Page 131 of 291
KENNISMAKING MET DE AUTO129
1Als het voertuig is uitgerust met het TPMS,
wordt geadviseerd, wanneer een band ver-
vangen wordt, de rubber pakking van het ven-
tiel te vervangen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
Als het voertuig is uitgerust met TPMS ver-
eisen montage-/demontagewerkzaamheden
aan banden en/of velgen specifieke voor-
zorgsmaatregelen. Om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, dienen mon-
tage-/demontagewerkzaamheden uitsluitend uitge-
voerd te worden door specialisten. Neem contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
Buitengewoon sterke radiofrequentie-inter-
ferentie kan ertoe leiden dat het TPMS niet
goed werkt. Dit wordt aangegeven aan de be-
stuurder door het aangaan van het lampje
nof van
het symbool op het display samen met het verschij-
nen van een speciaal bericht. het bericht verdwijnt
automatisch zodra de storing is verdwenen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 129
Page 159 of 291

VEILIGHEID
157
2
BELANGRIJK Als de achterbankleuning weer in de rij-
stand is gezet, de veiligheidsgordels zodanig plaatsen dat
ze klaar zijn voor gebruik.
BELANGRIJK Als bij verplaatsing van de achterbank
de middelste gordel tijdelijk vergrendelt, herstel dan
de normale omstandigheden door de achterbank naar
de achterzijde van de auto te verplaatsen.
fig. 2
L0E0062m
SBR-SYSTEEMHet voertuig is voorzien van het SBR-systeem (Seat Belt Re-
minder) dat de bestuurder en de passagier voorin als volgt
waarschuwt als hun veiligheidsgordel niet is omgelegd:
❍waarschuwingslampje
<
gaat branden en er klinkt
een ononderbroken geluidssignaal gedurende de eer-
ste 6 seconden;
❍waarschuwingslampje
klinkt met tussenpozen gedurende de volgende 96
seconden.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
het SBR-systeem permanent te laten uitschakelen.
Het SBR-systeem kan te allen tijde via het Setup menu
van het display opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofd-
stuk “1").
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 157
Page 179 of 291

VEILIGHEID
177
2
KNIEAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 14
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat
in een speciale ruimte onder de onderste afschermkap van
de stuurkolom is geplaatst, op kniehoogte: deze airbag
bied extra bescherming bij een frontale botsing.
Handmatige uitschakeling van frontairbag
en zijairbag aan passagierszijde
Mocht het toch absoluut noodzakelijkzijn om een kind op
de passagiersstoel te vervoeren, dan moeten de frontairbag
en zijairbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden.
Het lampje op het instrumentenpaneel
“
blijft continu
branden tot de frontairbag en de zijairbag aan passagier-
szijde weer worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Om de frontairbag aan passagierszijde en
de zijairbags (voor bepaalde versies/markten) uit te schake-
len, de paragrafen “Multifunctioneel display” en “Hercon-
figureerbaar multifunctioneel display” in het hoofdstuk
“1” raadplegen.
fig. 14
L0E0069m
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel van auto's met een ac-
tieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs
de dood van het kind tot gevolg hebben. Daa-
rom moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in ge-
monteerd wordt op de voorste passagiersstoel.
Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorko-
men dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt
met het dashboard. Schakel de passagiersairbag on-
middellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.04 Pagina 177
Page 246 of 291

ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een andere originele
accu met dezelfde specificaties.
Als de accu vervangen wordt door een accu met andere
specificaties, dan zijn de onderhoudsintervallen die in het
“Onderhoudsschema” van dit hoofdstuk zijn vermeld, niet
meer geldig.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.
Geavanceerd ESP-systeem
Als de accu wordt losgekoppeld, gaat het lampje ábran-
den (en verschijnt er een bericht op het display) om aan
te geven dat het systeem weer uitgelijnd moet worden. Om
het lampje uit te schakelen, de volgende initialisatiepro-
cedure uitvoeren: ❍draai de contactsleutel naar MAR;
❍draai het stuurwiel zowel helemaal naar rechts als naar
links (om de stand met de wielen recht vooruit te ver-
anderen);
❍draai de contactsleutel naar de stand STOP en daar-
na naar MAR.
Als het lampje ána enkele seconden niet uitgaat, ga dan
naar een Lancia Servicepunt. 244
ONDERHOUD EN ZORG
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd
contact met huid en ogen. Houd open vuur en
mogelijke bronnen van vonken uit de buurt
van de accu: ontploffings- en brandgevaar. Gebruik van de accu als het vloeistofniveau
te laag is kan de accu onherstelbaar bescha-
digen en leiden tot ontploffingsgevaar.
ACCUHet voertuig is voorzien van een onderhoudsarme accu
F-fig 1: onder normale gebruiksomstandigheden hoeft
het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd
water.
De accu moet echter wel regelmatig door het Lancia Ser-
vicenetwerk of door gespecialiseerd personeel gecontro-
leerd worden.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 244
Page 286 of 291

284
ALFABETISCH REGISTEREinde levensduur voertuig ....277
Elektrische ruitbediening ......91
EOBD (systeem) ...................124Fix&Go Automatic
(voorziening) ......................198
Flanklichten .........................68
Follow Me Home (systeem) ...70Gear Shift Indicator (GSI) ...28
Geavanceerd ESP–systeem ....117
Gebruik van
de versnellingsbak .............188
Gewichten ............................271
Gordelspanners .....................158
Grootlicht (bediening) ..........69
– lamp vervangen ...............215
Grootlichtsignaal ..................69
Handbediende
klimaatregeling ...................59
Handrem ..............................187
Hill Holder (systeem) ...........118
Hoofdairbag .........................178
Hoofdsteunen .......................55Identificatiegegevens ............258
Imperiaal/skidrager ..............104
Inhouden ..............................272
Instapverlichting ...................75
Instrumentenpaneel
en boordinstrumenten ........9
Instrumentenpaneel ..............8
Interieur ...............................256
Interieuruitrusting ................81
“Isofix” (inbouwvoorbereiding
kinderzitje) .........................169
Dashboardkastje ..................84
De auto opkrikken ................231
De sleutels ............................44
Derde remlicht
(lamp vervangen) ...............218
Dimlicht (bediening) .............69
– lamp vervangen ...............214
Display ................................26
Driving Advisor (systeem) .....110
DST (Dynamic
Steering Torque) .................107
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) .....77–125Een lamp vervangen .............210
Een wiel vervangen ...............203
Een wiel verwisselen .............203
281-288 Delta NL 1ed 26/09/13 15.10 Pagina 284