4
Lees mij eerst
In- en uitschakelen
Uw navigatieapparaat wordt ingeschakeld wanneer uw auto start en wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u de motor van uw auto stopzet.
Totdat een verbinding tot stand is gebracht tussen de audiobedieningseenheid en het
navigatieapparaat, toont het scherm audiogerelateerde informatie en is de Nav knop op de
hoofddisplay nonactief. Druk op de Nav knop in het geval het navigatieapparaat opnieuw
wordt opgestar t. Er wordt een Mazda/TomTom scherm getoond en het kan tot 30 seconden
duren voordat het hoofdscherm verschijnt.
Onder extreme temperatuuromstandigheden bestaat de kans dat het navigatieapparaat niet
opstar t. Wanneer de temperatuur weer binnen het normale bereik is, dient het apparaat op te
star ten, echter als het apparaat in deze situatie niet automatisch opstart, uw automotor
stopzetten en de automotor opnieuw starten.
Instellen
Belangrijk: Let er op de juiste taal te selecteren, aangezien de taal die u kiest gebruikt zal
worden voor alle tekst op het scherm.
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, dient u een aantal vragen te
beantwoorden om het apparaat in te stellen. Beantwoord de vragen door het scherm aan te
raken.
GPS-ontvangst
Wanneer u uw navigatieapparaat voor de eerste keer start, kan het een aantal minuten duren
om uw GPS-positie te bepalen en uw huidige positie op de kaart te tonen. In de toekomst zal
uw positie veel sneller gevonden worden, gewoonlijk binnen een paar seconden.
In gebieden waar GPS ontvangst niet mogelijk is, zoals in tunnels, bestaat de kans dat uw
locatie niet accuraat bepaald kan worden.
Belangrijk: De GPS antenne bevindt zich in het dashboard, dus plaats geen voorwerpen op
het dashboard.
Opmerking: In bepaalde situaties is het mogelijk dat uw navigatiesysteem opnieuw
opstart wanneer u de sleutel in het contact van ACC-ON naar de motorstartpositie draait.
In dit geval kan het tot 30 seconden duren voordat het hoofdscherm op het
navigatiesysteem verschijnt.
8
Veiligheidsmededeling
Bepaalde TomTom navigatieapparaten bevatten een GSM/GPRS module die storing kan
veroorzaken bij elektrische apparatuur zoals har tpacemakers, gehoorapparaten en
luchtvaartapparatuur.
Storing bij deze apparatuur kan de gezondheid of uw leven of dat van anderen in gevaar
brengen.
Als uw apparaat een GSM/GPRS module bevat, dit niet gebruiken nabij onbeveiligde
elektrische apparatuur of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is,
zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Veiligheidsinstellingen
Het wordt aanbevolen gebruik te maken van de veiligheidsinstellingen om het rijden zo veilig
mogelijk te maken.
Dit zijn enkele van de opties die deel uitmaken van de veiligheidsinstellingen:
• Tonen van veiligheidswaarschuwingen
• Waarschuwen wanneer sneller gereden wordt dan is toegestaan
Als uw apparaat gesproken instructies ondersteunt, kunt u ook veiliger rijden door voor de
bediening van uw navigatieapparaat gebruik te maken van gesproken instructies.
Gebruik van de navigatie
- Vermijd bediening tijdens het rijden. Bedien het systeem nadat u de auto hebt stopgezet.
- Richt uw aandacht tijdens het rijden niet op de display. Wanneer u als gevolg hiervan uw
aandacht niet op de weg houdt, kan dit ongelukken veroorzaken.
- Neem altijd de verkeersregels in acht van het land waarin met de auto wordt gereden.