64Stoelen, veiligheidssystemen9Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de pas‐
sagiersstoel met geactiveerde air‐ bag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Als het controlelampje V
ongeveer
60 seconden na het inschakelen van het contact oplicht, werkt het passa‐
giersairbagsysteem voor bij een bot‐
sing.
Indien beide controlelampen tegelij‐
kertijd branden, zit er een storing in
het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier ver‐
voerd worden. Roep onmiddellijk de
hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐ stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐
andering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 91.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen de volgende kinderveilig‐
heidssystemen aan die specifiek voor
montage in uw auto geschikt zijn:
■ Groep 0, groep 0+
Opel babywieg, met of zonder
ISOFIX-onderstuk, voor kinderen
tot 13 kg
■ Groep I
OPEL Duo, Britax Römer King,
voor kinderen van 9 kg tot 18 kg
■ Groep II, groep III
Opel Kid, Opel Kidfix, voor kinderen van 15 kg tot 36 kg
Let bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem op de volgende ge‐
bruiksaanwijzingen en montagevoor‐
schriften en houd u bovendien aan de
instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem werden geleverd.
Stoelen, veiligheidssystemen67
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XIL *Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XIL *DISO/R2XIL *CISO/R3XIL *Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XIL *CISO/R3XIL *BISO/F2XIL, IUF**B1ISO/F2XXIL, IUF**AISO/F3XIL, IUF**Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXIL
68Stoelen, veiligheidssystemen
IL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.*=Zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen.**=Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter3 46.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Stoelen, veiligheidssystemen69ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX kinderveiligheids‐
systemen voor specifieke auto's wor‐
den in de tabel aangeduid met IL
3 66.
Verwijder de windgeleider 3 42 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 66.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een logo ISOFIX op
de rugleuning.
Top-Tether-
bevestigingsogen De auto heeft twee bevestigingsogen
op de achterkant van de achterbank‐
rugleuningen.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Bevestig behalve de ISOFIX bevesti‐
ging ook de Top-Tether-riem aan de
Top-Tether -bevestigingsogen aan de
achterkant van de achterbank. Ach‐
terbankrugleuningen neerklappen
3 73.
Verwijder de windgeleider 3 42 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 66.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 66.
248
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 132
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 66
Indicatie afstand tot voorligger ...158
Info-Displays ................................. 97
Inhouden ................................... 239
Inklapbare spiegels .....................30
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 122 Instrumentengroep ......................86
Instrumentenverlichting .............198
Interactief rijsysteem................... 150
Interieurverlichting ......................121
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........69
K
Katalysator ................................. 141 Kentekenverlichting ...................197
Keuzehendel ............................. 142
Kilometerteller .............................. 86
Kinderveiligheids-systemen ..........64
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................124
Klok............................................... 83
Koelvloeistof .............................. 186
Koelvloeistof en antivries ............228Koelvloeistoftemperatuurmeter ...88
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 114
Koplampverstelling ....................114
Koprolbeveiliging ..........................44
L
Laadsysteem ............................... 92
Lane Departure Warning ......94, 172
Leeslampen ............................... 122
Lekke band ................................. 214
Lichtschakelaar .......................... 111
Lichtsignaal ................................ 113
Luchtinlaat ................................. 133
Luchtroosters .............................. 132
M
Meters........................................... 86
Mistachterlicht ...................... 96, 120
Mistlamp ...................................... 96
Mistlampen ................................ 193
Mistlampen voor ........................119
Motorgegevens .......................... 235
Motor-ID...................................... 231
Motorkap .................................... 184
Motorolie .................... 184, 228, 232
Motoroliedruk ............................... 95
Motor starten ............................. 136N
Nieuwe auto inrijden ..................135
O Obstakeldetectiesystemen .........159
Olie, motor .......................... 228, 232
Ontlaadbeveiliging accu ............123
Opbergruimte................................ 70
Opbergruimte achter..................... 75
Opbergruimte voor........................ 71
Opbergvakken .............................. 70
Opbergvak middenconsole ..........72
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 93
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 159
Parkeerlichten ............................ 120
Parkeren .............................. 19, 139
Park pilot met ultrasoonsensoren 159
Partikelfilter ................................. 140
Pech ........................................... 221
Pedaal intrappen .......................... 92
Persoonlijke instellingen ............106
Pollenfilter .................................. 133
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 97
Prestaties ................................... 236
Profieldiepte ............................... 209