102
Rijden
Park Assist
Dit systeem assisteert u actief bij het parkeren door een parkeerplek te detecteren en ver volgens het sturen van u over te nemen bij het inparkeren.
Het systeem bedient de stuurinrichting terwijl de bestuurder het gaspedaal, het rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling (handgeschakelde
versnellingsbak) bedient. Tijdens het in- en uitparkeren informeer t het systeem de bestuurder met beelden op het scherm en geluidssignalen, zodat hijerop kan toezien dat de manoeuvre veilig wordt uitgevoerd. Bij het parkeren kan het noodzakelijk zijn dat u enkele keren moet steken.
Het systeem meet bij het fileparkeren geen parkeerruimtes op waar van de afmetingen aanmerkelijk groter of kleiner zijn dan het model van de auto.
De functie "Parkeerhulp" wordt tijdens de manoeuvres automatischgeactiveerd. Het is dus mogelijk dat in combinatie met een geluidssignaal een pictogram op het scherm verschijnt, wat geen gevolgen heeft voor deparkeermanoeuvre.
Als de Park Assist is geactiveerd, gaathet Stop & Start-systeem niet over op de STOP-stand. In de STOP-stand wordt bij het activeren van de Park Assist de motor weer gestart.
Het Park Assist-systeem is eenhulpmiddel voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven en verantwoordelijk is. De bestuurder moet ervoor zorgen dat de auto tijdens de manoeuvre onder controle blijft en geen obstakels kan raken. Onder bepaalde omstandighedendetecteren de sensoren mogelijk geenkleine obstakels die zich in hun dode hoeken bevinden.
Tijdens de manoeuvres draait het stuurwiel snel rond: houd daarom het stuurwiel niet tegen, steek niet uw handen tussen de spaken en zorg dat ook uw kleding, uw sjaal, een handtasen dergelijke niet tussen de spaken terechtkomen. U zou hierdoor letsel kunnen oplopen.
Het s
ysteem assisteert u bij het fileparkeren,
zowel bij inparkeren als bij uitparkeren. De bestuurder kan op elk
gewenst moment het stuur zelf weer overnemen.
174
Praktische informatie
12V- ac c u
Deze sticker geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of ver vangen mag worden bij het PEUGEOT-netwerkof bij een gekwalificeerde werkplaats. Het negeren van deze aanwijzing kan ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.
Na het monteren van de accukan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren (tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Start-systeem weer zal werken.
)Trek de vergrendelingshendel zo ver mogelijk omhoog.
Accukabels loskoppelen
Weer aansluiten van de kabels
)Plaats de geopende accupoolklem 1
op depluspool (+) van de accu.
)Druk ver ticaal op de accupoolklem 1omhem goed tegen de accu aan te drukken. )
Zet de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel 2omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aangeziende accupoolklem niet kan wordenvergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure. Procedure voor het opladen van de accu en het
gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu: ) open de motorkap via hendel in het
interieur en bedien gebruik ver volgens de
veili
gheidshaak aan de buitenzijde, ) bevestig de motorkapsteun,
)
ver wijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool.
Toegang tot de accu