Page 519 of 670
Kenmerken van uw auto
76
4
Smart Key niet gevonden
(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE
START/STOP indrukt terwijl de Smart
Key niet is gedetecteerd.
Druk nogmaals op Start
(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE
START/STOP niet kunt bedienen
wanneer er een storing is in het
systeem van de toets ENGINE
START/STOP. De melding attendeert u erop dat u de
motor kunt starten door de toets
ENGINE START/STOP nogmaals in te
drukken.
Als het waarschuwingslampje gaat branden telkens wanneer u de toets
ENGINE START/STOP indrukt, radenwij u aan de auto te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
ODMEDI2038/ODMEDI2038HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2010
ODMEDI2039/ODMEDI2039HO
■
Type A
■ Type B
ODMEDI2011■Type C
Page 520 of 670
477
Kenmerken van uw auto
Druk op Start met Smart Key (auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE
START/STOP indrukt terwijl de
melding "Smark Key niet gevonden"
wordt weergegeven.
Het controlelampje startblokkeersysteem gaat danknipperen.
Controleer zekering "BRAKE
SWITCH" (auto's met Smart Key-systeem enautomatische transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de zekering BRAKE
SWITCH is doorgebrand. De melding attendeert u erop dat u de
zekering moet vervangen door een
nieuwe. Als dat niet mogelijk is, kunt u
de motor starten door de toets
ENGINE START/STOP 10 seconden
ingedrukt te houden in stand ACC.
ODMEDI2040/ODMEDI2040HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2012
ODMEDI2041/ODMEDI2041HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2013
Page 521 of 670
Kenmerken van uw auto
78
4
Kies "P" of "N" voor starten
(auto's met Smart Key-systeem enautomatische transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor
te starten terwijl de selectiehendel niet
in stand P (parkeren) of N (neutraal)staat.
✽✽ AANWIJZING
U kunt de motor starten als de selectiehendel in stand N (Neutraal)
staat. Voor uw eigen veiligheid is het
echter raadzaam de motor te starten als
de selectiehendel in stand P (parkeren)staat.Portier open
Deze melding attendeert u erop dat een van de portieren openstaat.ODMEDI2042/ODMEDI2042HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2014
ODMEDI2045/ODMEDI2045HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2017
Page 540 of 670

497
Kenmerken van uw auto
Controlelampjestartblokkering (zonder Smart Key) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als de auto de deblokkeercode van de sleutel herkent als het contact in de
stand ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit lampje gaat knipperen:
In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
startblokkering (met Smart Key) (indien van toepassing)
Dit lampje blijft gedurende maximaal 30 seconden branden:
Als de auto de Smart Key in de auto detecteert als de toets ENGINE
START/STOP in de stand ACC of ON
wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart
Dit controlelampje knippert een paar seconden:
Als er geen Smart Key in de auto wordt gedetecteerd.
- Op dat moment kunt u de motor niet
starten. Dit controlelampje blijft 2 seconden branden en gaat dan uit:
Als in de auto aanwezige Smart Key
niet door de auto kan worden gedetecteerd en de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON staat.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Dit lampje gaat knipperen:
Als de batterij van de Smart Key bijna leeg is.
- Op dat moment kunt u de motor nietop de normale manier starten. U kunt
de motor echter wel starten door de
toets ENGINE START/STOP met de
Smart Key in te drukken. (Zie voor
meer informatie "Starten van demotor" in hoofdstuk 5).
In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 576 of 670

39
Veiligheidssysteem van uw auto
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N(bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa
-tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-stoel als volgt automatisch:
Zonder Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
Met Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4.WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.
Page 669 of 670

Index
4
I
Panoramadak ................................................................4-38
Parkeerhulp achter ......................................................4-101
Parkeerhulp ................................................................4-104
Parkeerrem ....................................................................7-34
Portiersloten ..................................................................4-20
Portiervergrendeling met afstandsbediening ..................4-8
Rem-/koppelingsvloeistof ............................................7-31
Remsysteem ..................................................................5-34
Rijden in de winter ......................................................5-81
Rijden met een aanhanger ............................................5-86
Rijden onder speciale rijomstandigheden ....................5-75
Ruiten............................................................................4-28
Ruitensproeiervloeistof ................................................7-33
Ruitenwisserbladen ......................................................7-40
Ruitenwissers en ruitensproeiers ................................4-135
Schone lucht ..............................................................4-174
Slepen ..........................................................................6-30
Sleutels............................................................................4-5
Smart key ......................................................................4-13
Smart parking assist system (SPAS) ..........................4-109 Snelheidslimietregelsysteem ........................................5-65
Spiegels ........................................................................4-49
Standen contactslot ........................................................5-6
Starten met hulpaccu ......................................................6-5
Stoelen ............................................................................3-2
Stuurbekrachtigingsvloeistof ........................................7-32
Stuurwiel ......................................................................4-43
Tankdopklep ................................................................4-35
Toets engine start/stop ..................................................5-10
Tripcomputer ................................................................4-82
Uitleg bij onderhoudsschema ......................................7-22
Veiligheidsgordels ........................................................3-26
Vereiste brandstof ..........................................................1-2
Verlichting ..................................................................4-125
Vierwielaandrijving (4WD) ..........................................5-26
Voertuigcertificatielabel ..................................................8-9
Voertuig-identificatienummer (VIN) ..............................8-9
Vóór het rijden................................................................5-4
R
S
T
U
V
P