totdat de melding "Messa-
ges: XX" (Berichten: XX) wordt ge-
markeerd in het EVIC. Als er meer
dan één bericht is, kunt u door op de
selectieknop te drukken een opgesla-
gen waarschuwingsbericht weerge-
ven. Druk op de OMHOOG- en
OMLAAG-knop als er meer dan één
bericht is om de overige opgeslagen
berichten weer te geven. Als er geen
berichten zijn, gebeurt er niets als u
op de selectieknop drukt.
UNITS (eenheden)
Druk op de toets OMHOOG of OM-
LAAG totdat de melding "Units"
(maateenheden) in het EVIC ver-
schijnt en druk dan de selectieknop.
De te gebruiken maateenheden voor
het EVIC, de kilometerteller en hetnavigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) kunnen worden
gewijzigd van metrisch naar US
(Amerikaans) en omgekeerd. Om een
selectie te maken bladert u op of neer
totdat de gewenste instelling gemar-
keerd is, vervolgens drukt u kort de
selectieknop totdat naast de instelling
een vinkje verschijnt welke aangeeft
dat de instelling geselecteerd is.
SCHERM KEYLESS
ENTER-N-GO™ (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Wanneer op de knop ENGINE
START/STOP (Motor Aan/Uit) wordt
gedrukt om de stand van de contact-
schakelaar te wijzigen, wordt rechts-
onder in het EVIC, rechts van de ki-
lometerstand, de huidige status van
het contact getoond.
Raadpleeg voor meer informatie:
"Keyless Enter-N-Go™" onder "Star-
ten en rijden".
KOMPAS-/
TEMPERATUURWEER-
GAVE (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De kompasuitlezingen geven aan in
welke richting de auto wijst. Het
EVIC geeft een van de acht mogelijke
kompasstanden en de buitentempera-
tuur weer.
OPMERKING:Bij het starten geeft
het systeem de laatst bekende bui-
tentemperatuur weer. Het systeem
heeft mogelijk meerdere minuten
rijtijd nodig voordat de werkelijke
buitentemperatuur weergegeven
wordt. De temperatuur van de mo-
tor kan van invloed zijn op de
weergave van de buitentempera-
tuur, daarom wordt de weergege-
ven temperatuur niet geüpdate
wanneer het voertuig stil staat.
214
drukt u herhaald kort op de selectie-
knop, totdat een vinkje naast de func-
tie verschijnt, waarmee aangegeven
wordt dat het systeem geactiveerd is,
of totdat het vinkje verdwijnt waar-
mee wordt aangegeven dat het sys-
teem is uitgeschakeld. Raadpleeg
"SmartBeam™" in "De functies van
uw voertuig" voor meer informatie.
Headlamp Off Delay
(Uitschakelvertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.Headlamps with Wipers
(Koplampen aan bij inschakelen
ruitenwissers) (uitsluitend
beschikbaar in combinatie met
automatische koplampen) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Als ON is geselecteerd en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat,
gaan de koplampen ca. 10 seconden
nadat de ruitenwissers zijn ingescha-
keld branden. Wanneer de koplam-
pen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Maak uw
keuze door kort op de selectieknop te
drukken totdat naast de instelling een
vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd.
OPMERKING: Als overdag de
koplampen worden aangezet,
wordt de verlichting van het in-
strumentenpaneel gedimd. (Raad-
pleeg "Verlichting" in "De functies
van uw voertuig" voor informatie
over het verhogen van de intensi-
teit.)Intermittent Wiper Options
(Opties voor intervalstand
ruitenwissers) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
kunt u kiezen voor wisserwerking met
standaard intervalstand of regensen-
sor die vocht op de voorruit detecteert
en automatisch de ruitenwissers in-
schakelt. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.
Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de schakelaars van de elektrisch
bediende ramen, de radio, Uconnect®
Phone (voor bepaalde uitvoeringen/
landen), het dvd-videosysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/landen), het
elektrisch bediende zonnedak (voor
bepaalde uitvoeringen/landen) en de
aansluitcontacten nog maximaal 10
219