1
27
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
Raadplee
g indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOP
permanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een tehoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met hetCITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Service
tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding op het display zoals bijvoorbeeld:
- de mate van ver vuiling van het roetfilter (diesel),
- de stuurbekrachtiging,
- een kleine elektrische storing,
-
...
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernsti
ge storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
32
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display. De onderhoudsindicator
geeft aan hoeveelkilometer u nog ver wijderd bent van de eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het schema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatstenulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het aantal af
gelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatsteonderhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot deeerstvolgende onderhoudscontrole aan.Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van hetcontact verdwijnt de sleutel; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van dedagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld:de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enk
ele seconden na het aanzetten vanhet contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkor t
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
1
33
Controle tijdens het rijden
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de sleutel knipperen
om aante geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De factor tijd kan worden meegewogenbij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden als hetinter val van twee jaar is overschreden.
Als u na deze handeling de accu wiltloskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zalanders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elkeonderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit: ) zet het contact af, )
druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, )
zet het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen, )
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Opnieuw weergeven van de onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
) Druk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkeleseconden weergegeven en verdwijnt
ver volgens weer.
Enk
ele seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden.
1
35
Controle tijdens het rijden
Datum en tijd instellen
Instrumentenpaneel
Voer de volgende handelingen met behulp
van de knop aan de linkerzijde van hetinstrumentenpaneel in onderstaande volgorde uit: )houd de knop langer dan twee secondeningedrukt: de minuten knipperen, )druk op de knop om de minuten te
verhogen, )houd de knop langer dan twee secondeningedrukt: de uren knipperen, )druk op de knop om de uren te verhogen, )houd de knop langer dan twee seconden
ingedrukt: 24 H of 12 H wordt weergegeven, )druk op de knop om 24 H of 12 H te selecteren, )houd de knop langer dan twee secondeningedrukt om de instellingen te bevestigen.
Als er ongeveer 30 seconden geenhandelingen worden uitgevoerd, verschijnt de huidige weergave.
Autoradio / Bluetooth
Voer de volgende handelingen met behulp van de
toetsen van de autoradio in onderstaande volgorde uit:
) druk op de toets "MENU",
)
selecteer met behulp van de pijlen het menu "Persoonlijke instellingen - Configuratie"en bevestig door op de
draaiknop te drukken,
) selecteer met behulp van de pijlen hetmenu "Configuratie display"
en bevestig,
)
selecteer met behulp van de pijlen hetmenu "Datum en tijd instellen"
en bevestig,
)
selecteer de parameter en bevestig, )
wijzig de parameter en bevestig opnieuw
om de wijziging op te slaan,
) stel de parameters één voor één in en bevestig iedere keer, )
selecteer de tab "OK"op het display enbevestig om het menu "Datum en tijdinstellen"
te verlaten.