103Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen van het
type E10 en E24 (deze bevatten resp.
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloosrijden op biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn
EN 590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pompgetankt kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften striktworden nageleefd. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Voor de DS3 RACING adviseer t CITROËN u voor een optimale werkingvan de motor met klem om loodvrije benzine RON98 te tanken (raadpleegde sticker op de brandstoftankklep).
11 7Zicht
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststandte zetten. Voor een langdurige doeltreffende werking van de flat-blade ruitenwissers raden wij u aan:
- voorzichtig met de ruitenwissers om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te reinigenmet zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebruiken om een stuk karton op de voorruit te houden,
- de ruitenwissers te ver vangen zodra zesporen van slijtage gaan ver tonen.
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking vande ruitenwissers uit als de auto wordtgewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers totde voorruit ontdooid is.
Al
s de ruitenwisserschakelaar binnen één
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, gaan de ruitenwissers in de verticalestand staan.Deze stand kan worden gebruikt voor 's wintersparkeren en het ver vangen of het reinigen vande ruitenwisserbladen zonder dat daardoor demotorkap wordt beschadigd.
Verticale stand van de
ruitenwissers voor
AR
BGНИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. То в а можеда причини СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečíSMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.jj
DABrug aldrig en bagudvendt barnestol på et sæde der er beskyttet af en aktiv airbag. Død eller alvorlig skade på barnet kan forekomme.
DEVerwenden Sie NIEMALS einen Kindersitz oder Babyschale gegen die Fahr trichtung bei AKTIVIERTEM Airbag, TOD oder ERNSTHAFTE VERLETZUNGEN können die Folge sein.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the CHILD canoccur
ESNO INSTALAR NUNCA EL SISTEMA DE RETENCIÓN PAR A NIÑOS DE ESPA LDAS AL SENTIDO DE LA CIRCULACIÓN SOBRE UN ASIENTO
PROTEGIDO CON UN COJÍN INFLABLE FRONTAL ( AIRBAG ) ACTIVADO. ESTO PUEDE CAUSAR LA MUERTE DEL BEBE O HERIRLOGRAVEMENTE.
ETÄrge kasutage kunagi lapse tur vatooli seljaga sõidusuunas sõiduki istmel mis on kaitstud AKTIVEERITUD TURVAPADJAGA. See võib põhjustada lapseleRASKEID VIGASTUSI või SURMA.
FIÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen laukeaminen voi
aiheuttaa LAPSEN KUOLEM A N t ai VA K AVA N LOUKKAANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE frontal ACTIVÉ.Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GRAVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZRAČNIM JASTUKOM. To bi moglouzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.pjjjj
Sticker "AIRBAG" op zonneklep passagierszijde
Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bijkorte ritten, wordt vastgemaakt waarbij despeling
ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet wordenbeperkt. Controleer bij het plaatsen van een kinderzitje dat gebruik maakt van deveiligheidsgordel of deze goed tegen het kinderzitje aangetrokken is en of het zitje stevig vastzit op de stoel van uw auto.Schuif de passagiersstoel indien mogelijknaar voren.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de afstand tussen derugleuning van het zitje en de rugleuningvan de stoel van de auto zo klein mogelijkis. Laat indien mogelijk de rugleuning vanhet zitje tegen de rugleuning van de stoelaandrukken.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot hetver voer van kinderen op de passagiersstoel vóór is per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldenderegelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over debovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een zitverhoging met rugleuning te gebruiken voorzien van eengordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen in de auto achter. Gebruik de "Kinderbeveiliging" om te voorkomen dat de por tieren en deportierruiten achter per ongeluk geopendworden.
Zorg ervoor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3 deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jongekinderen tegen de zon te beschermen.
Ver wijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje met een rugleuning teplaatsen op een passagiersstoel. Berg dehoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomendat de hoofdsteun door de auto vliegt bijkrachtig afremmen. Plaats de hoofdsteunterug zodra het kinderzitje is ver wijderd.
149Veiligheid
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de
optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een
bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigdebedieningskracht minder wordt en dat deeffectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Trap het rempedaal bij een noodstopzeer krachtig in en laat het pedaal niet los.
Stabiliteitscontrolesystemen
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitspro
gramma (ESP)
De antislipregeling verbetert de tractie van de wielen om doorslippen te voorkomen, door in
te grijpen op de remmen van de aangedreven wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma grijptin via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen degrenzen van de natuurkundige wetmatigheden) weer in de juiste koers te brengen.
Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
De systemen worden geactiveerd zodra de
wielen te weinig grip hebben of de koers van
de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting.
In dat
geval gaat dit controlelampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)
kan het nuttig zijn de systemen ASR en ESP uit
te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen
en weer grip kunnen krijgen. )Druk op de knop "ESP OFF", die zich links onder het stuur bevindt.
Als het controlelampje van de knop brandt, zijn
de systemen ASR en ESP uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen:
Deze systemen worden automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of vanaf 50 km/h, behalve bij uitvoeringen met een 1,6 liter benzinemotor
(THP 155, THP 150, THP 160) en de RACING. ) Druk nogmaals op de knop "ESP OFF"om de systemen handmatig weer in te schakelen.
Storing
De systemen ASR en ESP zorgenvoor meer veiligheid tijdens het rijden.De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of tot te hard rijden. De goede werking van de systemenwordt verzekerd door het naleven van de voorschriften van de constructeur ten aanzien van:
- de wielen (banden en velgen),
- de onderdelen van het remsysteem,
- de elektronische componenten,
- procedures voor montage enwerkzaamheden. Laat de systemen na een aanrijdingcontroleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als dit lampje op het instrumentenpaneel en het controlelampje van de knop "ESP OFF"
gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een meldingop het multifunctionele display, duidt dit op een storing in deze systemen.
Laat de systemen controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheid
Veiligheidsgor dels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en eenspankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra
bescherming van de bestuurder en passagier
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding zorgen depyrotechnische gordelspanners er voor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van de inzittenden getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.
Omdoen
)
Trek aan de gordel en steek de gesp in degordelsluiting. )
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
tr
ekken.
Losmaken
) Druk op de rode knop van de gordelsluiting. )
Houd de gordel vast ter wijl deze zich
oprolt.
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel losgemaakt/niet vastgemaakt
Als het contact wordt aangezet, gaat dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden om aan
te geven dat de bestuurder en/of voorpassagier
zijn gordel nog niet heeft vastgemaakt.
Als de wagensnelheid hoger is dan 20 km/h,
knipper t het waarschuwingslampje gedurende
2 minuten in combinatie met een steeds sterker
wordend geluidssignaal. Na deze 2 minuten
blijft het waarschuwingslampje branden
zolang de bestuurder en/of voorpassagier zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.