Page 110 of 408

Deze functie zorgt er voor dat de portieren en de achterklep automatisch en gelijktijdig worden vergrendeld vanaf een wagensnelheid van 10 km/h.
Automatisch vergrendelen van de portieren
Werking
Inschakelen/Uitschakelen
U kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen.
) Druk als het contact is aangezet op deze knop tot er een geluidssignaal klinkt en er een melding ter bevestiging verschijnt. De automatische centrale ver
grendeling werktniet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.
U zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit
lampje branden, in combinatiemet een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
Vervoer van lange of grote voorwerpen Wanneer u wilt rijden met geopende achterklep, dient u op de schakelaar van de centrale vergrendeling te drukken om de portieren tevergrendelen. Wanneer u dit niet doet,hoort u elke keer dat u de 10 km/h overschrijdt de vergrendeling"terugspringen", met de bijbehorende bovenstaande waarschuwingen.
De por tieren van de auto worden bijeen aanrijding waarbij airbags afgaan automatisch ontgrendeld, zodat deinzittenden de auto kunnen verlaten ende hulpdiensten toegang hebben tot de auto.
Wanneer u no
gmaals op de schakelaar van
de centrale vergrendeling drukt, wordt de auto
weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10 km/h is dit
ontgrendelen slechts tijdelijk.
De status van de
functie blijft nadat het contact
is a
fgezet opgeslagen in het geheugen.
Page 147 of 408
145
Voor zieningen
Dashboardkastje
met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten, kaar ten, een blikje enz. ) Trek de handgreep omhoog om het te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt in
werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde A .
Als uw auto is voorzien van airconditioning, bevat het dashboardkastje een ventilatieopening B , via
welke dezelfde gekoelde lucht als die voor het
interieur wordt aangevoerd.
Uitneembare asbak
) Trek aan het deksel om de asbak te openen. ) Leegmaken: verwijder de asbak door deze
naar boven te trekken.
Plaats de asbak niet te dicht bij deversnelingspook om problemen tijdenshet schakelen te voorkomen.
Page 165 of 408
Veilig vervoeren van kinderen
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting opde passagiersstoel voor wordt geplaatst, rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst, moet de stoel in de middelste
stand van de voor-/achter waartse verstellingworden gezet met de rugleuning rechtop en
mag de airbag aan passagierszijde niet wordenuitgeschakeld.
Middelste stand
Page 166 of 408
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Raadplee
g de voorschriften op de sticker diezich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt.
Page 169 of 408

167
Veilig vervoeren van kinderen
Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bijkorte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaamvan het kind zoveel mogelijk moet wordenbeperkt. Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen hetkinderzitje is gespannen en dat de gordelhet kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer dezeversteld kan worden, indien nodig naar voren. Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van hetzitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun ver wijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op omte voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen nietmet het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden vervoerd,behalve als de achterzitplaatsen albezet zijn door andere kinderen of als deachterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. CITROËN beveelt aan een stoelverhoger metrugleuning te gebruiken voorzien van eengordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsover wegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de portieren en de portierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 184 of 408