110Radio
Druk op de TP-toets.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt [ ] weergege‐
ven in het radiohoofdmenu.
■ Alleen zenders met radioverkeerin‐
formatieservice worden ontvangen.
■ Is het huidige station geen zender met radioverkeerinformatieservice,
wordt een zoekopdracht gestart
naar de volgende zender met radi‐
overkeerinformatieservice.
■ Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,
wordt [TP] weergegeven in het ra‐
diohoofdmenu.
■ Verkeersberichten worden afge‐ speeld op het ingestelde TA-vo‐
lume 3 101.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt gedurende de
verkeersberichten het afspelen van CD/MP3 onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het
infotainmentsysteem helemaal terug.Blokkeren van verkeersberichten
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
Druk op de knop TP of de multifunc‐
tionele knop om het annuleringsbe‐
richt op de display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐ service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender die u
beluistert zelf geen verkeersinforma‐
tie uitzendt. Als een dergelijke zender
is ingeschakeld, wordt net als bij ver‐
keersinformatiezenders TP op het
display in het zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Algemene informatie
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma’s (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden
(ensemble).
■ Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelvoud aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief reis- en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg
zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.
Radio111
■Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐ derbroken. Dit probleem kan wor‐
den vermeden door in het menu DAB-instellingen Automatische
groeplinks en/of Automatische links
DAB-FM te activeren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnseldat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐
fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt voortdurendnaar de best ontvangbare FM-zen‐
ders. Als TP 3 108 geactiveerd is,
worden er verkeersberichten van
de momenteel best ontvangbare
FM-zender doorgegeven. Deacti‐
veer TP als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.
Configureren DAB
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
■ Automatische groeplinks : is deze
functie geactiveerd, schakelt het
systeem over op dezelfde service
van een ander DAB-ensemble (fre‐ quentie indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïnterpreteerd.
■ Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, schakelt
het systeem over naar de betref‐ fende FM-zender de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
■ Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat betekent
dat het volume van hard geluid wel, maar dat van zacht geluid niet
wordt gereduceerd. Daardoor kan
112Radio
het volume van het infotainment‐
systeem zo worden afgesteld dat
zacht geluid goed hoorbaar is zon‐
der dat hard geluid te hard klinkt.
■ Frequentieband : na het selecteren
van deze optie kan worden bepaald welke DAB-frequentiebereiken
door het infotainmentsysteem die‐
nen te worden ontvangen.
Telefoon127voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
De spraakherkenning gebruiken Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
v /G -toets: opent het telefoonhoofd‐
menu.
Knoppen op het stuurwiel:
q , w : gesprek aannemen, spraak‐
herkenning activeren.
n , x : gesprek beëindigen/weige‐
ren, spraakherkenning uitschakelen.
Het telefoonportaal kan daarnaast ook met spraakherkenning worden
bediend 3 120.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur. Informatie zoals een te‐
lefoonboek, gesprekkenlijsten, de
naam van de netwerkoperator en de
sterkte van de verbinding kan worden
overgedragen. Welke functies er be‐
schikbaar zijn hangt af van het type
telefoon.Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. Zie hiertoe de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
136Telefoon
■Gesprekken samenvoegen : bij
meerdere actieve gesprekken twee gesprekken samenvoegen.
■ Van gesprek wisselen : bij meer‐
dere gesprekken tussen gesprek‐
ken wisselen.
■ Ruggespraakstand : het geluid van
een gesprek onderdrukken.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies enbedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ tenantenne om het grootst moge‐
lijke bereik te verkrijgen,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt,
■ Installatie van de telefoon op een daartoe geschikte plek, houd reke‐
ning met de relevante opmerking in
de Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer
dan 10 watt.
Het gebruik van een handfree-beves‐ tiging zonder buitenantenne met mo‐
biele telefoonstandaarden GSM
900/1800/1900 en UMTS is alleen
toegelaten als het maximale trans‐
missievermogen van de mobiele tele‐
foon 2 watt is voor GSM 900 of 1 watt voor andere types.Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
138TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......114
Algemene aanwijzingen ............
.................. 86, 113, 117, 118, 126
Algemene informatie................... 120
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 108
Autostore-lijsten .......................... 104
B BACK-knop ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 132
Bluetooth .................................... 126
Bluetooth-verbinding ..................127
Bijwerken zenderlijst ...................105
C CD-speler activeren.................................. 114
Belangrijke informatie .............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
Configureren DAB ......................110
Configureren van RDS ...............108D
DAB ............................................ 110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103
De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E EON ............................................ 108
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G
Gebruik ................. 94, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................127
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainment-systeem audiobedieningsknoppen aan
stuur .......................................... 88
automatische aanpassing van
het volume............................... 101
139
bedieningselementen................88
instrumentenpaneel ..................88
maximaal opstartvolume .........101
Multifuncionele eenheid ............88
personalisering ........................ 102
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
M Menubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele toets ....................95
Mute.............................................. 94
N
Noodoproep ................................ 132
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen ...88
P Personaliseren............................ 102
Persoonlijke instellingen configureren ............................ 102R
Radio Radio Data System (RDS) ......108
activeren.................................. 103
autostorelijsten ........................ 104
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 110
Favorietenlijst .......................... 105
frequentiebereik selecteren .....103
frequentiebereikmenu's ...........105
gebruik .................................... 103
Zender zoeken ........................ 103
zenderlijsten ............................ 105
Radio activeren........................... 103
Radio Data System (RDS) ......... 108
RDS ............................................ 108
Regionalisatie ............................. 108
S SAP-modus ................................ 127
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........127
Spraakherkenning ..............120, 121
activeren.................................. 121
gebruik .................................... 121
telefoonregeling ......................121
volume voor stemoutput ..........121
Spraakherkenning activeren .......121
Stemherkenning ......................... 120T
Telefoon Bedieningselementen .............126
Belangrijke informatie .............126
belsignalen instellen ................127
berichtfuncties ......................... 132
Bluetooth ................................. 126
Bluetooth-verbinding ...............127
Een telefoonnummer vormen ..132
functies tijdens een gesprek ...132
gesprekkenlijsten ....................132
handsfree-modus ....................127
Het volume instellen ................132
noodoproepen ......................... 132
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....127
Telefoonbatterij opladen .........126
telefoonboek ........................... 132
Telefoonbatterij opladen .............126
Telefoonregeling .........................121
V Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............121
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94