Page 12 of 421

  Interieur  
Sfeerverlichting 
Het gedimde licht van de sfeer verlichting 
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het interieur. De verlichting bestaat uit 
verscheidene lampen die in de voetenruimte en 
in het onderste opbergvak van het dashboard
zijn aangebracht. 
Opschakelindicator 
Dit systeem is aanwezig in combinatie met eenhandgeschakelde versnellingsbak en adviseer t
u op te schakelen om het brandstofverbruik te 
v
erminderen.
   
Par fumeur 
 
De in het ventilatiesysteem opgenomen 
parfumeur zorgt voor de verspreiding van een
aangename geur (naar keuze) in het geheleinterieur. 
   
Automatische airconditioning 
 
Deze functie maakt het mogelijk de 
airconditioning op een bepaald comfor tniveau in 
te stellen. Aan de hand van deze instelling en de 
weersomstandigheden wordt de airconditioningver volgens automatisch geregeld.
119    
160
77
73
283
 
 
Audio- encommunicatiesystemen 
 
Deze systemen zijn voorzien van denieuwste technologie: Autoradio met MP3-
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting, Bluetoothhandsfree kit, MyWay met 16 x 9 kleurenscherm, AUX-aansluitingen, hifi-audiosysteem.
 MyWay
251
 Autoradio  
         
        
        
     
        
        Page 14 of 421
  Cockpit 
1. 
 Contact-/stuurslot. 2. 
 Stuurkolomschakelaar autoradio.3. 
 Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4. 
 Parfumeur.5. 
  Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7.   Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare 
ventilatieroosters.9.   Zonnesensor.  
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11.   Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Handrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15. 
 Bovenste en onderste opbergvakken. 16. 
 MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.   
         
        
        
     
        
        Page 21 of 421

Eerste kennismaking
  Veiligheid voor alle inzittenden 
1. 
 Open het dashboardkastje.2.Steek de sleutel in de schakelaar.3.Selecteer de stand:"ON"(inschakelen) wanneer een passagier 
op de voorstoel zit of een kinderzitje voor 
ver voer met het gezicht in de rijrichting isbevestigd,  "OFF" 
 (uitschakelen) wanneer eenkinderzitje voor ver voer met de rug in de rijrichting is bevestigd.4.Ver wijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.  
 
 
Airbag voorpassagier 
152
A. 
 Waarschuwingslampje niet-vastgemaakte/losgemaakte autogordels voor. 
Autogordels voor en
frontairbag aan passagierszijde
152
 
Personal styling 
 De stickers hebben een speciale behandelingondergaan waardoor ze slijtage- en
vandalismebestendig zijn.Ze zijn gemaakt om de buitenkant van decarrosserie een persoonlijk tintje te geven . 
  Ze zijn ook leverbaar als accessoire; wij raden 
u evenwel aan ze door het CITROËN-netwerkof door een gekwalificeerde werkplaats te laten
aanbrengen.
   
Fraaie bestickering
 
Houd, wanneer u uw auto wast, voor de waterstraal een minimale afstand van 30 centimeter van de bestickering aan. B
.   Controlelampje uitgeschakelde frontairbagaan passagierszijde. C. 
 Controlelampje ingeschakelde frontairbagaan passagierszijde.   147 
         
        
        
     
        
        Page 28 of 421
001
  Controle tijdens het rijden  
Om gebruik te kunnen maken van alle beschikbare rijinformatie,geeft dit hoofdstuk u uitleg over de werking van de drie verlichte
dashboardinstrumenten, de exacte plaats en functie van de diverse 
controlelampjes en signaleringen, en de informatie afkomstig van de
boordcomputer. 
         
        
        
     
        
        Page 30 of 421

   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde 
versnellingsbak, EGS-versnellingsbak of automatische versnellingsbak 
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1.Toerenteller. 
 rGeeft het motortoerental aan(x 1000 t /min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof 
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting.  Knop voor de instelling van de lichtsterkte 
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter.  Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
6.Regelknop weergave display.  Knop voor de weergave van afwisselend 
de actieradius en de dagteller.
  Knop voor de weer
gave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
  Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator). 
  Raadpleeg voor meer informatie over 
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.  
         
        
        
     
        
        Page 32 of 421

   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instrumentenpaneel benzinemotor met handgeschakelde versnellingsbak RACING Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1.   Toerenteller .  
Geeft het motortoerental aan(x 1000 t/min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof 
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting.  Knop voor de instelling van de lichtsterkte 
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof 
in de tank aan.
6.Regelknop weergave display.  Knop voor de weergave van afwisselend 
de actieradius en de dagteller.
  Knop voor de weergave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
  Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator). 
  Raadpleeg voor meer informatie over 
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.  
         
        
        
     
        
        Page 35 of 421

33Controle tijdens het rijden
   
Controlelampjes ingeschakelde functies
 
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer linksknipper t, metgeluidssignaal.    Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt. 
Richtingaanwijzer rechtsknippert, metgeluidssignaal.    Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt. 
Parkeerlichtenpermanent.   De lichtschakelaar staat in de stand"Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent.   De lichtschakelaar staat in de stand"Dimlicht". 
Grootlichtpermanent.   Als u de lichtschakelaar naar u toetrekt.Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht. 
Mistlampen vóórpermanent.   De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de 
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichtenpermanent.   De mistachterlichten zijn 
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit 
te schakelen. 
   
 
 
Alarmknipperlichten 
 knipper t, met geluidssignaal.De schakelaar voor dealarmknipperlichten op het dashboardis ingedrukt.  
De richtingaanwijzers links en rechts en de bijbehorende verklikkerlampjes knipperen 
tegelijkertijd. 
         
        
        
     
        
        Page 37 of 421

35
Controle tijdens het rijden
   
 
 
Voet op hetrempedaal   
permanent. Het rempedaal moet worden 
ingetrapt.   Tr a p  b ij de EGS-versnellingsbak het rempedaal in om
de motor te star ten (selectiehendel in stand  N).   Bij de automatische versnellingsbak moet u bij eendraaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het 
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuitstand  Pin een andere stand te kunnen zetten.  Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te 
trappen, zal dit controlelampje blijven branden.
   
knippert.   
Als u de auto met eenEGS-versnellingsbak op een hellingte lang probeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, 
raakt de koppeling over verhit.  Gebruik het rempedaal en/of de handrem. 
Automatische ruitenwisserspermanent.   De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd. 
   
 
 
Passagiersairbagpermanent.  De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " ON 
".De passagiersairbag is ingeschakeld. 
 Plaats in dit geval geen kinderzitje metde "rug in de rijrichting".Z
et de schakelaar in de stand " OFF 
" om de passagiersairbag uit te schakelen.  U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de rijrichting". 
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen