Page 286 of 393

01 BASISFUNCTIES
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van de geluidsbron:
radio, audio-CD-/MP3-CD-speler,
USB, Jack-aansluiting, streaming
audio, AUX-ingang.
Selecteren van de weergave
op het display:
Datum, audiofuncties,
boordcomputer en telefoon.
Automatisch zoeken naar
zenders in afl opende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vorige/
volgende nummer van de CD,MP3 of USB. In
stellen van de geluidsweergave: geluidsverdelingvoor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.Weer
gave van de lijst
radiozenders.
Lang indrukken:
nummers van de CD of
de MP3-afspeellijsten (CD / USB).
Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang
t
ot de PTY-functie * (programmatypen radio).
Weergave van het
algemene menu.Met de toets DARK kan de weergave van het display worden gewijzigd voor extra rijcomfort 's gg
nachts. pyp
1ekeer indrukken: alleen verlichting van hetbovenste gedeelte. gg
2ekeer indrukken: display volledig uitschakelen. 3ekeer indrukken: terugkeren naar de normale
weergave.
Aan/uit en volumeregeling.
Toetsen 1 t
/m 6:
Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender.
Lan
g indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
Selecteren van een lagere/hogereradiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgendeMP3-afspeellijst.
Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende
afspeellijst van het USB-apparaat.
Bevestigen.
Selecteren van het
golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.Huidige bewerking
verlaten.
*
Beschikbaar afhankelijk van uitvoering.
Page 288 of 393
03 HOOFDMENU
GELUIDSBRON :radio, CD, USB, externe
apparatuur.
> MONOCHROOM DISPLAY C
Raadplee
g voor een compleetoverzicht van de beschikbaremenu's het gedeelte
"Menustructuren" van dit
hoofdstuk.
TELEFOON
:
handsfree set, koppelingen, gespreksbeheer.
PERSOONLIJKE
INSTELLING -
CONFIGURATIE
:parameters van de auto,
weergave, talen.
BOORDCOMPUTER: afstanden invoeren,
waarschuwingsmeldingen,status van functies.
> MONOCHROOM DI
SPLAY A
Page 289 of 393

287
04
1
2
3
4
1
2
3
4
SOURCE
BANDAST
LISTREFRESH
MENU
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar hogere/lagere frequenties te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de radiofunctie is ingeschakeld, druk dan direct op OK om de
RDS-functie in of uit te schakelen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijvengg
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land qjq, j
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele gjgj
land dekken. Bij slechte ontvangst kkan het daarom zijn dat degqgq
radio tijdens het rijden overschakelt op een regionale zender.
jg jjg j
Page 295 of 393

293
06
1
2
3
4
5
6
7
8
9
MENU
OK
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weer
gegeven met de melding dat het
systeem bezig is met zoeken.
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoonen zorg ervoor dat deze "waarneembaar is voor
iedereen" (confi guratie van de telefoon).
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth con
fi guratie
- Z
oeken via BluetoothDe beschikbare
functies zijn afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
Raadplee
g de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op metuw provider voor meer informatie over de beschikbare functies.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
D
e eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 cijfers in.
Bevestig met OK.
Op het scherm verschijnt de melding dat de koppeling is geslaagd.
Selecteer in de lijst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoonwordt een bericht weergegeven. Voer, om depgg
koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde gggg
code in en bevestig vervolgens met OK. pp g ppp g p ,
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de
synchronisatie beschikbaar.
(Afhankelijk van model en uitvoering)
*
Als uw telefoon volledig compatibel is.
Mocht de koppelin
g niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen. Raadplee
g de site www.citroen.nl voor meer informatie (compatibiliteit, extra informatie, ...).
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON / EERSTE
VERBINDING
Page 296 of 393
06
2
1
2
1
OK
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend
gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het
verschijnen van een venster op het display van de auto.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
BELLEN
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio "Beheer van het
telefoongesprek" en vervolgens "Bellen", "Logboek gesprekken" of "Adresboek".
Druk gedurende meer dan twee seconden op de
toets op het stuurwiel om toegang te krijgen tot uw
adresboek. Gebruik vervolgens de rolknop om het nummer te selecteren.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
Druk
gedurende het gesprek meer dan tweeseconden op de toets op het stuurwiel.
Bevesti
g met OK om het gesprek te beëindigen.
BLUETOOTH FUNCTIES
EEN GESPREK BEËINDIGEN
Page 297 of 393

295
2
3
SOURCE
06
Start de koppelingsprocedure tussen de telefoonen de auto. Deze procedure kan gestart worden
via het telefoonmenu van de auto of via het
toetsenbord van de telefoon; zie hiervoor deeerder beschreven stappen 1 t/m 9. Tijdens de
koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
BLUETOOTH STREAMING AUDIO *
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AV RCP) kunnen ondersteunen.
*
Volgens de compatibiliteit van de telefoon.
**
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
***
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE **
te drukken. Viade toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening
op het stuurwiel kunt u op degebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen *** . De informatie over de
muziekstukken kan op het display
worden weergegeven.
BLUETOOTH FUNCTIES
Page 298 of 393
07
1
2
3
4
5
6
7
8
MENU
OK
OK
OK
OK
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pijltoetsen de functie INSTELLINGEN DISPLAY.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen defunctie JAAR.Druk op de toets om de selectie te
bevesti
gen.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Stel de parameter in.
Be
gin opnieuw bij stap 1 en stel achtereenvolgens MAAND, DAG,UUR, MINUTEN in.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY A
Page 299 of 393
297
07
1
2
3
4
5
6
7
8
MENU
OK
OK
OK
OK
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie PERSOONLIJKE
INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk o
p de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Druk op de toets om de selectie tebevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN.
Stel de parameters één voor één in
door deze te bevestigen met de toetsOK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen
te bevestigen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C