Page 57 of 92

1. Olieaftapplug
4. Controleer of de ring beschadigd isen vervang indien nodig.
1. Olieaftapplug
2. Ring
5. Breng de onderlegring en de olieaf-tapplug aan en zet de plug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven hoe-veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
DCA11670
Gebruik geen olie met een “CD”-
dieselspecificatie of een hogere
kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
7. Start de motor, laat deze een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
8. Stel de indicator olieverversing terug.
Terugstellen van de indicator
olieverversing 1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “OIL CHANGE”-knop 15 tot 20 seconden ingedrukt.
1. “OIL CHANGE”-knop
LET OP
Aanbevolen motorolie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing: 1,30 L (1,37 US qt, 1,14 Imp.qt)
Aanhaalmoment:Olieaftapplug:20 Nm (2,0 m•kgf, 14 ft•lbf)
1 2ZAUM0129
11
ZAUM0686
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 57
1YS-F819D-D1.indd 5731/07/12 11:11
Page 58 of 92

1. “OIL CHANGE”-knop
3. Laat de “OIL CHANGE”-knop los, deindicator olieverversing zal nu uit-
gaan.
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat
de indicator olieverversing brandde
(dus voordat de intervalperiode voor
olieverversing was verstreken), moet
de indicator na de olieverversing wor-
den teruggesteld zodat het eerstvol-
gende tijdstip voor olieverversing weer
correct wordt aangegeven. Volg de
hierboven beschreven werkwijze om de
indicator olieverversing terug te stellen
voordat de olieverversingstermijn is
verstreken, maar kijk wel of de indica-
tor ca. 1.4 seconde brandt nadat de “OIL CHANGE”-knop is losgelaten; zo
niet, herhaal dan de procedure.
DAU20065
Eindoverbrengingsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor
elke rit worden gecontroleerd op olielek-
kage. In geval van lekkage dient u de
scooter door een Yamaha dealer te laten
nakijken en repareren. Bovendien dient de
eindoverbrengingsolie als volgt te worden
ververst op de tijdstippen vermeld in het
periodieke onderhouds- en smeersche-
ma.
1. Start de motor, warm de eindover- brengingsolie op door enkele minu-
ten te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind- overbrengingsolie met de pakking
om de olie uit het eindoverbrengings-
huis te laten stromen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 58
1YS-F819D-D1.indd 5831/07/12 11:11
Page 59 of 92

1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
6. Monteer de aftapplug van de eind-overbrengingsolie met de nieuwe
pakking en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
7. Vul met de aangegeven hoeveelheidvan de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis
terechtkomen. Zorg ervoor dat
geen olie op de band of het wiel
terechtkomt.
[DWA11311]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring
en draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengings- huis op olielekkage. Zoek in geval
van lekkage naar de oorzaak.
DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofni-
veau worden gecontroleerd. Ook moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUS1670
Controleren van het
koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloei-
stofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveauvia het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
Aanbevolen
eindoverbrengingsolie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid: 0,25 L (0,26 US qt, 0,22 Imp.qt)
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:22 Nm (2,2 m•kgf, 16 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 59
1YS-F819D-D1.indd 5931/07/12 11:11
Page 60 of 92

1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Kijkglas koelvloeistofniveau
3. Als de koelvloeistof op of benedende merkstreep voor minimumniveau
staat, til dan de voetplaatmat aan de
rechterzijde omhoog zoals getoond.
1. Mat op de voetplaat
4. Open de dop van het koelvloeistofre-servoir, en vul koelvloeistof bij tot aan
de merkstreep voor maximumniveau.
WAARSCHUWING! Verwijder
alleen de dop van het koelvloei-
stofreservoir. Probeer nooit om de
radiatorvuldop te verwijderen als
de motor koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen koelvloeistof
aanwezig is, gebruik dan in plaats
daarvan gedistilleerd water of ont-
hard leidingwater. Gebruik geen
hard water of zout water, dit is
schadelijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is
gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet
beschermd tegen vorst en corro-
sie. Als er water aan de koelvloei-
stof is toegevoegd, laat dan een
Yamaha dealer zo snel mogelijk
het antivriesgehalte van de koel-
vloeistof controleren om te voor-
komen dat de effectiviteit van de
koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Dop koelvloeistofreservoir
5. Sluit de dop van het koelvloeistofre-servoir
6. Plaats de voetplaatmat in de oor- spronkelijke positie en druk deze
vast.
Inhoud koelvloeistofreservoir:0,25 L (0,26 US qt, 0,22 Imp.qt)
FULL
LOW
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 60
1YS-F819D-D1.indd 6031/07/12 11:11
Page 61 of 92

DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10381]DAUS1334
Luchtfilter en
luchtfilterelementen in v-
snaarbehuizing reinigen
Het luchtfilterelement moet worden ver-
vangen en het luchtfilterelement in de v-
snaarbehuizing moet worden gereinigd
volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Reinig de luchtfilterelementen
vaker als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt.
Het luchtfilterelement vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
3. Luchtfilterelement
3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelementaan in het luchtfilterhuis.
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
Reinigen van het luchtfilterelement in
de v-snaarbehuizing 1. Verwijder het luchtfilterdeksel op de v-snaarbehuizing door de schroeven
te verwijderen.
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui-zing
2. Schroef
2. Verwijder het luchtfilterelement en
blaas vervolgens het vuil weg met
perslucht zoals getoond.
21
ZAUM04481
2
2
ZAUM06623
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 61
1YS-F819D-D1.indd 6131/07/12 11:11
Page 62 of 92

1. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing
2. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
3. Controleer het luchtfilterelement opbeschadiging en vervang het indien
nodig.
4. Breng het luchtfilterelement aan met de gekleurde kant naar buiten. LET
OP: Zorg ervoor dat elk filterele-
ment goed aanligt in de behuizing.
Laat de motor nooit draaien met
de filterelementen uitgenomen,
hierdoor kunnen de zuiger(s) en/of
cilinder(s) overmatig versleten
raken.
[DCA10531]
5. Bevestig het luchtfilterdeksel in de v- snaarbehuizing door de schroeven
aan te brengen.
DAU48431
Vrije slag van de gaskabel
afstellen
1. Vrije slag gaskabel
De vrije slag van de gaskabel dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3,0-5,0 mm
(0,12-0,20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
stel deze indien nodig als volgt af.
OPMERKING
Het stationair toerental moet correct zijn
afgesteld voordat de vrije slag van de gas-
kabel wordt gecontroleerd en afgesteld.
1. Schuif de rubber afdekking terug.
2. Draai de borgmoer los. 3. Draai de stelmoer richting (a) voor
meer vrije slag van de gaskabel.
Draai de stelmoer richting (b) voor
minder vrije slag van de gaskabel.
1. Rubber bescherming
2. Borgmoer
3. Stelmoer
4. Draai de borgmoer vast en schuif derubber afdekking weer naar de oor-
spronkelijke positie.
21
ZAUM0449
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 62
1YS-F819D-D1.indd 6231/07/12 11:11
Page 63 of 92

DAU21401
Klepspeling
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-
verhouding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yama-
ha dealer worden afgesteld volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21873
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
DWA10501
Rijden met deze machine met een
onjuiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk
ernstig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
Bandenspanning (gemeten op
koude banden):0–90 kg (0–198 lb):Voor: 190 kPa (1,90 kgf/cm
2,
28 psi, 1,90 bar)
Achter: 220 kPa (2,20 kgf/cm
2,
32 psi, 2,20 bar)
90 kg - Maximale belasting Voor: 210 kPa (2,10 kgf/cm
2,
30 psi, 2,10 bar)
Achter: 250 kPa (2,50 kgf/cm
2,
36 psi, 2,50 bar)
Maximale belasting*: YP250R 175 kg (386 lb)
YP250RA 171 kg (377 lb)
YP250R Sport 173,5 kg (383 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires
WAARSCHUWING
ZAUM0053
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 63
1YS-F819D-D1.indd 6331/07/12 11:11
Page 64 of 92

DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless ban-
den.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model
goedgekeurd door Yamaha Motor España
S. A.
DWA10470
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
WAARSCHUWING
Voorband:Maat:120/70-15 M/C 56P(PIRELLI-
METZELER)-56S(MICHELIN)
Fabrikant/model: PIRELLI / GTS23
MICHELIN / GOLD STANDARD
MICHELIN / CITYGRIP
METZELER / FEELFREE
Achterband: Maat:140/70-14 M/C 68P(PIRELLI-
METZELER)-68S(MICHELIN)
Fabrikant/model: PIRELLI / GTS24
MICHELIN / GOLD STANDARD
MICHELIN / CITYGRIP
METZELER / FEELFREEMinimale bandprofieldiepte (voor
en achter): 1,6 mm (0,06 in)
1
2
ZAUM0054
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 64
Na uitgebreide tests zijn alleen de hie-
ronder vermelde banden voor dit model
goedgekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
1YS-F819D-D1.indd 6431/07/12 11:11