2014.5 OPEL INSIGNIA sensor

[x] Cancel search: sensor

Page 207 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening205
DeactiveringU kunt de waarschuwing voor het wis‐selen van rijstroom in het menu Per‐
soonlijke instellingen op het Colour-
Info-Display in- of uitschakelen.
Selecteer de bet

Page 209 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening207
achtersensoren van de geavan‐
ceerde parkeerhulp zijn geconsta‐
teerd.
Ook verschijnt  9 op de bovenste re‐
gel van het Info-Display met de waar‐ schuwing om de omgeving

Page 210 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 208Rijden en bedieningobjecten buiten het bereik van de
sensoren, bijv. onder de bumper
of onder de auto, worden niet
weergegeven.
Voetgangers, kinderen of dieren
worden niet gedetecteerd.
Rijd nooit

Page 249 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto247Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los, til het op en ver‐
wijder het.
Nr.Stroomkring1Transmissieregelmodule2Mo

Page 250 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 248Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring17–18Adaptief rijlicht (AFL)19Adaptief rijlicht (AFL)20Brandstofpomp21Elektrische ruitbediening
achterin22ABS23Variabele stuurbekrachtiging24Elektrische ruitb

Page 251 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto249
Nr.Stroomkring69Accusensor70Regensensor71Accusensor
Sluit de klep van de zekeringhouder
na het vervangen van doorgebrande
zekeringen en klik deze dicht.
Wanneer u de klep van

Page 256 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 254Verzorging van de auto
Voor de voor uw auto goedgekeurde
banden kunt u de EEG-conformiteits‐ verklaring die bij uw auto is geleverd,
of andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.
De

Page 257 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto255
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning brandt het controle‐
lampje  w 3  111.
Als  w oplicht, stop dan bij de eerst‐
volgende gelegenheid en breng de
banden op
Page:   < prev 1-10 ... 9-16 17-24 25-32 33-40 41-48 next >