Radio119
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ De radio is ook geschikt voor het ontvangen van DAB+ en DMB-au‐
dio.
Ensembles In een frequentie worden steeds ver‐
schillende programma's gecombi‐ neerd in een zogenaamd ensemble.
Door ensembles scrollen
U kunt door ensembles scrollen die u
al één keer hebt ontvangen (de en‐ sembles moeten ontvangen kunnen
worden).
Druk op de kruistuimelschakelaar c of
d .
Het vorige of volgende bezette ge‐
heugenniveau verschijnt kort in de
display.
Daarna worden het opgeslagen en‐
semble in het geheugenniveau en zijn
eerst beschikbare programma weer‐
gegeven.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.Een ensemble selecteren
U kunt direct ensembles selecteren
die u al één keer hebt ontvangen (de
ensembles moeten ontvangen kun‐
nen worden).
Deze functie wordt ingesteld in het ra‐
diomenu.
Selecteer de pijl naast de naam van
het ensemble.
Selecteer het gewenste ensemble.
Het radiomenu verschijnt.
Het gewenste ensemble en zijn eerst
beschikbare programma worden af‐
gespeeld.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
Automatisch ensembles zoeken
Houd de kruistuimelschakelaar c of
d ingedrukt tot het zoeken naar en‐
sembles start.
De radio wordt uitgeschakeld tot een ensemble gevonden wordt.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
of:Deze functie wordt ingesteld in het ra‐ diomenu.
Selecteer de pijl naast de naam van
het ensemble.
Selecteer menu-item Beschikb.
ensembles zoeken .
Het DAB-ensemble -menu verschijnt.
De volledige frequentie wordt ge‐ toond.
Het automatisch zoeken naar ensem‐ bles begint.
Nadat u een frequentie hebt doorlo‐
pen, gaat het systeem terug naar de ensemblelijst.
U beluistert het beschikbare pro‐
gramma uit het eerste ensemble. Dit
wordt gemarkeerd met een pijl.
DAB-menu
DAB-menufuncties worden in het ra‐
diomenu ingesteld.
Druk op de SETTINGS-toets.
Het audio-instelmenu verschijnt.
Cd-speler121Cd-spelerAlgemene aanwijzingen.............121
Gebruik ...................................... 122Algemene aanwijzingen
Met deze module kunt u standaard
verkrijgbare cd's van 12 cm beluiste‐
ren. Cd's van 8 cm kunnen alleen met een adapter worden beluisterd.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Het formaat van de CD moet ISO 9660 niveau 1, niveau 2 of JO‐
LIET zijn. Voor alle anderen forma‐
ten kunnen wij geen optimale af‐
speelbaarheid garanderen.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Met het Infotainment-systeem kunt u ook CD's met MP3-muziekbe‐
standen en Mixed-Mode-CD's af‐
spelen.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
Zie hieronder.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met
de apparatuur.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om ze
tegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
Cd-speler123
Titelselectie
Bij audio-cd's wordt het nummer ge‐
selecteerd binnen de cd, bij mp3- en
mixed mode-cd's binnen het geselec‐ teerde album.
U hoort een titel.
Tip de kruistuimelschakelaar m of
n aan totdat het gewenste nummer
verschijnt.
De vereiste track wordt afgespeeld.
of:
Draai in het menu CD aan de multi‐
functionele knop totdat de menuoptie j of k wordt gemarkeerd.
Druk de combiknop steeds weer in
totdat het gewenste nummer ver‐ schijnt.
De vereiste track wordt afgespeeld.
of:
Selecteer in het menu CD menuoptie
Track .
Er verschijnt een lijst met alle num‐
mers.
Het momenteel beluisterde nummer is gemarkeerd met een pijl.Selecteer het gewenste nummer.
Het CD -menu verschijnt.
Het nieuw geselecteerde nummer
verschijnt en wordt afgespeeld.
Snel zoeken vooruit/achteruit Zoekt u een bepaald punt op een CD, ga dan als volgt te werk:
U hoort een titel.
Houd kruistuimelschakelaar m of
n ingedrukt tot u het gewenste punt
bereikt.
De cd-speler speelt de cd af met een
verhoogde snelheid en afgenomen
volume.
Snel zoeken bij mp3-nummers ver‐
loopt onhoorbaar.
of:
Selecteer in het menu CD menuoptie
__ of 66 .
De CD-wisselaar speelt de CD af met een verhoogde snelheid en afgeno‐
men volume.
Snel zoeken bij mp3-nummers ver‐
loopt onhoorbaar.Selecteer bij het bereiken van de ge‐
wenste passage opnieuw menuoptie
__ of 66 .
Albumselectie voor MP3- of
Mixed Mode-cd's U beluistert een track van een album.
Druk de kruistuimelschakelaar c of d
in, totdat het album van uw keuze op
het display verschijnt.
U hoort het eerste nummer van het
album of de cd van uw keuze.
of:
U bevindt zich in het CD -menu.
Selecteer menu-item Album.
Op het display verschijnt een cd-al‐
bumlijst.
Het album dat net afgespeeld is,
wordt met een pijl gemarkeerd.
Selecteer het gewenste album.
Het CD -menu verschijnt.
Het eerste nummer van het nieuw ge‐ selecteerde album verschijnt op het
display.
Het nieuw geselecteerde nummer
wordt afgespeeld.
124Cd-speler
CD extra's
Selecteer in het menu CD menuoptie
Extra's .
Het CD extra's -menu verschijnt.
In het Extra's -submenu zijn de vol‐
gende optievelden beschikbaar:
Normaal
Bij deze optie worden de opeenvol‐
gende functies Random CD, Repeat
track en Scan CD gedeactiveerd
Random CD (willekeurig) Audio-CD:
Wanneer willekeurig afspelen voor
een audio-CD geselecteerd is, wor‐
den de tracks op een CD in willekeu‐
rige volgorde afgespeeld.
MP3-CD:
Bij 5 of minder albums op een mp3-cd worden er 4 nummers per album in
willekeurige volgorde afgespeeld. Bij
meer dan 5 albums op de mp3-cd
wordt er steeds 1 nummer per album
afgespeeld.
Mixed mode-cd:
Op een mixed-mode-cd worden de
nummers van het audiogedeelte het
eerst in willekeurige volgorde afge‐
speeld. Daarna worden zoals boven‐
staand beschreven de nummers van
het mp3-gedeelte afgespeeld.Overschakelen op Random CD
Selecteer het optieveld Random CD.
Op het display verschijnt het g-sym‐
bool.
Repeat track
Met de "Repeat"-functie herhaalt de
cd-speler het huidige nummer.
Overschakelen op Repeat track
U hoort een titel.
Houd de kruistuimelschakelaar c in‐
gedrukt totdat het symbool i op het
display verschijnt.Op het display verschijnt gedurende
enkele seconden Herhalen Aan .
U hoort deze titel steeds weer.
of:
Selecteer het optieveld Repeat track.
Op het display verschijnt het i-sym‐
bool.
U hoort deze titel steeds weer.Repeat track uitschakelen
Houd de kruistuimelschakelaar c in‐
gedrukt totdat het symbool i op het
display dooft.
Op het display verschijnt gedurende
enkele seconden Herhalen Uit .
of:
Selecteer een nieuw nummer.
of:
Selecteer het optieveld Normaal.
Het symbool i verschijnt niet meer.
Scan CD
Met de functie "Scan CD" speelt de
cd-wisselaar elk nummer gedurende
10 seconden.
Cd-speler125
Overschakelen op Scan CD
U hoort een titel.
Houd de kruistuimelschakelaar d in‐
gedrukt totdat het symbool k op het
display verschijnt.
of:
Selecteer het optieveld Scan CD.
Op het display verschijnt het k-sym‐
bool.Scan CD uitschakelen
Houd de kruistuimelschakelaar d in‐
gedrukt totdat het symbool 6⃒ op het
display dooft.
of:
Selecteer een nieuw nummer.
of:
Selecteer het optieveld Normaal.
Op het display verschijnt het menu
CD .
Het symbool k verschijnt niet meer.
CD-tekst activeren/deactiveren
Al naargelang het feit of de CD-tekst
al dan niet ingeschakeld is, kunnen
verschillende informaties worden
weergegeven.
Ingeschakeld=Cd-naam
Tracknaam
Naam uitvoerder
AlbumnaamUitgeschakeld=Titelnummer
Albumnaam
Afspeeltijd
Niet alle cd's bevatten cd-tekst. In
deze gevallen worden de titelnum‐
mers en afspeeltijden altijd weerge‐
geven.
Aankruisvakje Titel tonen aan-/afvin‐
ken.
Verkeersbericht in de CD-modus
Terwijl een CD wordt afgespeeld,
kunt u verkeersberichten ontvangen.
Verkeersinformatie (TP) 3 114.
U kunt een verkeersbericht beëindi‐
gen met de TP-knop en de huidige
CD blijft verder afgespeeld worden.
Een cd verwijderen Druk op de j-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
U hoort de als laatste ingestelde zen‐ der of de als laatste gespeelde audi‐
obron.
Wanneer een CD niet wordt wegge‐
nomen, wordt hij automatisch weer
ingetrokken en het uitwerpproces on‐ derbroken.
128USB-poort
grootten (tot 1000 GB) kunnen wor‐
den ondersteund maar dat wordt
niet gegarandeerd.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐ meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Voor de gegevens op externe ap‐ paraten die zijn aangesloten op de
USB-poort gelden de volgende be‐
perkingen:
Maximaal aantal bestanden/songs:
5000.
Ondersteunde diepte mappen‐
structuur: ten minste 8 niveaus.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden
afgespeeld.Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.
Maximale lengte van de directory‐
naam: 28 bytes.
Maximale lengte van de bestands‐
naam: 128 bytes.
Toepasbare afspeellijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Mp3-speler, USB-drive, SDCard
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de audio-USB-mo‐
dus in te schakelen.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten audiogegevensbronnen is het‐zelfde als beschreven voor een au‐
dio-MP3 cd 3 122.
Inleiding139
4d-toets ................................. 146
Radio: naar boven
zoeken, vooruitscrollen in
het zendergeheugen ...........146
CD: kort drukken: Sla
voorwaarts één track over ..155
CD: lang drukken: snel vooruit ................................. 155
5 c-toets ................................. 146
Radio: naar onder zoeken, terugscrollen in het
zendergeheugen .................146
CD: kort drukken: Sla
achterwaarts één track over 155
Cd: lang drukken: snel
terugspoelen ....................... 155
6 o ................................... 139
Draaien: volume
aanpassen .......................... 139
Vasthouden: het volume continu aanpassen ..............139De afstandsbediening op het stuur
heeft in combinatie met het mobiele
telefoonportaal nog andere functies.
Zie het hoofdstuk van het mobiele te‐
lefoonportaal.
Bediening Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem werkt naar
keuze via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 136
■ knoppen op het stuur 3 136.
De werking van het Infotainmentsys‐ teem kan afhankelijk van het type in‐ formatiedisplay variëren. Er zijn tweeverschillende informatiedisplays: Tri‐
ple-Info-Display (TID) en Graphic-
Info-Display (GID). Zie "Informatiedis‐ plays" in het Instructieboekje voor na‐
dere informatie.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de toets e in.De laatst ingestelde audiobron wordt
afgespeeld.
In- en uitschakelen met de
contacttoets (inschakelautomaat)
Bij een geactiveerde inschakelauto‐
maat kan het Infotainmentsysteem
ook met het contact uit- en opnieuw
ingeschakeld worden.
Deze verbinding tussen de radio en
het contact is vooringesteld in de fa‐
briek, maar kan worden uitgescha‐
keld.
■ Als de automatische schakelaar uit‐
geschakeld is, kan het infotain‐mentsysteem alleen ingeschakeld
worden met de e-knop of door een
CD in te voeren en uitgeschakeld
worden met de met de e-knop.
140Inleiding
■ Als het infotainmentsysteem wordtuitgeschakeld wanneer het contact
uitstaat, onafgezien de huidige in‐
stelling van de automatische in‐
schakeling, kan het alleen inge‐
schakeld worden met de e -knop
en door een CD in te voeren.
■ De automatische start wordt altijd geactiveerd nadat het infotainment‐systeem van de bedrijfsspanning
werd losgekoppeld en weer aange‐ sloten.
Inschakelautomaat in-/uitschakelen
Alleen TID:
1. Druk op de SETTINGS-toets om
Audio weer te geven.
2. Druk op de n-toets om System
weer te geven.
3. Druk meerdere malen op de toets
SETTINGS totdat Ign.Logic ON of
OFF (afhankelijk van de huidige
instelling) verschijnt.
4. Selecteer de gewenste status met
de toetsen m n .Na enkele seconden verschijnt
Audio op het display, gevolgd door de
betreffende audiobron.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER of MEDIA om de betreffende
functie weer te geven.
Alleen GID: 1. Druk op de toets SETTINGS om
het menu Settings weer te geven.
2. Druk op de toets n om System
te selecteren.
3. Druk op de toets SETTINGS en
dan meerdere malen op de toets
n om Ign. logic te selecteren.
4. Druk op de toets SETTINGS om
de huidige instelling te wijzigen.
Na het veranderen van de instelling: Druk op de toets n en dan op de
toets SETTINGS om het menu
Settings te verlaten.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER of MEDIA om de betreffende
functie weer te geven.Automatisch uitschakelen
Het Infotainmentsysteem zet zichzelf
na één uur automatisch uit als u het
aanzet terwijl het contact uitstaat.
Volume instellen
Draai aan de o-knop.
■ Het Infotainmentsysteem speelt met het laatst ingestelde volume,
op voorwaarde dat het volume la‐
ger was dan het maximale inscha‐
kelvolume 3 143.
■ Verkeersberichten en externe au‐ diobronnen worden ingevoegd aan
een vooringesteld minimumvolume 3 143.
■ Het volume van een via de AUX-in‐
gang aangesloten audiobron kan
aan het volume van de andere au‐
diobronnen (bijv. de radio) worden
aangepast 3 143.
■ Als de respectieve bron aanstaat, kunt u het volume van de verkeers‐berichten, de externe audiobron‐
nen en de radio en CD afzonderlijk
aanpassen.