Page 113 of 141

CD-speler113CD-spelerAlgemene aanwijzingen.............113
Gebruik ...................................... 114Algemene aanwijzingen
De CD-speler van het infotainment‐ systeem kan audio-CD's en MP3/
WMA afspelen.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2.
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐ meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u bij het branden van
een audio-cd als voorbeeld met Win‐
dows 7 handmatig ISO 9660 selec‐
teren.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
Zie hieronder.
Page 114 of 141

114CD-speler
■Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐ diotracks en gecomprimeerde be‐
standen, bijv. MP3 zijn opgeslagen)
kunnen audiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden sepa‐ raat worden afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler binnen inhet apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:Aantal tracks: max. 999.
Aantal mappen: max. 255.
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max.
8 niveaus).
Aantal weergavelijsten: max. 15.
Aantal tracks per weergavelijst:
max. 255.
Ondersteunde weergavelijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐ deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.Gebruik
Afspelen van een cd starten
Druk op de CD-knop om het CD of
MP3-menu te openen.
Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Page 115 of 141

CD-speler115
Cd plaatsenPlaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen bij CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen Druk op toets g of e om naar een
hoger of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op toets s of u .Snel vooruit of achteruit
Houd de toets s of u ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Selecteren van tracks via het
audio-CD of MP3-menu
Tijdens het afspelen van een audio-
CD
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Om een track op de audio-CD te se‐
lecteren: selecteer Trackslijst en se‐
lecteer daarna de gewenste track.
Tijdens het afspelen van een MP3
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
Page 116 of 141
116CD-speler
Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer daarna de gewenste track.
Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de MP3- CD opgeslagen gegevens.
Het zoekproces op het MP3-CD kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐
ces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Een cd verwijderen Druk op de d-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 117 of 141
AUX-ingang117AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............117
Gebruik ...................................... 117Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX - of AUX -toets om de
AUX-modus te activeren.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 118 of 141
118USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............118
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐ dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
■ iPod
■ Zune
■ PlaysForSure apparaten (PFD)
■ USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Page 119 of 141

USB-poort119
Druk één keer of meerdere keren op
de AUX -knop om de USB-modus te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 114.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Bediening van de displayschermen is alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. De bediening van andere
apparaten, zoals iPod of Zune, is in
het algemeen gelijk.Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te ope‐
nen.
Voor het achter elkaar afspelen van
alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Voor het weergeven van een menu met de verschillende extra opties
voor het zoeken en selecteren van tracks: selecteer Zoeken.
Het zoekproces op het USB-apparaat kan enkele minuten duren. Tijdens dit
proces wordt de laatst ontvangen
zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen: Herhalen op Aan zetten.
Page 120 of 141

120SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................120
Telefoonregeling ........................121Algemene informatie
De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
het telefoonportaal met uw stem te
besturen. De spraakbesturing her‐
kent commando's en cijferreeksen,
ongeacht de desbetreffende spreker.
De instructies en cijferreeksen kun‐ nen zonder pauze tussen de afzon‐
derlijke woorden worden uitgespro‐
ken.
U kunt telefoonnummers onder een
toegewezen naam opslaan (spraak‐
label). Met deze namen kunt u later
een telefoonverbinding tot stand
brengen.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning u
visuele en/of akoestische feedback en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐
ties beïnvloeden, moet u de spraak‐
herkenning pas starten nadat deze is geactiveerd.
Belangrijke opmerkingen over
taalondersteuning ■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde taal voor het display niet door de
spraakherkenning wordt onder‐
steund, moet u de spraakcomman‐
do's in het Engels invoeren.
Om spraakcommando's in het En‐
gels te kunnen invoeren moet u
eerst het telefoonhoofdmenu acti‐
veren door op de PHONE-toets op
het Infotainmentsysteem te druk‐
ken en dan de spraakherkenning
van het telefoonportaal te activeren
door op toets w op het stuurwiel te
drukken.