DISPLAYDe auto kan uitgerust zijn met een
multifunctionele/herconfigureerbare
display die tijdens het rijden nuttige
informatie op basis van wat eerder is
ingesteld aan de bestuurder toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt
de display in en toont enkele seconden
de tijd en de totaalstand van de
kilometerteller (in km of mijlen) wanneer
een portier wordt geopend/gesloten.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
De volgende informatie wordt op de
display getoond fig. 96 :ADatumBKilometerteller (afgelegde afstand in
km of mijlen)
CDe rijmodus die is gekozen met het
"Alfa DNA"-systeem (dynamische
controle van de auto) (bij bepaalde
versies/markten): d = Dynamic;
n = Natural; a = All WeatherDTijd (altijd weergegeven, ook bij
verwijderde contactsleutel en
gesloten portieren)EAanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)FBuitentemperatuurGGear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)HStand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht).
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
De volgende informatie wordt op de
display getoond fig. 97 :
ATijdBReisteller (in km of mijlen)CKilometerteller (afgelegde afstand in
km of mijlen)DAanwijzingen autotoestand (bijv. open
portieren, eventuele ijsvorming op
de weg, etc.)/Aanduiding
Start&Stop-functie (voor bepaalde
versies/markten)/Gear Shift Indicator
(voor bepaalde versies/markten)EStand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht).FBuitentemperatuur
Bij sommige versies toont de display bij
het kiezen van de rijmodus “DYNAMIC”
(zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem”
in dit hoofdstuk) de turbinedruk fig. 98.
96
A0K2010
97
A0K0600
98
A0K0539
90
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
GEAR SHIFT INDICATOR
De "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling
in te schakelen via een speciale melding
op de display fig. 99.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Daarom is het voor een zuinig
brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te
selecteren, en om de aanwijzingen van
de Gear Shift Indicator op te volgen
wanneer de verkeersomstandigheden
dit toelaten.Wanneer het pictogram SHIFT UP
(
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om
een hogere versnelling in te schakelen,
terwijl wanneer het pictogram SHIFT
DOWN (
SHIFT) wordt getoond,
de bestuurder wordt geadviseerd een
lagere versnelling in te schakelen.
OpmerkingDe aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENT
Bij sommige versies gebeurt het
volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de
wijzers van de snelheidsmeter en de
toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/
display;
❒weergave van een grafische animatie
van het autoprofiel.Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot
wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar
hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum
schaalwaarden hebben bereikt, keren
ze terug naar de door de auto
aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt
wanneer de motor is gestart.
Verlichting van
grafische symbolen/
display
Enkele seconden nadat de sleutel is
ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display
achter elkaar verlicht.
Weergave van een
grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot
wordt verwijderd (bij gesloten portieren),
blijft de display branden en wordt een
grafische animatie weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk
aan gedimd en tenslotte volledig
uitgeschakeld.
99
A0K0540
91
BEDIENINGSKNOPPEN
fig. 100: om het weergegeven
scherm en de betreffende opties naar
boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
SET/
: kort indrukken om het menu
te openen en/of naar het volgende
scherm te gaan of de keuze te
bevestigen. Lang indrukken om naar
het standaardscherm terug te keren.
: om het weergegeven menu en
de betreffende opties naar beneden
te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verlagen.
BELANGRIJK De knoppen
en
activeren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het
naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;❒zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de
waarden.
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties
die gekozen kunnen worden met de
knoppen "
"en"
", waarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende
opties:
❒MENU
❒VERLICHTING
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde
versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde
versies/markten)
❒AUTOCLOSE❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/
CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒ADAPTIEVE LICHTEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-
navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op de display van het
navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het
hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de instelling van het hoofdmenu die
gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de nieuwe instelling te selecteren;
100
A0K0541
92
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
❒druk kort op de SET/
knop om
de nieuwe instelling op te slaan en
terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het
hoofdmenu.
Een optie in het
hoofdmenu met een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om
de eerste optie uit het submenu
weer te geven;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de SET/
knop om
de getoonde submenu-optie te
selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen ""of
"
" (deze telkens indrukken) om
de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om
de nieuwe instelling op te slaan en
terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het submenu.
MENUOPTIESBELANGRIJK Bij hetuconnect™5"
autoradiosysteem (voor bepaalde
versies/markten) of hetuconnect™ 6.5"
Radio Nav system (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op het display van dat
systeem en niet op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven en
beheerd (zie het betreffende supplement).
Menu
Met deze functie kan toegang tot het
Setupmenu worden verkregen.
Druk op de knop "
"of"
"
om de verschillende Menuopties te
selecteren. Houd de SET/
knop
lang ingedrukt om naar het
standaardscherm terug te keren.
Verlichting (regeling
interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de
lichtsterkte van het instrumentenpaneel,
de bedieningsknoppen van het
UConnect™ systeem (voor bepaalde
versies/markten) en de
bedieningsknoppen van de automatische
klimaatregeling (voor bepaalde
versies/markten) (op 8 niveaus) te
regelen.Ga als volgt te werk om de lichtsterkte
te regelen:
❒druk kort op knop SET/
. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop "
"of"
"om
de gewenste lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
OpmerkingBij versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel
display kan de regeling zowel bij
uitgeschakelde lichten ("Overdag"
lichtsterkteniveau) als bij ingeschakelde
lichten ("Nacht" lichtsterkteniveau)
worden gedaan.
Piep snelheid
(Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de
snelheidslimiet van de auto (km/h of
mph) in te stellen; de bestuurder wordt
gewaarschuwd wanneer deze limiet
wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
❒druk kort op de knop SET/
:op
de display verschijnt het opschrift
"Piep snelheid";
93
❒druk op knop "
"of"
"om
de in- ("On) of uitschakeling ("Off")
van de snelheidsbegrenzing te
selecteren;
❒wanneer de functie reeds is
ingeschakeld, druk op ""of
"
" om de gewenste
snelheidslimiet te selecteren en druk
vervolgens op de SET/
knop
om de keuze te bevestigen.
BELANGRIJK Deze waarde kan men
instellen tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, in functie van
de ingestelde eenheid. Zie de paragraaf
“Meeteenheid instellen" die hierna
wordt beschreven. Elke druk op de
knop
/
verhoogt of verlaagt
de waarde vijf eenheden. Houd de
knop
/
ingedrukt om de
waarde automatisch snel te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te
drukken.
Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert "On";
❒druk op de knop
: "Off"
knippert op het display;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Sensor koplampen
(Gevoeligheid
schemersensor/
automatische
inschakeling koplampen
instellen)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie wordt gebruikt om de
koplampen in of uit te schakelen in
functie van de sterkte van het
buitenlicht.
De gevoeligheid van de schemersensor
kan worden ingesteld op 3 niveaus
(niveau 1 = minimum gevoeligheid,
niveau 2 = matige gevoeligheid, niveau
3 = maximum gevoeligheid).
Hoe hoger de gevoeligheid, des te
minder buitenlicht er nodig is om de
buitenverlichting in te schakelen (bijv. bij
een lichtgevoeligheid van niveau 3
zullen de koplampen bij zonsondergang
vroeger aangaan dan bij de niveaus 1
en 2).Ga als volgt te werk om de gewenste
lichtgevoeligheid in te stellen:
❒druk op de SET/
knop, op het
display verschijnt het eerder
ingestelde niveau;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Regensensor (Afstelling
gevoeligheid
regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor op 4 niveaus
worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display begint het
eerder ingestelde
gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de knop "
"of"
"
om de instelling uit te voeren;
94
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Activering trip
B/gegevens (Trip B
inschakelen)
Met deze optie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld (On)
of uitgeschakeld (Off) worden. Zie voor
meer informatie "Trip computer".
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.Tijd instellen
(Klok instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: "Tijd"
en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop
en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
❒druk op knop "
"of"
"om
de submenu's te selecteren;
❒druk na selectie van het te wijzigen
submenu kort op SET/
;
❒als het submenu "Tijd" is gekozen en
er wordt kort op de knop
SET/
gedrukt, dan knipperen de
uren op de display.
❒druk op de knop "
"of"
"
om de instelling uit te voeren;
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒druk op de knop "
"of"
"
om de instelling uit te voeren.BELANGRIJK Elke druk op de knop
"
"of"
" verhoogt of verlaagt
de waarde 1 eenheid. Houd de knop
ingedrukt om de waarde automatisch
snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te
drukken.
❒Bij selectie van het submenu
"Formaat": door kort te drukken op
de knop SET/
geeft het display
op knipperende wijze de
weergavemodus aan;
❒druk op de knop "
"of"
"
om “24h” of “12h” te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, druk kortstondig op de
SET/
knop om terug te keren naar
het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de
SET/knop om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu
in functie van waar men zich bevindt.
95
Stel datum in
(datuminstelling)
Met deze functie kan de datum
ingesteld worden (dag - maand - jaar).
Ga als volgt te werk om de instelling
uit te voeren:
❒druk kort op de SET/
knop: het
"jaar" knippert op het display;
❒druk op de knop ""of"
"
om de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de SET/
knop: de
"maand" knippert op het display;
❒druk op de knop ""of"
"
om de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de SET/
knop: de
"dag" knippert op het display;
❒druk op de knop ""of"
"
om de instelling uit te voeren.
BELANGRIJK Elke druk op de knop
"
"of"
" verhoogt of verlaagt
de waarde 1 eenheid. Houd de knop
ingedrukt om de waarde automatisch
snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te
drukken.Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Eerste pagina
(Weergave van
informatie op het
hoofdscherm)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het type
informatie worden geselecteerd die
men op het hoofdscherm wenst te zien.
Zo kan men de datum en de afgelegde
afstand weergeven.
Ga als volgt te werk om te kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop: de
"Startpagina" verschijnt op het
display;
❒druk nogmaals kort op de SET/
knop om de opties “Datum” en “Info
motor” weer te geven;
❒druk op "
"of"
"omde
informatie te selecteren die men op
de hoofdpagina van de display wil
zien;
❒druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.Wanneer de sleutel na de controlefase
naar MAR wordt gedraaid, zal de
display de informatie weergeven die via
de menufunctie "Eerste pagina" is
geselecteerd.
Autoclose
(automatische centrale
portiervergrendeling bij
rijdend voertuig)
Bij inschakeling van deze functie (On),
worden de portieren automatisch
vergrendeld wanneer sneller dan 20
km/h wordt gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
96
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
❒houd de SET/
knop nogmaals
ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Meeteenheid
(Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de
meeteenheden via drie submenu’s
ingesteld worden: “Afstand”, “Verbruik”
en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
meeteenheid in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de drie submenu's weer te geven;
❒druk op de knop ""of"
"
om de drie submenu's te doorlopen;
❒nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken;
❒wanneer het submenu “Afstand”
wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont "km" of "mi" ,
afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;❒wanneer het submenu “Verbruik”
wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont km/l, l/100 km
of mpg, afhankelijk van de vorige
instelling;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in km/l of l/100km op
de display weergegeven.
Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in “mpg" op de
display weergegeven.
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Temperatuur”
wordt gekozen: drukken op
SET/
toont “°C” of “°F”,
afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, druk kortstondig op de
SET/
knop om terug te keren naar
het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de
SET/knop om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu
in functie van waar men zich bevindt.Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiano, English,
Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Türk en Português
Brasileiro.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop: op het display begint de
voorheen ingestelde "taal" te
knipperen;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Geluidssterkte
waarschuwingen
(Volumeregeling
geluidssignaal
storing/waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de
zoemer, die klinkt als een storing/
waarschuwing op de display wordt
weergegeven, worden ingesteld op 8
niveaus.
97