9
De commander
Over de commander
De commander is een besturingsinrichting welke zich bevindt nabij de armsteun van uw auto
in de middenconsole.
Deze is in het midden voorzien van een stick die u op de volgende manieren kunt verplaatsen:
• Induwen
• Naar links of rechts draaien
• Duw de stick naar voren of naar achteren.
• Duw de stick naar links of rechts
Gebruik van de commander
1. Induwen - selecteert het item waarop is scherpgesteld, bijvoorbeeld de volumeregeling, wanneer
scherpgesteld op het middenpaneel van de statusbalk in de rijweergave. Schakelt items in of uit.
2. Naar links of rechts draaien - bedient schuifbalken, zoals de volumeregeling en in-/
uitzoomen in de rijweergave.
3. Naar voren of naar achteren duwen - verplaatst de scherpstelling rondom verschillende
gebieden van het scherm of rond de kaart tijdens het bladeren.
4. Naar links of rechts duwen - voor verplaatsing tussen pagina's in een menu of tussen tabs
op een scherm.
Voorbeelden van het uitvoeren van algemene taken met gebruik van de commander
• Duw de knop in voor toegang tot het hoofdmenu vanuit de rijweergave.
• Gebruik naar rechts en links draaien voor het in- of uitzoomen in de rijweergave.
• Duw naar rechts voor toegang tot het menu Verkeersinfo wanneer scherpgesteld is op de
kaar t in de rijweergave.
• Duw naar links voor toegang tot het snelmenu wanneer scherpgesteld is op de kaart in de
rijweergave.
• Duw terug naar u toe wanneer scherpgesteld is op de kaar t in de rijweergave voor toegang
tot de volumeregeling het middenpaneel van de statusbalk.
• Duw voor toegang tot de rijweergave vanuit het hoofdmenu de stick terug naar u toe totdat
u scherpgesteld bent op de Done knop en duw vervolgens de knop in.
• Duw naar links of naar rechts voor het verplaatsen tussen letters op het toetsenbordscherm.
Gebruik omhoog of terug duwen voor verplaatsing naar de letter boven of beneden. U kunt
voor het verplaatsen tussen letters ook naar links of naar rechts draaien gebruiken.