
INHOUDSOPGAVE
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............... 6-27
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ............ 6-27
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-28
Middenbok en zijstandaard controleren en smeren .............. 6-29
Smeren van de achterwielophanging ................. 6-29
Achterbrugscharnierpunten
smeren ...................................... 6-30
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren ............ 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu ............................................. 6-31
Zekeringen vervangen .................. 6-33
Koplampgloeilamp ........................ 6-34
Voorste richtingaanwijzer ............. 6-35
Vervangen van een richtingaanwijzergloeilamp
achter of gloeilamp in
remlicht/achterlicht .................... 6-35
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ................................. 6-36
Parkeerlicht .................................. 6-36
Problemen oplossen ..................... 6-37
Storingzoekschema’s ................... 6-38 VERZORGING EN STALLING
VAN DE MOTORFIETS
..................... 7-1
Matkleur, let op .............................. 7-1
Verzorging ..................................... 7-1
Stalling ........................................... 7-4
SPECIFICATIES ............................... 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ............. 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
U1MCD0D0.book Page 2 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de machi-
ne dan, stop vervolgens de motor en laat de
motor afkoelen. (Zie pagina 6-39.)OPMERKINGU kunt de geselecteerde informatieweerga-
ve niet wijzigen terwijl de melding “Hi” knip-
pert.LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (al-
leen Verenigd Koninkrijk) geeft het
gemiddelde brandstofverbruik aan sinds de
weergave voor het laatst is teruggezet.●
De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
●
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
●
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de gemiddelde af-
stand aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstofver-
bruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u de
selectieschakelaar om de informatieweer-
gave te selecteren die de weergave gemid-
deld brandstofverbruik bevat. Druk kort op
de toets “RESET” zodat de weergave ge-
middeld brandstofverbruik knippert en druk
vervolgens gedurende ten minste 2 secon-
den opnieuw op de toets “RESET” terwijl de
weergave knippert.
OPMERKINGNa het terugstellen van de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven totdat de machine 1 km
(0.6 mi) heeft afgelegd.LET OP
DCA15473
Bij storingen wordt continu “– –.–” weer-
gegeven. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.Weergave huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (alleen
Verenigd Koninkrijk) geeft het brandstofver-
bruik onder de huidige rijomstandigheden
aan.●
De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
●
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is om
100 km af te leggen.
GEAR4
Hi
C.TEMP ˚C
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
FUEL CRNT km/L
U1MCD0D0.book Page 14 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
●
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de afstand aan die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h wordt “_ _._”
weergegeven.LET OP
DCA15473
Bij storingen wordt continu “– –.–” weer-
gegeven. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.Instelmodus
OPMERKING●
De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
●
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gemaakte in-
stellingen opgeslagen en wordt de in-
stelmodus vervolgens afgesloten.
Houd de menuschakelaar “MENU” ten min-
ste 2 seconden ingedrukt om de instelmo-
dus te openen. Houd de menuschakelaar
“MENU” opnieuw ten minste 2 seconden in-
gedrukt om de instelmodus af te sluiten en
terug te keren naar de normale weergave.
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
WeergaveBeschrijving
“Grip Warmer” Met deze functie kunt u de
instellingen voor laag, mid-
del en hoog tot 10 tempe-
ratuurniveaus instellen.
“Maintenance” Met deze functie kunt u het
olieverversingsinterval (af-
gelegde afstand) en 2 an-
dere
onderhoudsintervallen in-
stellen. U kunt deze functie
ook terugzetten.
“Time Trip”Met deze functie kunt u de
functies “TIME–2” en “TI-
ME–3” controleren en te-
rugzetten op nul. Deze
tijdweergaven tonen de to-
tale verstreken tijd dat de
sleutel in de stand “ON”
staat. Wanneer de sleutel
naar “OFF” wordt ge-
draaid, worden de rittijden
gestopt, maar niet terugge-
zet op nul. De maximale
tijd die kan worden weer-
gegeven is 99:59.
“Unit” Met deze functie kunt u de
eenheden voor brandstof-
verbruik schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Alleen Verenigd Konink-
rijk: Met deze functie kunt
u de weergave-eenheden
schakelen tussen kilome-
ters en mijlen. Wanneer u
kilometers hebt geselec-
teerd, kunt u de eenheden
voor brandstofverbruik
schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
“Display” Met deze functie kunt u de
items die in 3 informatie-
weergaven worden ge-
toond wijzigen.
“Brightness” Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
U1MCD0D0.book Page 15 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40361
Koplampgloeilamp Als een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16580
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering 1:50.0 A
Hoofdzekering 2:
30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Backup-zekering:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtings-
systeem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD0D0.book Page 34 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

SPECIFICATIES
8-3
8
Achterwielophanging:Type:Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 125.0 mm (4.92 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:GT14B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 12.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 2
Voorste richtingaanwijzer:
LED
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1 Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Cruise control “SET” controlelampje: LED
Cruise control “ON” controlelampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekeringen:Hoofdzekering 1:50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD0D0.book Page 3 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

INDEX
AABS ...................................................... 3-25
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox ...................................... 3-35
Accu...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-37
Achterwielophanging, smeren .............. 6-29BBanden ................................................. 6-20
Bougies, controleren............................. 6-12
Brandstof .............................................. 3-28
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-23
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes cruise control ............... 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-5
Controlelampje tractieregeling ................ 3-5
Cruise control ......................................... 3-6
Cruise control-schakelaars ................... 3-23DDimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar ........................ 3-22
D-mode (rijmodus) ................................ 3-21GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 6-27 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ......................................... 3-43
Gereedschapsset .................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-36
HHoogte bestuurderszadel, verstellen..... 3-32IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-27
Klepspeling............................................ 6-20
Koelvloeistof .......................................... 6-16
Koplampgloeilamp.................................6-34
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-35
Koppelingshendel.........................3-24, 6-23LLuchtfilterelement, reinigen ................... 6-18MMatkleur, let op........................................ 7-1
Menuschakelaar .................................... 3-23
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ........................ 6-29
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-13
Multifunctionele meter ............................. 3-9NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof, controleren .......................................... 6-25OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Opbergcompartimenten ........................ 3-34
PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlicht ........................................... 6-36
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-37RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................ 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof, verversen ............................................ 6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-27
Remhendel ........................................... 3-25
Remlichtschakelaars............................. 6-24
Rempedaal ........................................... 3-25
Richtingaanwijzergloeilamp of gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-35
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-22SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-23
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-24
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-39
Selectieschakelaar................................ 3-23
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-5
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Stand van het stuur, verstellen ............. 3-36
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar.... 3-23
Startspersysteem .................................. 3-41
U1MCD0D0.book Page 1 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM