Page 96 of 420

11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je er al?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Tot later
18. Wanneer kunnen we elkaar ontmoeten
19. Stuur me het telefoonnummer
20. Begin zonder mijAankondiging van inkomende tekstberich-
ten in-/uitschakelen
Als u de aankondiging van inkomende tekstbe-
richten uitschakelt, zal het systeem geen mel-
ding geven wanneer een nieuw bericht binnen-
komt.
•
Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup, Inco-
ming Message Announcement "(Instellen,
waarschuwing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze instelling
te wijzigen. Communicatieverbinding Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele telefoons en
Uconnect® Phone kan soms worden verbro-
ken. Als dit gebeurt, kunt u de verbinding ge-
woonlijk opnieuw tot stand brengen door de
mobiele telefoon in en uit te schakelen. Het is
raadzaam op uw mobiele telefoon de stand
Bluetooth® AAN ingeschakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van de stand OFF
naar de stand ON of ACC heeft gedraaid of na
een verandering van taal, moet u ten minste
vijftien seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
92
Page 211 of 420

ning, de radio, het Uconnect® Phone systeem
(indien aanwezig), het DVD-videosysteem (in-
dien aanwezig), het elektrisch bedienbare
schuifdak (indien aanwezig) en de aansluitcon-
tacten nog maximaal 10 minuten werken nadat
de contactschakelaar in de stand OFF is gezet.
Door het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Om de instelling
van Engine Off Power Delay (vertraging voe-
dingsspanning bij uitgeschakelde motor) te wij-
zigen kiest u de schermtoets 0 seconds (secon-
den), 45 seconds, 5 minutes (minuten) of 10
minutes. Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
•Uitschakelvertraging koplampen
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 0, 30, 60 of 90
seconden blijven branden. Kies de schermtoets
+ of - om de status van de uitschakelvertraging
te wijzigen en de gewenste tijd te selecteren.
Kies de schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren. Compass Settings (instellingen van
kompas) – Indien aanwezig
Nadat u de schermtoets Compass Settings
(instellingen van kompas) hebt gekozen, zijn de
volgende instellingen mogelijk.
•
Variance (afwijking)
De kompasafwijking is het verschil tussen het
magnetische noorden en het geografische
noorden. Ter compensatie van de verschillen
moet de kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de zone
waarin de auto wordt gebruikt. Nadat u het
kompas correct heeft ingesteld, worden de ver-
schillen automatisch gecompenseerd, zodat de
nauwkeurigheid van de kompasrichting opti-
maal is.
OPMERKING:
Houd magnetische voorwerpen, zoals
iPod’s, mobiele telefoons, laptopcomputers
en radardetectoren uit de buurt van het
instrumentenpaneel. Omdat zich hier de
kompasmodule bevindt, zou de sensor van
het kompas gestoord kunnen worden, waar-
door de weergegeven waarden onbetrouw-
baar worden. •
Kompas kalibreren
Kies de schermtoets Calibration (kalibratie) om
deze instelling te wijzigen. Het kompas is zelf-
ijkend, zodat u het niet handmatig hoeft te
resetten. Mogelijk geeft het kompas onjuiste
waarden weer wanneer de auto nieuw is. In dat
geval geeft het EVIC het bericht CAL weer
totdat het kompas is gekalibreerd. U kunt ook
het kompas kalibreren door de schermtoets ON
te kiezen en een of meerdere keren in een cirkel
van 360 graden te rijden (in een gebied zonder
grote metalen of metaalhoudende objecten) tot
de CAL-indicator in het EVIC verdwijnt. Het
kompas werkt dan normaal.
Kaart kompasafwijking
207
Page 212 of 420

Audio
Nadat u de schermtoets Audio hebt gekozen,
zijn de volgende instellingen mogelijk.
•Balans links/rechts - voor/achter
In dit scherm kunt u de balans links/rechts
(Balance) en de balans voor/achter (Fade) in-
stellen.
• Equalizer
In dit scherm kunt u Bass (bas), Mid (midden-
tonen) en Treble (hoge tonen) instellen. Pas de
instellingen aan met de schermtoetsen + en – of
door een punt te kiezen op de schaal tussen de
schermtoetsen + en –. Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
OPMERKING:
Met Bass/Mid/Treble kunt u door eenvoudig
uw vinger naar boven/beneden te schuiven
de instelling wijzigen. U kunt ook direct op
de gewenste instelling drukken. •
Snelheidsafhankelijke volumeregeling
Deze functie past het volume aan de voertuig-
snelheid aan. Als u de snelheidsafhankelijke
volumeregeling wilt wijzigen, kiest u de scherm-
toets Off (uit), 1, 2 of 3. Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
• Surround Sound
Met deze functie wordt een ruimtelijke surround
sound gesimuleerd. Kies de schermtoets Sur-
round Sound en selecteer vervolgens On (aan)
of Off (uit). Kies ten slotte de schermtoets met
de pijl naar links.
Telefoon/Bluetooth®
Nadat u de schermtoets Phone/Bluetooth®
(telefoon/Bluetooth®) hebt gekozen, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk.
• Gekoppelde apparaten
Deze functie toont welke telefoons zijn gekop-
peld aan het telefoon/Bluetooth®-systeem.
Raadpleeg voor meer informatie uw aanvul-
lende handleiding van Uconnect®.Uconnect® RADIO — INDIEN
AANWEZIG
Voor gedetailleerde informatie over de radio,
raadpleeg uw aanvullende handleiding van
Uconnect®.
BEDIENING iPod®/USB/MP3 —
indien aanwezig
Deze voorziening bevindt zich in het deksel aan
de bovenkant van de middenconsole en maakt
het mogelijk een iPod® of extern USB-apparaat
aan te sluiten op de USB-poort.
iPod® bediening is compatibel met iPod® Mini,
4G, Photo, Nano, 5G en iPhone® apparaten.
Sommige versies van de iPod® software zijn
mogelijk niet volledig compatibel met de func-
ties van de iPod® bediening. Bezoek in dat
geval de website van Apple om de nieuwste
softwareversies te downloaden.
Raadpleeg voor meer informatie de aanvul-
lende handleiding van Uconnect®.
208
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24