Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Lancia Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Lancia garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Lancia-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid, het comfort en de prestaties
van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het
resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Lancia
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID: REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS, ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI: STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop nuova Ypsilon Lum NL.qxd:Lancia Delta IT.qxd 15-03-2011 10:27 Pagina 2
HET SYSTEEM HANDMATIG
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
Druk op knop
fig. 71 op het bedieningspaneel
van het dashboard om het systeem handmatig
in of uit te schakelen.
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt een melding op de
display. In deze omstandigheid is de led op de
knop
gedoofd.
Uitschakeling Start&Stop systeem
Versies met multifunctioneel display: wanneer het
Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt een melding op de display.
Versies met multifunctioneel display: wanneer het
Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het symbool
op de display.De led boven de
knop brandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJ DE MOTOR
NIET WORDT AFGEZET
Bij ingeschakeld systeem wordt, om redenen van
comfort, emissiecontrole en veiligheid, de motor
niet afgezet onder de volgende omstandigheden:
❒nog koude motor;
❒buitengewoon lage buitentemperatuur;
❒onvoldoende acculading;
❒bezig met regeneratie van het roetfilter (DPF)
(alleen bij dieselmotoren);
❒bestuurdersportier niet gesloten;
❒veiligheidsgordel van de bestuurder niet
omgelegd;
❒ingeschakelde achteruit (bijv. bij het parkeren);
❒bij versies met automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten), wanneer
een comfortabele temperatuur in het interieur
moet worden bereikt of bij ingeschakelde
MAX-DEF functie;
❒tijdens de inrijperiode, als het systeem wordt
geïnitialiseerd.
fig. 71
L0F0044
91WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het
Start&Stop-systeem worden
uitgeschakeld zodat de klimaatregeling kan
blijven werken.
De regeneratie wordt automatisch geregeld door
de elektronische motorregeleenheid naargelang de
conditie van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Tijdens de regeneratie van het roetfilter kunnen
het toerental bij stationair draaiende motor, de
rookvorming aan de uitlaat en de
uitlaatgastemperatuur iets verhoogd zijn.
Dit is normaal en heeft geen negatieve invloed op
de normale rijeigenschappen van het voertuig
en op het milieu. Als de betreffende melding wordt
weergegeven, zie hoofdstuk "Lampjes en
meldingen".
BELANGRIJK
Onder normale
gebruiksomstandigheden worden de
katalysator en het dieselroetfilter (DPF) erg
warm. Parkeer het voertuig dus niet op
licht ontvlambaar materiaal (gras, droge
bladeren, dennennaalden enz.).
120WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
km x 1000 30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Spanning van aandrijfriem(en) hulporganen controleren (versies
zonder automatische riemspanner) (of elke 24 maanden)●●
Conditie van getande distributieriem controleren (behalve 0.9
TwinAir 85 pk motor)●●
Klepspeling controleren en zo nodig afstellen (1.2 8V 69 pk versie)●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●
Motormanagementsystemen controleren (m.b.v. diagnosestekker)●●●●●●
Olieniveau versnellingsbak controleren●●
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●●
Bougies vervangen●●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Vervanging van de getande distributieriem (behalve de 0.9 TwinAir
85 pk motor)
(1)
●
Luchtfilterelement vervangen●●●
(1) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad,
langdurig stationair draaien) om de vier jaar worden vervangen of in elk geval om de vijf jaar.
212WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MOTOROLIE
Controleer ongeveer 5 minuten na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een
horizontale ondergrond.
Voor 1.2 8V 69 pk en 1.3 16V MultiJet versies
Verwijder de motorolie peilstok B, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en plaats de
peilstok terug. Neem de peilstok weer uit en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt.
Het verschil tussen het MIN en MAX-teken komt
overeen met ongeveer 1 liter olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvullen via de
vulopening tot aan het MAX-teken.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Voor 0.9 TwinAir 85 HP versies
De motoroliepeilstok A is in de dop A
geïntegreerd. Draai de dop los, maak de peilstok
schoon met een niet pluizende doek, plaats de
peilstok terug en draai de dop vast. Neem de dop
weer uit en controleer of het peil zich tussen het
MIN- en MAX-teken op de peilstok bevindt.Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik
op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto wordt de
motor ingereden. Daarom is het motorolieverbruik
pas stabiel na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enkele seconden
draaien alvorens de motor uit te zetten en wacht
enkele minuten alvorens het oliepeil te
controleren.
Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee de
motor is gevuld.Afgewerkte motorolie en oude
motoroliefilters bevatten
milieuschadelijke stoffen. Raadpleeg
bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk om de
olie en het oliefilter te laten verversen/
vervangen.
221WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VULINHOUDENBenzine-uitvoeringen 0.9 TwinAir 85 pk 1.2 8V 69 pkVoorgeschreven
Brandstoftank inhoud
(liter):40 40Loodvrije benzine met
octaangetal van ten minste
95 RON (specificatie
EN228) incl. een reserve van
(liter):5÷7 5÷7
Koelsysteem (liter): 5,3 4,9Mengsel van 50% water en
PARAFLU
UP
(*)
Carterpan (liter): 2,8 2,5
SELENIA K P.E.
Carterpan en filters (liter): 3,2 2,8
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):1,65 1,65TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE
Hydraulisch remsysteem
(liter):0,55 0,55 TUTELA TOP 4
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers/
achterruitsproeier (liter):2,55 2,5Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC35(*) Onder erg strenge klimaatcondities is een mengsel van 60%
UP
en 40% gemineraliseerd water aanbevolen.
252WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
smeermiddelen brandstof en originele
– "Daytime Running
Lights" ............................ 49
Dashboardkastje
passagierszijde .................... 66
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............. 197
Dashboard ........................... 3
De auto langdurig stallen .... 156
De motor starten ......... 146-172
Derde remlicht .................... 192
De sleutels ............................ 24
Dieselfilter .......................... 224
Dimlicht
– bediening ......................... 50
– lamp vervangen .............. 190
Display................................. 7
– Bedieningsknoppen .......... 10
DPF (roetfilter)................... 119
DRLs (Dagverlichting) ......... 49
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) ....... 95-96Een wiel vervangen ............ 174
Elektrische ruitbediening ..... 75
Elektrische
stuurbekrachtiging
"Dualdrive" ........................ 95EOBD (systeem)................... 95
ESC systeem ........................ 87
Fix&Go Automatic kit ........ 180
Follow me home (systeem) ... 52Gear Shift Indicator
(systeem) ........................... 8
Gebruiksomstandigheden.... 152
Gebruik van de
versnellingsbak ................. 150
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ............ 211
Gewichten en belastingen.... 251
Gordelspanners ................... 126
Grootlicht
– bediening ......................... 51
– lamp vervangen .............. 189H
andbediende
airconditioning ................... 38
– onderhoud ....................... 40
Handrem ............................ 14
Hendels op het stuurwiel
– linkerhendel .................... 49Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ..... 8
Hill Holder (systeem) ........... 88
Hoofdairbag ....................... 141
Hoofdsteunen ....................... 31
Identificatiegegevens
– chassisnummer ............... 237
– identificatieplaatje
carrosserielak ................. 237
– motorcode ...................... 237
– typeplaatje met
identificatiegegevens....... 236
Imperiaal/skidrager.............. 83
Inbouwvoorbereiding
autoradio ............................ 97
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar
navigatiesysteem................. 98
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ............ 136
Instrumenten
– Instrumenten ................... 4
Instrumentenpaneel.............. 4
Instrumenten (paneel)
– Brandstofmeter ................ 6
297WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
9
D
agverlichting (DRL)