Page 32 of 670

721
Onderhoud
ZWARE RIJOMSTANDIGHEDEN
A : Veel korte ritten
B : Langdurig stationair draaien
C : Rijden op stoffige, onverharde wegen
D : Rijden in gebieden waar veel zout of andere agressievestoffen worden gebruikt. Of rijden onder koude
weersomstandigheden
E : Rijden in een omgeving met veel zand
F : Voor meer dan 50% rijden in druk stadsverkeer bij temperaturen boven de 32°C G : Rijden in heuvelachtige gebieden.
H : Rijden met een aanhanger
I : Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's of bij het slepen van een
auto
J : Rijden onder winterse omstandigheden
K : Rijden met snelheden boven 170 km/h
L : Veelvuldig korte ritten
ONDERHOUDSPUNTOnderhoudswer kzaamhedenONDERHOUDSINTERVAL INTERVALSRIJOMSTANDIGHEID
Cardanas (indien van toepassing)IElke 15.000 km of 12 maandenC, E
Olie achterasdifferentieel (4WD)RElke 120.000 kmC, D, E, G, H, I, K
Olie verdeelbak (4WD)RElke 120.000 kmC, D, E, G, H, I, K
Parkeerrem
(voetbediend/handbediend type)IAfhankelijk van de omstandigheden
vaker controlerenC, D, G, H
Aandrijfassen en aandrijfashoezenIAfhankelijk van de omstandighedenvaker controlerenC, D, E, F,
G, H, I, J, K
InterieurfilterRAfhankelijk van de omstandigheden vaker vervangenC, E, G
Page 407 of 670
4155
Kenmerken van uw auto
Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.✽✽AANWIJZING
Page 421 of 670
4169
Kenmerken van uw auto
Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.✽✽AANWIJZING
Page 537 of 670

Kenmerken van uw auto
94
4
Waarschuwingslampje
open portier
Dit lampje gaat branden:
Als een van de portieren niet goed dicht zit.
Waarschuwingslampje
open achterklep
Dit lampje gaat branden:
Als de achterklep niet goed dicht zit.
Waarschuwingslampjebrandstoffilter(dieselmotor)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
Als er te veel water in het brandstoffilter zit.
Als dat het geval is, moet het water in
het brandstoffilter worden afgetapt.
Zie voor meer informatie
"Brandstoffilter" in hoofdstuk 7.
OPMERKING -
Waarschuwingslampjebrandstoffilter
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt, kan het
motorvermogen (rijsnelheid en stationair toerental) afnemen.
Als u blijft rijden met een brandend waarschuwingslampje,
kunnen bepaaldemotoronderdelen (inspuitventiel, common rail, hogedruk-brandstofpomp) beschadigd
raken. In dat geval adviseren we ude auto zo snel mogelijk te laten controleren door een officiëleHYUNDAI-dealer.
Page 667 of 670

Index
2
I
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ................8-6
Aanvullend veiligheidssysteem ....................................3-51
Accu ..............................................................................7-43
Achterklep ....................................................................4-25
Achteruitrijcamera ......................................................4-124
Actief ECO-systeem ....................................................5-72
Actieve motorkapverhoging ........................................3-77
Afmetingen ....................................................................8-2
Airconditioning ..............................................................8-3
Alarmknipperlichten ..................................................4-125
Als de motor niet gestart kan worden ............................6-4
Als de motor oververhit raakt ........................................6-7
Antidiefstalsysteem ......................................................4-17
Audiosysteem ............................................................4-192
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ......4-157
Automatische transmissie ............................................5-19
Banden en wielen ..................................................7-46, 8-4
Bandenspanningslabel ..................................................8-10
Brandstofbesparing ......................................................5-73
Brandstoffilter (diesel) ..................................................7-35 Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ............6-8
Cruise control-systeem ................................................5-60
Dashboard, oversicht ......................................................2-6
Door de eigenaar uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden ........................................7-7
Emissieregelsysteem ....................................................7-99
Exterieur ....................................................................4-190
Gebruik van dit instructieboekje ....................................1-2
Handgeschakelde transmissie ......................................5-16
Handmatig bediend verwarmings-en ventilatiesysteem4-146
A
B
C
D
E
G
H