Page 219 of 291
NOODGEVALLEN
217
4
MISTLAMPEN fig. 20
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
de lampen van de mistlampen te laten vervangen.
ACHTERLICHTUNITS
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
de ledlampjes in de achterlichtunits te laten vervangen.
ACHTERUITRIJLICHT fig. 21
Ga naar een Lancia Servicepunt om de lamp te laten ver-
vangen. MISTACHTERLICHT fig. 22
Ga naar een Lancia Servicepunt om de lamp te laten ver-
vangen.
fig. 20
L0E0159m
fig. 22
L0E0161m
fig. 21
L0E0160m
195-232 Delta NL 1ed 26/09/13 11.09 Pagina 217
Page 220 of 291
218
NOODGEVALLEN
DERDE REMLICHT fig. 23
Neem contact op met een Lancia Servicepunt om de led-
lampjes van het derde remlicht te laten vervangen.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❍verwijder de lampenglazen A-fig. 24 door op de pun-
ten te drukken die aangegeven zijn met de pijltjes;
❍verwijder lamp B en vervang hem.
fig. 23
L0E0162m
fig. 25
L0E0282m
fig. 24
L0E0163m
195-232 Delta NL 1ed 26/09/13 11.09 Pagina 218
Page 225 of 291

NOODGEVALLEN
223
4
ZEKERINGEN VERVANGENALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd door zekeringen:
bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van de installa-
tie brandt de zekering door. Als een elektrisch onderdeel
niet werkt, moet gecontroleerd worden of de zekering niet
is doorgebrand: de geleidende band A fig. 37 mag niet on-
derbroken zijn. Als dit wel het geval is, dan moet de ze-
kering worden vervangen door een nieuw exemplaar met
dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
Bintacte zekering
C zekering met doorgebrande geleidende band.
Gebruik, om een zekering te vervangen, het tangetje
D-fig. 37 dat bevestigd
is aan de zekeringenkast onder
het dashboard.
Zie de tabellen op de volgende pagina's om de zekering te
identificeren.
fig. 37
L0E0085m
Neem contact op met het Lancia Servicenet-
werk als de zekering weer doorbrandt. Vervang een doorgebrande zekering nooit
door een metalen draad of ander materiaal. Vervang een doorgebrande zekering nooit
door een exemplaar met een hogere stroom-
sterkte (ampère); BRANDGEVAAR. Als een hoofdzekering (MEGA- ZEKERING,
MIDI-ZEKERING, MAXI-ZEKERING) door-
brandt, contact opnemen met het Lancia
Servicenetwerk. Voordat een zekering vervangen wordt, con-
troleren of de contactsleutel uit het contact-
slot is genomen en of alle elektrische appa-
raten zijn uitgeschakeld. Als een hoofdzekering van de veiligheidssys-
temen (airbagsysteem, remsysteem), vermo-
genssystemen (motor, versnellingsbak) actie-
ve wielophanging (voor bepaalde versies/markten)
of stuurinrichting doorbrandt, contact opnemen met
het Lancia Servicenetwerk.
195-232 Delta NL 1ed 26/09/13 11.09 Pagina 223
Page 232 of 291

230
NOODGEVALLEN
ACCU OPLADENBELANGRIJK de beschrijving voor het opladen van de ac-
cu geldt slechts ter informatie. Geadviseerd wordt contact
op te nemen met het Lancia Servicenetwerk om deze werk-
zaamheden te laten uitvoeren.
Het verdient aanbeveling de accu langzaam en met
een laag amperage gedurende ongeveer 24 uur op te la-
den. de accu langer opladen, kan de accu beschadigen.
Ga als volgt te werk om de accu op te laden:
❍maak de minklem los van de accu;
❍sluit de kabels van de acculader aan op de accupolen;
let daarbij op de polariteit;
❍schakel de acculader in;
❍schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens
de accu los te koppelen;
❍sluit de minklem van de accu weer aan.
Accuvloeistof is giftig en corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. het opladen van
de accu moet worden uitgevoerd in een goed
geventileerde ruimte, ver van open vuur en mogelij-
ke bronnen van vonken om brand- en ontploffings-
gevaar te vermijden. Probeer nooit een bevroren accu op te laden:
ontdooi eerst de accu om ontploffing ervan te
voorkomen. Als de accu bevroren is geweest,
moet door vakbekwaam personeel worden gecontro-
leerd of de cellen niet beschadigd zijn en of de be-
huizing geen scheuren vertoont, waardoor de gifti-
ge en corrosieve vloeistof kan weglekken.
195-232 Delta NL 1ed 26/09/13 11.09 Pagina 230
Page 233 of 291
NOODGEVALLEN
231
4
DE AUTO OPKRIKKENAls de auto opgeheven moet worden, ga dan naar een Lan-
cia Servicepunt dat is uitgerust met een garagekrik of
een hefbrug.
BELANGRIJK Bij versies met zijskirts moet men goed op-
letten bij het plaatsen van de hefarmen.
SLEPEN VAN DE AUTOHet sleepoog dat bij de auto wordt geleverd bevindt zich
in de gereedschapshouder, onder de mat in de bagage-
ruimte.
SLEEPOOG BEVESTIGEN fig. 44-45
Ga als volgt te werk:
❍open dop A;
❍neem het sleepoog B uit zijn zitting in de gereed-
schapshouder;
❍draai het sleepoog stevig op de achterste of voorste
schroefdraadpen vast.
fig. 44
L0E0297m
fig. 45
L0E0091m
195-232 Delta NL 1ed 26/09/13 11.09 Pagina 231
Page 236 of 291

234
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een lange le-
vensduur van de auto onder optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Lancia een reeks controles en onder-
houdsbeurten opgesteld die elke 35.000 kilometer uitge-
voerd moeten worden.
Het geprogrammeerde onderhoud is echter niet volledig
toereikend om de auto in optimale toestand te houden: zo-
wel in de beginperiode vóór de servicebeurt bij 35.000 ki-
lometer als daarna, tussen twee servicebeurten in, is re-
gelmatig wat extra aandacht vereist, zoals bijvoorbeeld
de vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen en
de bandenspanning controleren.
BELANGRIJK Geprogrammeerd Onderhoud wordt ver-
eist door de Fabrikant. het ni
et uitvoeren ervan kan
het vervallen van de garantie tot gevolg hebben. De onderhoudsbeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud worden volgens een vast tijdschema door
het Lancia Servicenetwerk uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uit-
voeren van de diverse inspecties en controles van het ge-
programmeerd onderhoud, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd na uitdrukkelijke toestemming van de klant.
BELANGRIJK het verdient aanbeveling eventuele kleine
defecten onmiddellijk door het Lancia Servicepunt te la-
ten verhelpen en daarmee niet te wachten tot de volgen-
de servicebeurt.
Als het voertuig dikwijls gebruikt wordt voor het trekken
van aanhangwagens, dan moet een korter interval tus-
sen de onderhoudsbeurten worden aangehouden.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.10 Pagina 234
Page 242 of 291

MOTOROLIE A-Fig. 1
Controleer enkele minuten (ongeveer 5) na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een horizontale
ondergrond. Controleer of het oliepeil tussen het MIN-
en het MAX-merkteken op de oliepeilstok staat. het ver-
schil tussen het MIN en MAX-teken komt overeen met on-
geveer 1 liter olie.
Als het oliepeil vlakbij of onder het MIN-teken staat, olie
toevoegen via de vulopening totdat het MAX-teken wordt
bereikt.
Het olieniveau mag nooit boven het MAX-teken komen.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik op 400
gram per 1000 km. Tijdens de beginperiode van de auto
wordt de motor ingereden, daarom is het motoroliever-
bruik pas stabiel na de eerste 5.000÷6.
000 km.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van
de rijstijl en de omstandigheden waaronder de auto wordt
gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het verversen van
motorolie de motor enkele seconden draaien alvorens hem
uit te zetten en wacht enkele minuten alvorens het oliepeil
te controleren.
Wanneer de motor warm is, voorzichtig zijn
bij werkzaamheden in de motorruimte om
brandwonden te voorkomen. Vergeet niet dat
bij een warme motor de ventilator onverwacht kan
inschakelen: kans op verwonding. Pas op voor
sjaals, dassen of loszittende kledingstukken: deze
kunnen door de bewegende onderdelen worden vast-
gegrepen. Vul geen olie bij met andere kenmerken dan
de olie waarmee de motor is gevuld. De gebruikte motorolie en het vervangen
oliefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn
voor het milieu. Geadviseerd wordt de olie
te laten verversen en de filters te laten vervangen
door het Lancia Servicenetwerk, dat is uitgerust om
deze op milieuvriendelijke wijze en overeenkomstig
de wettelijke voorschriften te verwerken.
240
ONDERHOUD EN ZORG
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 240
Page 243 of 291

MOTORKOELVLOEISTOF B-Fig. 1
Controleer het koelvloeistofniveau bij koude motor. het ni-
veau moet tussen het MIN- en MAX teken op het reser-
voir staan. Vul een te laag niveau bij met een mengsel van
50% gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU
UP
van
PETRONAS LUBRICANTS door het langzaam via de vul-
opening te gieten tot het niveau het MAX-teken bereikt.
Het mengsel van 50% PARAFLU
UP
en 50% gedeminera-
liseerd water beschermt tegen bevriezing tot temperaturen
tot –35℃. In buitengewoon gure klimaatomstandigheden
wordt het gebruik van een mengsel van 60% PARAFLU
UP
en 40% gedemineraliseerd water aanbevolen.
PARAFLU
UP
anti-vries wordt gebruikt in
het motorkoelsysteem. Vul koelvloeistof bij met
dezelfde kenmerken als de koelvloeistof waar-
mee het koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start de motor
dan niet en neem onmiddellijk contact op met
het Lancia Servicenetwerk.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang,
indien nodig, de dop alleen door een origineel
exemplaar om de werking van het systeem
niet negatief te beïnvloeden. Draai bij warme mo-
tor de dop van het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
ONDERHOUD EN ZORG
241
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 241