114Inleiding
Stuurbedieningsknop links
1s-toets
Druk op: telefoongesprek
aannemen ........................... 142
2 n-toets
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........142
of mutefunctie activeren/
deactiveren ......................... 142
Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
Stuurbedieningsknop rechts
1 Vijfstandenknop ..................117
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center
bedienen (zie
onderstaande afbeeldingen)
i -knop - weergeven menu
voor toepassingskeuze;
terug naar hoger menuniveau
j -knop - weergeven toe‐
passingspecifiek hoofdmenu
Knoppen P / Q -
selecteer menuoptie
9 -knop - bevestig selectie
2 Toets ! / #
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 Knoppen k / l
Als de radio actief is: druk
op volgende / vorige
favoriet kiezen .....................124
Als de mediabron actief is:
druk op volgende / vorige
nummer kiezen ...................133
Radio125
Er zijn 25 posities voor favorieten be‐schikbaar. Deze worden weergege‐
ven in rijen van vijf favorieten per pa‐
gina.
In de golfband-hoofdmenu's wordt een favorietenpagina standaard on‐
derin het scherm weergegeven.
Selecteer een van de softkeys om de
favorietenlijst in alle overige hoofd‐
menu's weer te geven.
Is een favoriete positie gevuld, dan
kunt u met de schermtoets Favorieten de labeltekst van de betreffende fa‐
voriet weergeven. Is een positie leeg,
dan wordt het positienummer van de
favoriete locatie (1 tot 25) aangege‐
ven.
Zender opslaan
Selecteer de zenders die u op wilt slaan.
Druk de betreffende schermtoets fa‐ vorieten in en houd vast tot er een
pieptoon klinkt en de zendernaam op de betreffende schermtoets wordt
weergegeven.
De zender wordt als favoriet opgesla‐
gen.
Zender oproepen
Druk zo nodig op de N- of O-knop om
naar de betreffende favorietenpagina te gaan.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet. De gewenste radio‐
zender wordt afgespeeld.
Let op
De huidige favoriet wordt gemar‐
keerd.Gebruik de stuurbedieningsknop
rechts
Druk herhaaldelijk op de k- of l-
knoppen om de gewenste zender te
selecteren.
U kunt ook de vijfstandenknop gebrui‐
ken: Druk op i voor het weergeven
van het clustermenu voor toepas‐
singselectie. Selecteer een optie uit
de lijst AUDIO en kies vervolgens
fav. . Kies de gewenste favoriet.
Favorieten bewerken Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL.. Selecteer
menuoptie Radio en kies vervolgens
Favorieten beheren .
Alle favorieten worden op het scherm weergegeven.
130CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............130
Gebruik ...................................... 131Algemene aanwijzingen
De CD-speler van het infotainment‐ systeem kan audio-CD's en MP3/
WMA afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd's ■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
Cd, cd-r en cd-rw.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2, (Romeo,
Joliet).
MP3- en WMA-bestanden die zijn geschreven in een ander formaat
dan hierboven gegeven kunnen
wellicht niet of niet goed worden af‐ gespeeld en hun bestandsnamen
en mapnamen kunnen wellicht niet
goed worden weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
CD-speler131
■ Berg CD’s onmiddellijk na het uit‐nemen uit de audiospeler op in de
betreffende hoes om ze tegen be‐
schadiging en vuil te beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de CD’s kunnen
de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat verontreinigen en
storingen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op eenmp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximaal aantal bestanden/songs:
800.
Nestbare folders: 8.
Wma-bestanden met Digital Rights
Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player mini‐
maal versie 9 zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls.De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden hetzelfde
is. Wanneer een cd met
wma-bestanden wordt geplaatst,
worden mp3-gerelateerde menu's
weergegeven.
Gebruik
Cd afspelen starten
Duw een audio- of mp3-cd met de be‐ schreven kant naar boven zo ver in de cd-sleuf dat deze naar binnen wordt
getrokken.
Druk herhaaldelijk op de MEDIA-knop
om de cd-functie te activeren.
Een CD verwijderen
Druk op de R-toets. De CD wordt uit
de CD-sleuf geworpen.
Als de CD na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na enkele se‐
conden weer naar binnen getrokken.
Functietoetsen
Cd afspelen pauzeren
Selecteer de schermtoets / om het
afspelen te pauzeren.
Selecteer de schermtoets 6 om het
afspelen te hervatten.
132CD-speler
Naar het vorige of volgende nummer
gaan
Druk op de knoppen d of c om het
vorige of volgende nummer af te spe‐ len.
U kunt ook aan de MENU-knop
draaien om naar het vorige of vol‐
gende nummer te gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen
Houd de knoppen d of c ingedrukt
om snel voor- of achteruit te spoelen.
Afspeelvolgorde
Selecteer de schermtoets 9 om de
nummers op een cd in willekeurige volgorde (shuffle) af te spelen.
Let op
Is de shuffle-functie geactiveerd,
dan is 9 rood gemarkeerd.
Selecteer de schermtoets 9 nog‐
maals om de shuffle-functie weer te
annuleren.Titellijst
Druk op de MENU-knop om het cd-
menu weer te geven en selecteer ver‐ volgens lijstoptie In cd-media
bladeren .
De titellijst verschijnt.
Let op
Het nummer dat op dit moment
wordt afgespeeld wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Let op
Zoek een gedetailleerde beschrij‐ ving van zoeken in MP3 cd's 3 135.
Externe apparaten135
Let op
Na het verbinden van een niet-lees‐
bare SD-kaart verschijnt er een fout‐
melding en schakelt het Infotain‐
mentsysteem automatisch terug
naar de vorige functie.
Activeer eerst een andere functie om
de SD-kaart te verwijderen. Duw de
SD-kaart vervolgens voorzichtig die‐
per in de sleuf. De SD-kaart wordt uit
de sleuf geduwd en kan worden ver‐
wijderd.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Audiofunctie SD
Het Infotainmentsysteem kan op de
SD-kaart opgeslagen muziekbestan‐ den afspelen.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Een apparaat aansluiten
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 139.
Audiofunctie Bluetooth
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐
tuur zoals een iPod of Smartphone
afspelen.
Bestandsindelingen
Er wordt alleen apparatuur onder‐
steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de vol‐ gende audiobestanden op externe
apparaten afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac, .m4a
en .aif.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Audio afspelen
Afspelen starten Aansluiten van het apparaat 3 133.
Druk herhaaldelijk op de knop
MEDIA om de gewenste mediabron
te selecteren.
Voorbeeld: hoofdmenu USB.
142Telefoondat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon via het infotainment‐
systeem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Telefoontoepassing
Druk op de knop ; en selecteer ver‐
volgens het TEL.-pictogram om het
telefoon-hoofdmenu weer te geven.
Telefoon143
Let op
Is er een gesprek actief terwijl u het
telefoonmenu opent, dan wordt er
een extra menu-optie getoond. Se‐
lecteer Actief gesprek om het ge‐
spreksscherm weer te geven.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op de knop ; en selecteer ver‐
volgens het TEL.-pictogram om het
telefoon-hoofdmenu weer te geven.
Kies de Toetsenblok -lijstoptie. Het
toetsenblok wordt weergegeven.Draai aan de MENU-knop om het cij‐
fer dat u wilt invoeren te markeren en
druk op de knop MENU om dit cijfer te
selecteren. Voer het gewenste huis‐
nummer in.
De autoinvoerfunctie vergelijkt de in‐ gevoerde cijfers met de in het sys‐
teem opgeslagen informatie.
Selecteer de schermtoets KLOPT om
een lijst met alle gevonden matches
weer te geven. Kies het gewenste
nummer.
Selecteer de schermtoets GESPR.
om direct een nummer te bellen.
Contacten
Druk op de knop ; en selecteer ver‐
volgens het TEL.-pictogram om het
telefoon-hoofdmenu weer te geven.
Selecteer het Contactpersonen -me‐
nupunt. De contactenlijst wordt ge‐
toond.
Blader door de lijst en selecteer het
gewenste contact. Het scherm met de contactdetails wordt weergegeven.
Selecteer een van de onder het con‐
tact opgeslagen telefoonnummers.
Het nummer wordt gebeld.Gesprekkenlijsten
Druk op de knop ; en selecteer ver‐
volgens het TEL.-pictogram om het
telefoon-hoofdmenu weer te geven.
Kies de Recente gesprekken -lijstop‐
tie. De recente gesprekkenlijst wordt
weergegeven.
Let op
De recente oproepenlijst van de ver‐
bonden mobiele telefoon wordt
weergegeven.
Selecteer een van de telefoonnum‐
mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met de
naam of nummer van de beller.