Page 66 of 364

Als bij ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van hetinstrumentenpaneel wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal eneen melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een lekke band, een storing met betrekking tot het remsysteem of de stuurbekrachtiging, gg
een te lage motoroliedruk, een te hoge koelvloeistoftemperatuur, een storing metgg
betrekking tot het hybridesysteem of eengg
ernstige elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veiligeplaats, omdat u anders het risico loopt op ernstigemotorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Servicebrandt tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display, bijvoorbeeld: - het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap,yj
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeier vloeistof,
- de batterij van de a
fstandsbediening, - de bandenspanning,- ver vuiling van het roetfilter (diesel), g
- ... Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. ggg
permanent.Er is een ernstige storing opgetredenwaarbij geen specifiek controlelampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of gg
een gekwalificeerde werkplaats.
FA P: r o e t f i l t e r dieselautopermanent, enige tijd
in combinatie met
de melding "Kans op
verstopping roetfilter".Geeft aan dat het roetfilter verstopt
be
gint te raken. Regenereer het roetfilter, als de
verkeersomstandigheden het toelaten, door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het
verklikkerlampje Service dooft.
permanent.Geeft aan dat het minimumniveau
van het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir zo snel mogelijk bijvullen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 70 of 364
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij ingeschakeld hybridesysteem:
- in zone A
, de temperatuur is in orde,
- in zone B, de temperatuur is te hoog. Het
waarschuwingslampje STOPgaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuitbeginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen: ) wacht tot de motor is afgekoeld, )
draai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
) ver wijder vervolgens de dop, )
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen van dekoelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reser voir).
Page 71 of 364

Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display. De onderhoudsindicator
geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van deeerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeur t.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende 5 seconden de onderhoudssleutelbranden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan. Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de onderhoudssleutel; de teller
gee
ft weer de kilometerstand en de stand van
de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en blijft
de onderhoudssleutel brandenom aan te gevendat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
Het pictogram van de sleutel brandtin combinatie met een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Page 72 of 364

De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, wordt het overschrijden
van het onderhoudsinter val direct aangegeven door
het knipperen van de onderhoudssleutel en het blijven branden van het verklikkerlampje Service.
De factor tijd kan worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder. De onderhoudssleutel kan dus ook gaan branden als het inter val in tijd sinds de laatste onderhoudsbeur t, zoals vermeld in het garantie- enonderhoudsboekje, is overschreden.
Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de autoen wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zalanders niet worden opgeslagen.
5 seconden na het aanzetten van het contact
wordt de kilometerteller weer weergegeven, maar de onderhoudssleutel blijft branden.
Op 0 zetten van deonderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elkeonderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit: )
zet het contact af, )
druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, )
zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen, )
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven. )Druk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Page 73 of 364

Controle tijdens het rijden
Motorolieniveaumeter
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven. Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olieworden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt een melding op het display van het instrumentenpaneel
weergegeven. Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Controles" voor de
plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motortype van uw auto. De motorolieniveaumeter
geeft aan of het motorolieniveau in orde is.
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de
onderhoudsindicator weer
gegeven en vervolgensgedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleenbetrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
2 merktekens op de peilstok:
-A
= maxi; het olieniveau mag Anooit boven dit niveau uitkomen,
-
B= mini; als het olieniveauniet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor de motor van uw auto
voorgeschreven typemotorolie worden bijgevuld
via de vuldop.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau in orde is, wordt
een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven.
Page 75 of 364
73Controle tijdens het rijden
Met dit systeem kan de verlichting van bepaalde displays worden uitgeschakeld voor een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten (uitsluitend in combinatie met eMyWay.Op het instrumentenpaneel blijft de rijsnelheid,
de weergave van de gekozen versnelling van deEGS-versnellingsbak en de informatie van desnelheidsregelaar/-begrenzer (indien ingeschakeld)
verlicht; dat geldt ook voor de waarschuwing"minimumbrandstofniveau", indien van toepassing. De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld als er een waarschuwingsmelding wordt doorgegeven en bij het wijzigen van functies of instellingen.
Black-panelfunctie (donker
scherm
) met eMyWay
Raadpleeg voor meer informatie hetgedeelte eMyWay van de rubriek "Audioen datacommunicatie".
Page 76 of 364

Het analoge klokje is niet voorzien van een
instelknop.
Raadpleeg voor het op tijd zetten de paragraaf over
het configuratiemenu van het display (autoradio).Het klokje wordt gesynchroniseerd met de
tijd op het display; zodra de tijd op het display gewijzigd en opgeslagen wordt, verdraaien de
wijzers en worden ze telkens na het aanzetten
van het contact gesynchroniseerd met de door
u in
gestelde tijd.
Datum en tijd instellen
Autoradio / Bluetooth
Druk op MENU.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Persoonlijke
instellingen - Configuratie" en bevestig uwkeuze.
Selecteer met de pi
jltjestoetsen " Configuratie
display " en bevestig uw keuze.
Selecteer met de pijltjestoetsen " Datum en
tijd instellen
" en bevestig uw keuze.
Selecteer de parameter die u wilt wi
jzigen.
Bevestig uw keuze door op de toets OKte Kdrukken, verander dan de waarde en bevestig dit nogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
Stel de parameters één voor één in en bevestig dit steeds door op de toets "
OK " te drukken.Selecteer dan de tab "OK"op het display enbevestig uw keuze om het menu " Datum en
tijd instellen
" te verlaten.
Page 77 of 364
75
Controle tijdens het rijden
eMyWay
Druk op SETUPvoor het menu " Configuratie".
Selecteer " Configuratie display
" en bevestiguw keuze.
Selecteer " Datum en tijd instellen" en bevestig uw keuze.
Selecteer " Minuten synchroniserenvia GPS
" om de instelling van de minuten automatisch te laten doen door het systeem.
Verander de instellin
gen één voor één. Selecteer vervolgens "OK" op het scherm en
bevestig de wijzigingen om ze in het geheugen
op te slaan.
Het klokje op het dashboard loopt synchroon met de tijd op het display. Bij het instellen van de tijd via het
menu " SETUP " en elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt het klokje automatisch gesynchroniseerd.
Selecteer het item dat u wilt wi
jzigen. Druk op de toets OK om de selectie te bevestigen,Kverander de instelling en bevestig de wijzigingnogmaals om de nieuwe gegevens op te slaan.