86InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen ..88
Gebruik ........................................ 94
Basisbediening ............................ 95
Geluidsinstellingen ......................99
Volume-instellingen ...................101
Personaliseren ........................... 102Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportaal.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
Inleiding87gereden. Zet bij twijfel de auto aande kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Inleiding89
1RADIO (BAND) ...................103
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...103
2 CD....................................... 113
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 114
3 Achterwaarts zoeken ..........103
Radio: achterwaarts
zoeken ................................ 103
Cd/mp3/wma: naar vorige
titel springen ........................ 114
4 m (VOL)-knop ....................... 94
Drukken: in-/uitschakelen ....94
Infotainment-systeem ........... 94
Draaien: volume
aanpassen ............................ 94
5 Voorwaarts zoeken .............103
Radio: voorwaarts zoeken ..103
Cd/mp3/wma: naar
volgende titel springen ........1146Radiozendertoetsen 1...6 ...104
Lang drukken: station
opslaan ............................... 104
Kort drukken: station
selecteren ........................... 104
7 FAV (1/2/3) .......................... 105
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............105
8 AS (1/2) ............................... 104
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............104
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....104
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........104
9 TP....................................... 108
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............108
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 108
10 Cd uitwerpen ....................... 11411CONFIG .............................. 101
Openen instellingenmenu ...101
12 INFO ..................................... 88
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 103
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 114
13 Cd-sleuf ............................... 114
14 Multifunctionele toets ............95
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen .................95
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen .......................... 95
15 BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........95
92Inleiding
1RADIO (BAND) ...................103
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...103
2 CD....................................... 113
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 114
3 Achterwaarts zoeken ..........103
Radio: achterwaarts zoeken ................................ 103
Cd/mp3/wma: naar vorige
titel springen ........................ 114
4 Mp3: map hoger niveau ......114
5 m (VOL)-knop ....................... 94
Drukken: Infotainment-
systeem in-/uitschakelen ....... 94
Draaien: volume
aanpassen ............................ 94
6 Voorwaarts zoeken .............103
Radio: voorwaarts zoeken ..103
Cd/mp3/wma: naar
volgende titel springen ........114
7 Mp3: map lager niveau .......1148Radiozendertoetsen 1...6 ...104
Lang drukken: station opslaan ............................... 104
Kort drukken: station
selecteren ........................... 104
9 FAV (1/2/3) .......................... 105
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............105
10 AS (1/2) ............................... 104
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............104
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....104
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........104
11 TP....................................... 108
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............108
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 108
12 Cd uitwerpen ....................... 11413CONFIG .............................. 101
Openen instellingenmenu ...101
14 INFO ..................................... 88
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 103
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 114
15 Cd-sleuf ............................... 114
16 Multifunctionele toets ............95
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen .................95
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen .......................... 95
17 BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........95
Inleiding93
18TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
19 v/G .................................... 126
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 132
Demping activeren/
deactiveren ........................... 94
20 AUX ..................................... 117
Wisselen naar externe
audiobron ............................ 117Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Kort drukken:
telefoongesprek aannemen 126
of nummer bellen in
oproeplijst ............................ 132
of spraakherkenning
activeren (indien
beschikbaar) ....................... 120
Lang drukken: oproeplijst
tonen ................................... 132
of spraakherkenning
deactiveren (indien
beschikbaar) ....................... 120
2 SRC (bron) ............................ 94
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 94
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 103
Bij een actieve CD-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-nummer te selecteren 114
Inleiding95
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X -knop of druk opnieuw op de v/G -
toets (indien telefoonportaal beschik‐
baar is: enkele seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 103.Audiospelers
Druk op de toets CD / AUX /
CD/AUX om naar de menu's CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's over te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 114
■ AUX-ingangsfuncties 3 117
■ USB-poortfuncties 3 118
Telefoon
Druk op de v/G -toets om het tele‐
foonmenu op te roepen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐
voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 126.Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
■ CD 300: een menuoptie weergeven
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: gemarkeerde optie selecteren of activeren
■ CD 300: om de getoonde optie te selecteren of te activeren
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Inleiding99
In- of uitschakelen van een functie
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling Aan of Uit te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde instelling te bevesti‐
gen.
Invoeren van een tekenreeks
Druk op de multifunctionele knop om
het desbetreffende instellingenmenu
te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om het teken op de actuele cursorpo‐ sitie te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
het getoonde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de reeks kan met
behulp van de BACK-toets worden
gewist.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op de TONE-toets om het ge‐
luidsmenu te openen.
Inleiding101
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer EQ: (Equalizer).
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeurinstellingen voor de
lage, midden en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Volume-instellingen
Maximaal startvolume
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐
nen van het systeeminstelmenu.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens Maximaal
startvolume .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens Startvolume.
Stel de gewenste waarde in.
Snelheidsafhankelijke
volumereg.
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐
nen van het systeeminstelmenu.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens Autom.
volumeregeling .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens Autom.
volumeregeling .
De automatische volumeregeling kan
worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan in het weer‐
gegeven menu worden geselecteerd.
Selecteer de gewenste optie.