122
F0V0109mfig. 116F0V0196mfig. 117
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten met
het gezicht naar voren worden vervoerd fig. 117.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd
die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek
niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de
veiligheidsgordel, zoals in fig. 116 is aangegeven, en het kind
moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel van
het wiegje zelf.
De afbeeldingen dienen alleen ter illustra-
tie van de bevestiging. Houdt u voor de
montage van het kinderzitje aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.
ATTENTIE!
Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-beugels
die stevig aan de stoel kunnen worden be-
vestigd, zonder gebruik te maken van de veilig-
heidsgordels van de auto. Houdt u voor de mon-
tage strikt aan de bijgeleverde instructies.
ATTENTIE!
125
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijken-
de houding aanneemt of de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden;
❒Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
Monteer absoluut geen kinderzitje op de
voorstoel aan de passagierszijde als deze
is uitgerust met een airbag, omdat kinderen nooit
op de voorstoel vervoerd mogen worden.
ATTENTIE!
F0V0113mfig. 120
MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR ISOFIX-KINDERZITJE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij uitvoeringen met typegoedkeuring M1is de auto voor-
bereid op de montage van Isofix Universeel-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het
vervoeren van kinderen.
126
F0V0128mfig. 121F0V0330mfig. 122
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een tradi-
tioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje. In fig. 120 is
een voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Het Isofix Uni-
verseel-kinderzitje is er voor de gewichtsgroep: 1.
Voor de andere groepen is er een specifiek Isofix-kinder-
zitje dat alleen kan worden gebruikt als het speciaal voor
deze auto is ontworpen, getest en goedgekeurd (zie de lijst
met auto’s die bij het kinderzitje geleverd wordt).
Vanwege het verschillende bevestigingssysteem moet het
kinderzitje aan de daarvoor bestemde onderste metalen
beugels A-fig. 121 worden bevestigd.
Deze bevinden zich tussen de rugleuning en zitting van de
achterbank. Verwijder daarna de hoedenplank (indien aan-
wezig) en bevestig de bovenste riem (bij het kinderzitje ge-
leverd) aan het oog B-fig. 122 (een per zijde) op de achter-
zijde van de rugleuning van de achterbank.
OpmerkingOm krassen op de rugleuning van de tot ta-
fel inklapbare stoel te voorkomen als de zitplaats achter
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) is neergeklapt,
wordt de Isofix-beugel B - Fig. 122 (een per zijde) afgedekt
met een stoffen hoes; deze hoes moet worden verwijderd
voor de correcte montage van een kinderzitje.Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes ge-
bruikt kunnen worden die goedgekeurd zijn volgens de
ECE R44/03-richtlijn „Isofix Universeel”.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn een Isofix Uni-
verseel „Duo Plus”- en een „G 0/1”-kinderzitje beschik-
baar.
Zie voor meer informatie over de montage en/of het ge-
bruik van het kinderzitje, het „Instructieboekje” dat bij het
kinderzitje wordt geleverd.
Monteer het kinderzitje alleen als de au-
to stilstaat. Het kinderzitje is op de juiste
wijze aan de beugels bevestigd als u het hoort ver-
grendelen. Houdt u in ieder geval aan de instruc-
ties voor de montage, de demontage en de plaat-
sing. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht
deze instructies bij te leveren.
ATTENTIE!
127
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX-KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de monta-
ge van de Isofix-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
E
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF GewichtsgroepOpstelling Maat- Plaats Isofix
kinderzitje klasse Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
GroepIvanaf9kg
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemon-
teerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de hoofdsteun in de hoogste stand te zetten.Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
270
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Fiat CODE ..................................... 5
Fix&Go automatic
(snelle bandenreparatieset) ...... 163
Follow me home (systeem) ........ 60
Frontairbags ................................... 128
– bestuurder ................................ 129
– passagier ................................... 129
– uitschakelen ............................. 130
Gebruik van
de versnellingsbak ...................... 136
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema ... 192-194-196
Gewichten van de auto ............... 233
Gloeilampen vervangen
– algemene aanwijzingen ........... 169
– buitenzijde ................................ 172
– interieur .................................... 178
– lamptypen ................................. 170Gordelspanners van
veiligheidsgordels ....................... 117
– trekkrachtbegrenzers ............ 118
Grootlicht
– gloeilampen vervangen .......... 174
– grootlichtsignaal ...................... 59
– inschakelen ............................... 59
Grootlichtsignaal ........................... 60Handrem ....................................... 135
Hendels aan het stuur .............. 59-61
Hill Holder (systeem)................... 99
Hoofdsteunen
– achter ........................................ 38
– voor ........................................... 38
Identificatiegegevens
van de auto ........................219-220
Imperiaal/skidrager
(montagevoorbereiding) ........... 94Inbouwvoorbereiding
autoradio ............................109-110
Inspuiting (technische gegevens) 224
Instrumentenpaneel ..................... 11
Intelligente wis-/wasregeling ....... 61
Interieur (reinigen) ....................... 216
Interieuruitrusting ......................... 71
Interieurverlichting
– achter ........................66-67-68-69
– voor .................................65-66-69
Isofix (kinderzitje)
– geschiktheid voor gebruik .... 127
– montagevoorbereiding
kinderzitjes ............................... 125
Katalysator .................................... 113
Kentekenplaatverlichting
– gloeilampen vervangen .......... 177
Kilometerteller ..........................14-19
271
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Kinderen veilig vervoeren .......... 125
– montagevoorbereiding voor
Isofix-kinderzitje ..................... 125
Kinderveiligheidsslot .................... 80
Kinderzitjes .................................... 120
– geschiktheid voor
gebruik ............................124-127
– montagevoorbereiding
kinderzitjes ............................... 125
Klimaatregeling ..........................47-51
– luchtroosters ........................... 43
Klimaatregeling, automatisch ..... 51
Klokje instellen .............................. 22
Koelvloeistof motor
– niveau controleren
en bijvullen ............................... 203
– specificaties .............................. 248
– temperatuurmeter
en lampje .................................. 13Koelvloeistoftemperatuurmeter 13
– type koelvloeistof ................... 248
Koplampen ..................................... 95
– aanpassen aan het buitenland 96
– gloeilampen (type) ........ 170-171
– gloeilampen vervangen .......... 169
– koplampen afstellen ................ 95
– koplampverstelling .................. 95
Koplampsproeiers ........................ 62
– niveau controleren
en bijvullen ............................... 203
– ruitensproeiervloeistof
(specificaties) ........................... 248
Koplampunits
– plaats van de lampen ..............172
Koplampverstelling ....................... 95
Koppeling
– technische specificaties .......... 224Krik
– gebruik ...................................... 159
– voorzorgsmaatregelen ........... 158
Lak (onderhoud) .......................... 214
– plaatje met informatie over
de lakkleur ................................ 220
Lampen
– algemene aanwijzingen voor
het vervangen .......................... 169
– lamptypen .......................170-171
Lampjes en meldingen ................. 143
Leestafeltje...................................... 76
Lekke band
– algemene aanwijzingen ........... 156
– snelle bandenreparatieset
Fix&Go automatic ................. 163
– wiel verwisselen ...................... 156