GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU47150
OPMERKINGDit model is uitgerust met:●
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op de multifunctionele meter
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
●
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. In dat geval
wordt op de multifunctionele meter
foutcode 70 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Druk op de start-
schakelaar om de foutcode te wissen
en de motor opnieuw te starten.
DAU54170
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:●
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
●
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-41 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de startschakelaar/nood-
stopschakelaar op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.●
Waarschuwingslampje olieni-
veau
●
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
●
Controlelampje tractieregeling
●
Controlelampjes cruise control
●
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11833
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
U1MCD0D0.book Page 1 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU22282
Remlichtschakelaars Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Om-
dat de remlichtschakelaars deel uitmaken
van het cruise-controlsysteem, moeten
deze worden afgesteld door een Yamaha
dealer die over de benodigde vakkennis en
ervaring beschikt.
DAU22392
Controleren van voor- en achter-
remblokken De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU43431
Remblokken voorrem
De remklauwen van de voorrem zijn voor-
zien van twee rembloksets.
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 0.8 mm (0.03 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
1
1. Remvoeringdikte
1
U1MCD0D0.book Page 24 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU54510
Zekeringen vervangen De zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder paneel A.
(Zie pagina 6-9.)Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
1. Hoofdzekering 1
2. Reservezekering
3. Cruise control zekering
4. Zekering remlicht
5. Zekeringenkastje
6. Hoofdzekering 2
5
1
3
4
2
2
5
26
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-
systeem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
9. Zekering signaleringssysteem
10.Circuitzekering aansluitcontact voor acces- soires
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Zekering ontstekingssysteem
13.Zekering rechter radiatorkoelvin
14.Zekering linker radiatorkoelvin
15.Zekering kuipruitstelmotor
147
9101112
13
715
817
2
3456
7
U1MCD0D0.book Page 33 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40361
Koplampgloeilamp Als een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16580
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering 1:50.0 A
Hoofdzekering 2:
30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Backup-zekering:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtings-
systeem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD0D0.book Page 34 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Achterwielophanging:Type:Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 125.0 mm (4.92 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:GT14B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 12.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 2
Voorste richtingaanwijzer:
LED
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1 Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Cruise control “SET” controlelampje: LED
Cruise control “ON” controlelampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekeringen:Hoofdzekering 1:50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD0D0.book Page 3 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
INDEX
AABS ...................................................... 3-25
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox ...................................... 3-35
Accu...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-37
Achterwielophanging, smeren .............. 6-29BBanden ................................................. 6-20
Bougies, controleren............................. 6-12
Brandstof .............................................. 3-28
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-23
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes cruise control ............... 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-5
Controlelampje tractieregeling ................ 3-5
Cruise control ......................................... 3-6
Cruise control-schakelaars ................... 3-23DDimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar ........................ 3-22
D-mode (rijmodus) ................................ 3-21GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 6-27 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ......................................... 3-43
Gereedschapsset .................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-36
HHoogte bestuurderszadel, verstellen..... 3-32IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-27
Klepspeling............................................ 6-20
Koelvloeistof .......................................... 6-16
Koplampgloeilamp.................................6-34
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-35
Koppelingshendel.........................3-24, 6-23LLuchtfilterelement, reinigen ................... 6-18MMatkleur, let op........................................ 7-1
Menuschakelaar .................................... 3-23
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ........................ 6-29
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-13
Multifunctionele meter ............................. 3-9NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof, controleren .......................................... 6-25OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Opbergcompartimenten ........................ 3-34
PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlicht ........................................... 6-36
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-37RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................ 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof, verversen ............................................ 6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-27
Remhendel ........................................... 3-25
Remlichtschakelaars............................. 6-24
Rempedaal ........................................... 3-25
Richtingaanwijzergloeilamp of gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-35
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-22SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-23
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-24
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-39
Selectieschakelaar................................ 3-23
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-5
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Stand van het stuur, verstellen ............. 3-36
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar.... 3-23
Startspersysteem .................................. 3-41
U1MCD0D0.book Page 1 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM