Page 239 of 335

Verzorging van de auto237
korte ritten en vaak starten kan de
accu ontladen raken. Gebruik bij
voorkeur geen onnodige elektrische
verbruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging accu 3 156.
Accu vervangen
Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een uitstroomkanaal open is, moet dit met een afdekkap worden afgeslotenen moet de ventilatie bij de minpool
worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een Stop/Start-
systeem dat de AGM-accu (Absorp‐
tive Glass Mat) weer wordt vervangen
door een AGM-accu.
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het gebruik aan van een originele Opel accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 171.
Page 240 of 335

238Verzorging van de auto
Accu opladen9Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 285.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen: ■ Geen vonken, open vuur en niet ro‐
ken.
■ Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen aanlei‐
ding geven tot blindheid of letsel.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwonden
kan veroorzaken.
■ Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.Dieselbrandstofsysteem
ontluchten Indien de tank is leeggereden, moet
het dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Schakel het contact drie‐
maal in gedurende 15 seconden per
keer. Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Herhaal deze
procedure na minstens 5 seconden.
Als de motor niet aanslaat, moet u de
hulp van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangen
Page 263 of 335

Verzorging van de auto261
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem4Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem5–6Spiegelverwarming, diefstala‐
larmsysteem7Aanjagerregeling, motorregel‐
module, transmissieregelmo‐
dule8Lambdasonde, motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling kofferruimte12Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting13ABS14Achterruitwisser15MotorregelmoduleNr.Stroomkring16Startmotor17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Centrale elektrische eenheid,
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Start-stopsysteem29Elektrische handrem30ABS31Adaptieve cruise control32AirbagNr.Stroomkring33Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting34Uitlaatgasrecirculatie35Buitenspiegel, regensensor36Verwarming en ventilatie37Magneetklep koolstofreservoir38Vacuümpomp39Centrale regelmodule40Voorruitsproeier, achterruits‐
proeier41Grootlicht rechts (halogeen)42Koelventilator43Voorruitwissers44Voorruitwissers45Koelventilator46–47Claxon48Koelventilator49Brandstofpomp
Page 316 of 335
314Technische gegevensInhoudenMotorolieMotorA14XEL,
A14XERA14NEL,
A14NETA16LET,
A16XERA16XHTA18XERA20NFTinclusief filter [l]4,04,04,55,54,56,0tussen MIN en MAX [l]1,01,01,01,01,01,0MotorA13DTE
ecoFlexB16DTHA17DTE,
A17DTCA17DTF,
A17DTSA20DTH,
A20DTRinclusief filter [l]3,55,45,44,5tussen MIN en MAX [l]1,01,01,01,0
Brandstoftank
Benzine/diesel, tankinhoud [I]56 6)LPG, tankinhoud [I]347)6)
A13 DTE dieselmotor met Stop/Start-systeem gereduceerde tankinhoud: 46 liter.
7) Sports tourer: 33 liter.
Bandenspanningswaarden
De bandenspanningswaarden verschillen afhankelijk van de modelvariant. De volgorde van de catalogusmodellen is alsvolgt:
Page 333 of 335

331
O
Olie, motor .......................... 294, 298
Ontlaadbeveiliging accu ............156
Opbergruimte................................ 63
Opbergruimte achter..................... 90
Opbergruimte voorin .....................64
Opbergvakken .............................. 63
Opbergvak middenconsole ..........66
Opbergvak onder passagiersstoel 65
Opgeslagen instellingen ...............25
Opschakelen............................... 120
Overzicht instrumentenpaneel .....12
P Panoramadak .............................. 40
Parkeerhulp ............................... 204
Parkeerlichten ............................ 153
Parkeren .............................. 21, 173
Park pilot met ultrasoonsensoren 204
Partikelfilter ................................. 174
Pech ........................................... 287
Pedaal intrappen ........................119
Persoonlijke instellingen ............138
Pollenfilter .................................. 167
Portieren ....................................... 28
Portier open ............................... 124
Prestaties ................................... 304
Profieldiepte ............................... 271Q
Quickheat ................................... 166
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) .................................... 327
Regelbare instrumentenverlichting ...........153
Regeleenheid smartphone .........131
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 326
Remassistentie .......................... 182
Rem- en koppelingssysteem .....119
Rem- en koppelingsvloeistof ......294
Remmen ............................ 179, 236
Remvloeistof .............................. 236
Reservewiel ............................... 281
Richtingaanwijzer ......................118
Richtingaanwijzers ..................... 151
Richtingaanwijzers vooraan ......246
Roetfilter ............................. 122, 174
Rugleuning neerklappen .............46
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......226
Rijverlichting ................14, 123, 144
S Service ............................... 167, 293
Service-display .......................... 115
Service-indicatie ........................119Service-informatie ...................... 293
Sjorogen ...................................... 95
Slepen ................................ 226, 287
Sleutel, opgeslagen instellingen ...25
Sleutels ........................................ 23
Sleutels, sloten ............................. 23
Sneeuwkettingen .......................273
Snelheidsbegrenzer ...................189
Snelheidsmeter .......................... 112
Spiegelverstelling ........................10
Sproeiervloeistof ........................236
Startbeveiliging ....................33, 123
Starten en bediening ..................169
Starthulp gebruiken ...................285
Stoelpositie .................................. 43
Stoelverstelling ........................7, 43
Stop/Start-systeem .....................171
Storing ....................................... 177
Storing elektrische handrem .......120
Storingsindicatielamp ................119
Stroomonderbreking ..................178
Sturen ......................................... 168
Stuurbedieningsknoppen ...........105
Stuurbekrachtiging .....................121
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......235
Stuurwiel instellen ........................ 11
Stuurwielverstelling .................... 105
Symbolen ....................................... 4