Page 181 of 393
179Rijden
Instellen Storing
Als er een storing is opgetreden,
zal bij het achteruitrijden ditwaarschuwingslampje gaan branden op het instrumentenpaneel in combinatie met eengeluidssignaal (kor t piepje) en een melding op het multifunctionele display. U kunt het s
ysteem via het configuratiemenu
van het multifunctionele display in- of
uitschakelen. Bij het afzetten van het contact
wor
dt de status van het systeem opgeslagen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
toegang tot het menu van de parkeerhulp,
in het hoofdstuk "Multifunctionele displays"het gedeelte over configuratie / parameters
instellen van de auto dat overeenkomt met het
display in uw auto.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagen of de montage van eenfietsendrager (auto uitgerust met eendoor CITROËN goedgekeurde trekhaak of fietsendrager).
Zorg er voor dat de sensoren in dewinter of bij slecht weer niet bedekt zijnmet modder, ijs of sneeuw.
Page 191 of 393
189Onderhoud
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Ver mijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.De meeste van deze vloeistoffenzijn bijtend en schadelijk voor degezondheid.
Gooi afgewerkte olie en anderevloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containersbij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Een te laa
g niveau in het
additiefreservoir wordt aangegeven
door het permanent branden van dit lampje
in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Page 192 of 393

Controles
Accu
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilte
r Roetfilter
(diesel)
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het laten
controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De accu is onderhoudsvri
j.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter. Raadpleeg voordat u de accukabels losneemthet hoofdstuk "Praktische informatie"
voor meer informatie over de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Laat de
filters periodiek ver vangen
volgens de in het onderhoudsboekjeaangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe
aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden vervangen
(zie
paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het ver vangingsinterval. Deze sticker, die hoort bi
j het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale 12 V
loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppelden/of vervangen mag worden door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.Het negeren van deze aanwijzing kan ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan vervanging toe is. Als het roet
filter ver vuild is, wordt u
hierop geattendeerd door het tijdelijk
branden van dit lampje in combinatie met eenmelding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg deparagraaf "Niveau brandstofadditief ".
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandluchtruiken; dit is volkomen normaal. Als langdurig met zeer lage snelheidwordt gereden of de motor langdurigstationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op deprestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Page 218 of 393
ZekeringAmpèreFuncties
F
820 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F
930 A12V- aansluiting, voeding steun por table navigatiesysteem.
F1
015 AStuurkolomschakelaars.
F1
115 AContactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F12 15
ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F1
35 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F1415 AComputer parkeerhulp, airbagcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning, USB
Box, hifi-versterker.
F1
530 AVergrendeling.
F16
-Niet gebruikt.
F1740 A Achterruit- en buitenspiegelver warming.
S
H-Shunt tijdens opslag.
Page 225 of 393

223Praktische informatie
Eco-modus
De eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal
30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk wordenbeperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan demotor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-moduswordt ingeschakeld aan het telefonerenbent via het audio-/navigatiesysteem MyWay, wordt de verbinding na10 minuten verbroken.
Inschakelen van
de eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het
multifunctionele display aan dat de eco-modusis ingeschakeld. De actieve functies worden in de ruststand gezet.
Uitschakelen van de
eco-modus
Deze functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart wordt. )
Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd
zal echter altijd tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Page 253 of 393
251
De MyWay is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitend inuw auto functioneert. Raadpleeg het CITROËN-netwerkyy gg
als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt
laten confi gureren.
Bepaalde functies die in dit boek
je worden beschreven,
zullen in de loop van het jaar beschikbaar zijn.
MyWay
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Na het a
fzetten van de motor schakelt de MyWayzichzelf tijdens de overgang naar de eco-mode uit om
te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
RADIO MULTIMEDIA / BLUETOOTH-TELEFOON
GPS EUROPA OP SD-KAART
01 Basisfuncties
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Algemene werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Radio
07 Mediaspelers
08 Bluetooth-telefoon
09 Configuratie
10 Menustructuur display blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
Veelgestelde vragen blz. 252
253
254
257
265
267
268
271
274
275
279
Page 254 of 393

01
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit.- Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave g
radio onderbreken.pgg
Draaiende motor:
- Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem.gg
To egang tot het Menu "Radio".Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu "Muziek".Weergave van
tracks.
Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter,gggggg
links/rechts, lage-/hogetonenregeling, gg ggg g
sfeerinstellingen, loudness, automatische gg gg,g g g g
volumecorrectie, standaardinstellingen. gg
Selectieknop voor deweergave op het display,p
afhankelijk van de gpgp
context van het menu. jj
Kort indrukken:contextmenu of
bevestigen.Lang indrukken:specifi ek contextmenugg
van de weergegeven p
lijst.
To egang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :
toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
Uitwer
pen van de CD.
Selecteren van de vorige/volgende radiozender.Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of gg
vorig/volgend MP3-bestand
.gg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst. gg
Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het gg
overzicht. g
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. gg
Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst. gg
ESC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu "Verkeer".
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot
het Menu
"Navigatie".
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven
van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).
Toetsen 1 t/m 6 :
Selecteren van een in het
geheugen opgeslagen
r
adiozender.
Lan
g indrukken: in hetgeheugen opslaan van dehuidige radiozender.
Volumeregeling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).
Page 256 of 393
03 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg het hoofdstuk "Menustructuren displays" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen demenu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets MODE te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel. RADIO
/ MULTIMEDIASPELERS
TELEFOON
(Tijdens een telefoongesprek) KAARTWEERGAVE OP
VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE
(Tijdens navigatie)
SETUP :
taalkeuze * , datum en tijd *
, weergave, parameters van de auto *
, eenheden ensysteeminstellingen "Demo-modus".
VERKEER :
TMC-informatie en berichten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering. BOORDCOMPUTE
R