U kunt nu het te verzenden bericht
inspreken, of u kunt zeggen: "List
Messages" (Berichten weergeven).
Er zijn 20 kant-en-klare berichten.Als u een bericht wilt verzenden,
drukt u op de toets
terwijl het
bericht wordt weergegeven door het
systeem en zegt u "Send" (verzen-
den).
Uconnect™ Phone vraagt u de naam
of het nummer te zeggen van de per-
soon waaraan u het bericht wilt zen-
den.
Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. Ja.
2. Nee.
3. Waar ben je?
4. Ik heb meer routeaanwijzingen
nodig.
5. L O L
6. Waarom
7. Ik hou van je
8. Bel me 9. Bel me straks
10. Bedankt
11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je er al?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Tot later
18. Wanneer kunnen we elkaar ont-
moeten
19. Stuur me het telefoonnummer
20. Begin zonder mij
Waarschuwing voor inkomende
SMS-berichten in-/uitschakelen
Als u de waarschuwing voor inko-
mende SMS-berichten uitschakelt, zal
het systeem geen melding geven wan-
neer een nieuw bericht binnenkomt.
Druk op de toets
.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en
de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup, Incoming Message An-
nouncement" (Instellen, waarschu-
wing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze
instelling te wijzigen.
Communicatieverbinding
Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect™ Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
109
drukt u herhaald kort op de selectie-
knop, totdat een vinkje naast de func-
tie verschijnt, waarmee aangegeven
wordt dat het systeem geactiveerd is,
of totdat het vinkje verdwijnt waar-
mee wordt aangegeven dat het sys-
teem is uitgeschakeld. Raadpleeg
"SmartBeam™" in "De functies van
uw voertuig" voor meer informatie.
Headlamp Off Delay
(Uitschakelvertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.Headlamps with Wipers
(Koplampen aan bij inschakelen
ruitenwissers) (uitsluitend
beschikbaar in combinatie met
automatische koplampen) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Als ON is geselecteerd en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat,
gaan de koplampen ca. 10 seconden
nadat de ruitenwissers zijn ingescha-
keld branden. Wanneer de koplam-
pen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Maak uw
keuze door kort op de selectieknop te
drukken totdat naast de instelling een
vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd.
OPMERKING: Als overdag de
koplampen worden aangezet,
wordt de verlichting van het in-
strumentenpaneel gedimd. (Raad-
pleeg "Verlichting" in "De functies
van uw voertuig" voor informatie
over het verhogen van de intensi-
teit.)Intermittent Wiper Options
(Opties voor intervalstand
ruitenwissers) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
kunt u kiezen voor wisserwerking met
standaard intervalstand of regensen-
sor die vocht op de voorruit detecteert
en automatisch de ruitenwissers in-
schakelt. Om een selectie te maken
bladert u op of neer totdat de ge-
wenste instelling gemarkeerd is, ver-
volgens drukt u kort de selectieknop
totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt welke aangeeft dat de in-
stelling geselecteerd is.
Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de schakelaars van de elektrisch
bediende ramen, de radio, de
Uconnect™ phone (voor bepaalde
uitvoeringen/landen), het dvd-
videosysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen), het elektrisch
bediende zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) en de aansluit-
contacten nog maximaal 10 minuten
212
Calibrate Compass (Kompas
kalibreren) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Compass Variance
(Kompasafwijking) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Menu uitschakelen
Druk kort op de selectieknop om het
menu uit te schakelen.
AUDIOSYSTEMEN
Raadpleeg de handleiding van uw au-
diosysteem.
NAVIGATIESYSTEEM
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van Uconnect Touch™.BEDIENING
iPod®/USB/MP3 (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
OPMERKING: Dit hoofdstuk is
uitsluitend bedoeld voor radio's
met Uconnect™, verkoopcode RES
of REQ/REL/RET. Voor de radio
met code RBZ/RHB, RHR, RHP,
RHW of RB2 en aanraakscherm
met iPod®/USB/MP3 regeling,
dient u de aparte RBZ/RHB, RHR,
RHP, RHW of RB2 gebruikers-
handleiding te raadplegen. Bedie-
ning van iPod®/USB/MP3 is al-
leen beschikbaar voor bepaalde
uitvoeringen/landen met deze ra-
dio's.
Met deze functie kan een iPod® of
extern USB-apparaat worden aange-
sloten op de USB-poort in het hand-
schoenenkastje.
iPod® bediening is compatibel met
iPod® Mini, 4G, Photo, Nano, 5G en
iPhone® apparaten. Sommige versies
van de iPod® software zijn mogelijkniet volledig compatibel met de func-
ties van de iPod® bediening. Bezoek
in dat geval de website van Apple om
de nieuwste softwareversies te down-
loaden.
OPMERKING:
Wanneer de radio is voorzien
van een USB-poort, raadpleeg
dan de desbetreffende gebrui-
kershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio
voor de mogelijke ondersteu-
ning van iPod® of externe USB-
apparaten.
Wanneer u een iPod® of elektro- nisch audio-apparaat aansluit
op de AUX-poort op het voorpa-
neel van de radio, kunt u wel
media afspelen, maar kan de
iPod®/MP3functie voor het be-
dienen van het aangesloten ap-
paraat niet worden gebruikt.
215
op het apparaat eerst worden geïniti
aliseerd, waarna deze wordt ge-
streamd naar het Uconnect™ tele-
foonsysteem. Er kunnen zeven
apparaten worden gekoppeld aan het
Uconnect™ Phone systeem, maar er
kan slechts één apparaat tegelijk wor-
den geselecteerd en gebruikt.
Ander audio-apparaat selecteren
1. Druk op de knop PHONE om te
beginnen.
2. Na de prompt "Ready" (Gereed)
en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup" (Instellen) en dan "Select
Audio Devices" (Audio-apparaten se-
lecteren).
3. Zeg de naam van het audio-
apparaat of vraag het Uconnect™
Phone systeem om de lijst met audio-
apparaten weer te geven.
Volgende nummer
Gebruik de knop SEEK UP of druk op
de knop VR op de radio en zeg "Next
Track" (Volgende nummer) om naar
het volgende nummer op uw mobiele
telefoon te gaan.Vorige nummer
Gebruik de knop SEEK DOWN of
druk op de knop VR op de radio en
zeg "Previous Track" (Vorige num-
mer) om naar het vorige nummer op
uw mobiele telefoon te gaan.
Bladeren
Bladeren is niet mogelijk op een
BTSA-apparaat. Alleen bij het hui-
dige nummer dat wordt afgespeeld
wordt informatie weergegeven.
UCONNECT™
MULTIMEDIA VIDEO
ENTERTAINMENT
SYSTEM (VES)™ (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Beginnen
Scherm(en) in de dakconsole:
klap het/de LCD-scherm(en) uit
door te drukken op de knop die zich
achter het/de scherm(en) op de
dakconsole bevindt. Zet het contactschakelaar in de
stand ON of ACC.
Schakel de VES™speler in (voor bepaalde uitvoeringen/landen met
dual video screen-systeem (systeem
met twee beeldschermen)) door te
drukken op de Aan/uit-knop ui-
terst links, of door te drukken op de
toets van de afstandsbediening.
Als het/de beeldscherm(en) zijn opengeklapt en de VES™speler
een dvd bevat, worden het/de
scherm(en) automatisch ingescha-
keld, waarna de hoofdtelefoons
worden ingeschakeld en het afspe-
len begint.
Bij het dual video screen-systeem heeft kanaal 1 op de afstandsbedie-
ning en hoofdtelefoons betrekking
op scherm 1 (tweede zitrij), terwijl220