70Telefoon9Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets PHONE.
Het volgende scherm verschijnt (als
er een mobiele telefoon verbonden
is).
Telefoon73
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het menu Privé
gesprekken wordt weergegeven.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐
tief.
Beide gesprekken verschijnen op het in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
74Telefoon
Selecteer in het Bluetooth-menu van
uw mobiele telefoon de naam van het
gekoppelde Infotainmentsysteem om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Activeer voor het weergeven van de
tekstberichten in de berichtenapplica‐
tie van het Infotainmentsysteem de
betreffende functie in het submenu op de mobiele telefoon.
Het pictogram Messages in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐
richt.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐ keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Messages om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐ vak IN weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
76TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 47
Afbeeldingen ................................ 38
Afbeeldingen weergeven ..............38
Afbeeldingsbestanden ..................35
Afbeelding via USB activeren .......38
Algemene aanwijzingen ...32, 42, 67
AUX ........................................... 35
Bluetooth-muziek ......................35
CD ............................................. 32
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 42
Radio ......................................... 25
Telefoonportal ........................... 67
USB ........................................... 35
Algemene informatie ..............35, 62
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 39
Audio afspelen .............................. 37
Audiobestanden ........................... 35
Audio via USB activeren ...............37
Automatisch volume .....................21
Autostore-lijsten ............................ 27
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
AUX .............................................. 35
AUX activeren............................... 37B
BACK-toets ................................... 17
Balance......................................... 20
Basisbediening ............................. 17
Bass.............................................. 20 Bediening...................................... 70 AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Menu ......................................... 17
Navigatiesysteem ......................43
Radio ......................................... 25
Telefoon .................................... 70
USB ..................................... 37, 38
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm................................. 22 Begeleiding .................................. 57
Bestandsindelingen ......................32
Afbeeldingsbestanden ..............35
Audiobestanden ........................35
Bluetooth-muziek ..........................35
Bluetooth-verbinding ....................68
Broodkruimels............................... 57
77
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 43, 63
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................43Telefoon.................................... 70
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...43
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........47
K Kaarten ......................................... 43
Koppelen ...................................... 68
L
Lijst met afslagen.......................... 57
M Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................75
Multifunctionele knop ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 47
Algemene instellingen ...............43
Begeleidingswaarschuwingen ...57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels ........................... 57
Coördinaten............................... 47
Favoriete routes ........................47
Gesproken instructies ...............57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren .....................43
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................57
Nuttige plaatsen ........................47
Recente bestemmingen ............47
Reis met viapunten ...................47
Route simuleren ........................43
Route terugvinden .....................57
Routebegeleiding ......................57
Routeopties ............................... 57
Thuisadres ................................ 47
TMC-zenders ............................ 57
Toetsenbord .............................. 47
Verkeersincidenten ...................57
Navigatiesysteem .........................42
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 69
Nuttige plaatsen............................ 47
82InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............82
Antidiefstalfunctie ......................... 83
Overzicht bedieningselementen ..84
Gebruik ........................................ 90
Basisbediening ............................ 91
Geluidsinstellingen ......................95
Volume-instellingen .....................97
Personaliseren ............................. 98Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportal.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
Inleiding83gereden. Zet bij twijfel de auto aande kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Inleiding85
1RADIO (BAND) .....................99
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD....................................... 113
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 113
3 Achteruit zoeken ...................99
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............110
4 Radiozendertoetsen 1...6 ....100
Lang indrukken: zender
opslaan ............................... 100
Kort indrukken: zender
selecteren ........................... 100
5 m-knop .................................. 90
Indrukken: uit- en
inschakelen .......................... 90
Infotainmentsysteem ............90
Draaien: volume
aanpassen ............................ 906Vooruit zoeken ......................99
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................110
7 AS (1/2) ............................... 100
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................100
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........100
8 FAV (1/2/3) .......................... 101
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............101
9 TP....................................... 104
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen ........................ 104
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 104
10 Cd uitwerpen ....................... 11011CONFIG ................................ 97
Instellingenmenu openen ......97
12 INFO ..................................... 84
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 110
13 Multifunctionele knop ............91
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................91
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 91
14 Cd-sleuf ............................... 110
15 BACK .................................... 91
Menu: een niveau terug ........91
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 91