18
Eerste kennismaking
Controle tijdens het rijden
A.
Handmatige koplampverstelling.
Paneel met schakelaars
buitenzijde
1.
Open het dashboardkastje.
2.
Steek de sleutel in de schakelaar.
3.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" is bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" is bevestigd.
4.
Ver wijder de sleutel zonder de stand van de
schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
B.
Uitschakelen van het ASC/ TCL-systeem.
C.
Uitschakelen van de parkeerhulp.
Veiligheid voor de
inzittenden
D.
Uitschakelen van de functie Stop & Start
(Auto Stop & Go).
Starten
- Stand 1: LOCK
- Stand 2: ACC
- Stand 3: ON
- Stand 4: START
Wanneer u zonder een pedaal in te trappen op
de knop START/STOP
drukt, wordt de stand
van het contact gewijzigd.
- Eén keer indrukken: Stand ACC
- Twee keer indrukken: Stand ON
- Drie keer indrukken: Stand OFF
Contactslot
Knop START/STOP
139
15 0
131
122157108
109