2014.5 OPEL ZAFIRA C sensor

[x] Cancel search: sensor

Page 141 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting139
Op het Driver Information Centre metUplevel- of Uplevel-Combi-display
ziet u de huidige status van de auto‐
matische verlichting.
Wanneer u het contact inschakelt, is de automatische

Page 142 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 140Verlichting
Het systeem schakelt naar dimlichtals:
■ een sensor de lichten van voor- of tegenliggers detecteert
■ de snelheid lager dan 20 km/u is
■ het mistig is of sneeuwt
■ bij stadsritt

Page 143 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting141
0=zitplaatsen voorin bezet1=alle zitplaatsen bezet2=alle zitplaatsen bezet en ba‐
gage in de bagageruimte3=bestuurdersstoel bezet en ba‐
gage in de bagageruimte
Dynamische automatis

Page 144 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 142Verlichting
Met de lichtschakelaar in stand
AUTO  werken alle lichtfuncties.
De volgende functies zijn ook be‐ schikbaar als de lichtschakelaar in de
stand  9 staat:
■ Dynamische afslagverlicht

Page 150 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 148Verlichting
Bij auto’s met een lichtsensor kan dehelderheid alleen worden aangepast
wanneer de rijverlichting aanstaat en
de lichtsensor nachtelijke omstandig‐
heden detecteert.
Binnenverlichti

Page 186 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 184Rijden en bediening
Adaptieve cruise control verlaagt au‐tomatisch de snelheid van de auto als deze een langzamer rijdende auto
nadert. Vervolgens wordt de rijsnel‐
heid op de geselecteerde vol

Page 189 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening1879Waarschuwing
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het be‐
waren van een veilige onderlinge
afstand bij de betreffende ver‐
keers-, weers- en zichtomsta

Page 190 of 303

OPEL ZAFIRA C 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 188Rijden en bediening
De opslagen snelheid wordt aange‐
houden.
9 Waarschuwing
Na het deactiveren van de adap‐
tieve cruise control moet de be‐ stuurder de controle over het rem‐
men en gas g