KNIE-AIRBAG BESTUURDERSZIJDEDeze airbag is opgenomen in een speciale ruimte onder het stuurwiel
fig. 105.
Deze biedt extra bescherming in het geval van een frontale botsing.Uitschakeling van de frontairbag en
zijairbag aan passagierszijde
(bescherming borst/bekken)Als een kind op de voorstoel vervoerd moet worden, schakel dan de
passagiersairbag en zijairbags voor bescherming van borst/bekken
uit. Bij uitgeschakelde airbags gaat het waarschuwingslampje
op
het instrumentenpaneel branden.
Voor het uitschakelen van deze airbags, raadpleeg de
paragraaf “Menuopties” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG)De auto is uitgerust met zijairbags vooraan voor bestuurder en
passagier voor bescherming van borst en schouders en hoofdairbags
voor het beschermen van de hoofden van de inzittenden voor- en
achterin.
Zijairbags beschermen de inzittenden bij middelzware/zware
zijdelingse aanrijdingen, door de airbag tussen de inzittende en de
interieurdelen van de zijdelingse structuur van de auto op te blazen.
Als de zijairbags niet worden opgeblazen bij andere soorten
aanrijdingen (frontale botsingen, kop-staartaanrijdingen, over de kop
slaan enz.), betekent dit niet dat het systeem slecht functioneert.
fig. 105
A0J0056
145WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZIJAIRBAGS VOORIN (ZIJAIRBAGS)Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in de rugleuning van
de voorstoelen bevinden fig. 106 en die de borst en het bekken van de
inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen beschermen.HOOFDAIRBAGS (WINDOW BAGS)Deze bestaan uit twee gordijnairbags die in de zijkant van de
dakbekleding zijn opgenomen en zijn afgedekt met
afwerkingselementen fig. 107. De hoofdairbags bieden bescherming
aan het hoofd van de inzittenden voorin en achterin bij een zijdelingse
botsing, dankzij het grote oppervlak dat zij in opgeblazen toestand
beslaan.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de bescherming van de
omgelegde gordel volstaat) worden de airbags niet opgeblazen. Om
die reden moeten veiligheidsgordels steeds worden omgelegd.Het systeem biedt de beste bescherming bij een zijdelingse botsing als
de passagier correct op zijn stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
Hang geen harde voorwerpen aan de kledinghaken of
de steunhandgrepen.Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen
tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de
hoofdairbag om mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het
raam.
fig. 106
A0J0103
fig. 107
A0J0051
146WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (met de hand of
in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige
botsing tegen drempels of stoepranden, grote gaten of verzakkingen in
het wegdek etc.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder: dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit
geval met neutrale zeep en water.
Alle werkzaamheden aan airbags (controle, reparatie en vervanging)
moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het airbagsysteem onbruikbaar
gemaakt worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type botsing. Als een of meerdere van
deze voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het
lampje
gaat niet branden of blijft branden tijdens
het rijden (samen met de melding op de display), dan
is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, op
verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat het systeem
controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
De vervaldata van de explosieve lading en de
klokveer staan vermeld op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem voor het verstrijken van de
vervaldata contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
deze te laten vervangen.Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst
en houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan
ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.Laat bij diefstal of poging tot diefstal, vandalisme of
overstromingen het airbagsysteem door het Alfa
Romeo Servicenetwerk controleren.
147WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als de contactsleutel in stand MAR staat of wanneer de
motor is uitgezet, kunnen de airbags ook geactiveerd
worden als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Om die reden mogen kinderen nooit op de
voorstoel worden geplaatst, ook als de auto stilstaat. Vergeet
ook niet dat als de sleutel in de stand STOP staat, er bij een
ongeval geen enkel veiligheidssysteem (airbag of
gordelspanners) wordt geactiveerd. In dat geval duidt de
niet-activering niet op een storing van het systeem.Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het waarschuwingslampje
(bij
actieve frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden knipperen, om eraan te herinneren dat de
passagiersairbag bij een botsing geactiveerd wordt. Hierna moet
het lampje doven.
De activeringsdrempel van de frontairbag is hoger dan
die van de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
148WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZEKERINGEN VERVANGENALGEMENE INFORMATIEHet elektrische systeem wordt beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem brandt de zekering
door.
Controleer eerst of de zekering is doorgebrand wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de geleidende band A fig. 148 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B = intacte zekering.
C = zekering met doorgebrande geleidende band.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.
Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
fig. 148
A0J0048
182WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Code-card ........................................... 40
Contactslot........................................... 48
– Stuurslot ......................................... 49
Cruise-control ...................................... 76Dagverlichting (DRL) ........................... 70
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............................. 180
Dashboard .......................................... 3
De auto langdurig stallen ...................... 158
De motor starten .................................. 149
De motor starten .................................. 159
– Rollend starten ................................ 160
– Starten met hulpaccu ....................... 159
Derde remlicht
– lamp vervangen .............................. 178
De sleutels ........................................... 40
– Code-card ...................................... 40
– Sleutel met afstandsbediening........... 41
– Sleutel zonder afstandsbediening ..... 41
Diefstalalarm ....................................... 46
Dieselfilter ........................................... 208
Dimlicht
– lamp vervangen .............................. 176
Display................................................ 22DST systeem (Dynamic Steering
Torque) .............................................. 106
Dynamic suspension (actief
schokdempersysteem) ......................... 114
Een lamp vervangen ........................... 172
– Algemene instructies ........................ 172
Een wiel vervangen .............................. 160“Electronic Q2” (“E-Q2”) .................... 106Elektrische ruitbediening ...................... 92
– Bedieningselementen ....................... 92
Elektrisch stuurbekrachtiging ................. 116
EOBD-systeem ..................................... 115
Extra verwarming................................. 69Fix&Go Automatic kit .......................... 167"Follow me home" systeem .................. 72Frontairbag bestuurderszijde ............... 144
Frontairbag passagierszijde .................. 144
Frontairbags ........................................ 143G
ear Shift Indicator ............................ 24
Gebruik van de versnellingsbak............. 152
Geprogrammeerd onderhoudsschema ... 194
Gewichten ........................................... 244
Gordelspanners ................................... 131
– Krachtbegrenzers ............................ 131Grootlicht ............................................ 71
– lamp vervangen .............................. 175
Grootlichtsignaal .................................. 71
H
andrem ........................................... 151
Herconfigureerbaar multifunctioneel
display .............................................. 23
Hill Holder ........................................... 104
Hoofdairbags (window bags) ................ 146
Hoofdsteunen....................................... 53
– “Anti-Whiplash” voorziening............ 53
– Hoofdsteunen achter ........................ 54
– Hoofdsteunen voor .......................... 53
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ............................... 220
– identificatieplaatje carrosserielak ...... 220
– motorcode ...................................... 220
– typeplaatje met
identificatiegegevens ....................... 219
Imperiaal/skidrager ............................. 100
Inbouwvoorbereiding voor autoradio ..... 116
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar navigatiesysteem ............... 117
Inbouwvoorbereiding voor "Isofix"
kinderzitje ......................................... 139
Installatie van elektrische/
elektronische systemen ........................ 118
302WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Instaplichten in de spiegels
– lamp vervangen .............................. 181
Instapverlichting ................................... 73
– lamp vervangen .............................. 180
Instrumentenpaneel .............................. 4
– Herconfigureerbaar
multifunctioneel display.................... 5
– Multifunctioneel display ................... 4
Interieur (reiniging)............................... 217
Interieuruitrusting ................................. 84Kentekenverlichting
– lamp vervangen .............................. 178
Klimaatcomfort .................................... 57
– Uitstroomopeningen/roosters ........... 57
Klimaatregeling / verwarming .............. 58
Knie-airbag bestuurderszijde ................ 145
Koelvloeistoftemperatuurmeter ............... 6
Koplampen .......................................... 101
– Hoogteregeling koplampen .............. 101
– Koplampafstelling in het
buitenland ...................................... 102
– lamp vervangen .............................. 175
– Lichtbundel afstellen......................... 101
Koplampsproeiers ................................ 214
Koppeling............................................ 230Krik ..................................................... 161
Lampen
– typen lampen .................................. 173
Lampjes op instrumentenpaneel ............. 6
lamp vervangen ............................ 177-178
– interieurverlichting........................... 179
Lamp vervangen
– buitenverlichting .............................. 175
Lichtunits
– achterlichtunits (lamp vervangen)...... 177
– koplampunits (lamp vervangen) ........ 175
Luchtfilter ............................................. 208M
enuopties ....................................... 27
Milieubescherming ............................... 127
– Roetfilter (DPF) ................................ 127
Mistachterlichten/achteruitrijlicht ........... 178
Mistachterlicht ...................................... 82
Mistlampen voor ............................. 82-177
Montage universeel isofix kinderzitje ..... 140
Motorcodes.......................................... 221
Motorkap ............................................ 98
– Openen .......................................... 98
– Sluiten ............................................ 99
Motor
– code............................................... 220– identificatiecodes............................. 221
– technische gegevens ........................ 223
– vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ............................ 207
Motorolie
– niveau controleren ........................... 206
– verbruik .......................................... 206
Motorruimte
– niveaus controleren.......................... 199
Motorruimte
– reinigen .......................................... 216
MSR .................................................... 105
Multifunctioneel display ........................ 22
O
nderhoud en zorg
– geprogrammeerd onderhoud ........... 193
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ......................... 194
– intensief gebruik van de auto ........... 198
– periodieke controles......................... 198
Opbergvak .......................................... 84
Opheffen van het voertuig .................... 191
Parkeer-/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen .............................. 175
Parkeerlichten ...................................... 70
Parkeer-/remlichten .............................. 177
303WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Parkeersensoren ................................... 119
Parkeren .............................................. 151
– Handrem ........................................ 151
Plafondverlichting................................. 79
– Bagageruimteverlichting .................. 81
– Dashboardkastverlichting ................. 81
– Instapverlichting .............................. 80
– In-/uitstapverlichting in de
spiegels .......................................... 80
– Plafondverlichting voor .................... 79
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 179
Pollenfilter............................................ 208
Portieren .............................................. 91
– Centrale portiervergrendeling ........... 91
Prestaties ............................................. 243Radiozenders en mobiele telefoons ...... 118
Regensensor ........................................ 75
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 217
– carrosserie ...................................... 214
– koplampen...................................... 216
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 218
– lederen interieurdelen ...................... 218
– lederen stoelen ................................ 217
– motorruimte .................................... 216– ruiten ............................................. 216
– stoelen en stoffen bekleding.............. 217
Remmen .............................................. 231
– remvloeistofniveau ........................... 207
Richtingaanwijzers ............................... 72
– lamp vervangen .............................. 176
– "Lane change"-functie...................... 72
Ruiten reinigen ..................................... 73
Ruiten (reinigen) ................................... 216
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 207
Ruitensproeiers van achterruit................ 213
Ruitensproeiers van vooruit ................... 213
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 73
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 74
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 211
– wisserbladen vervangen .................. 212
Safe Lock systeem ............................... 43
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 129
Schemersensor ..................................... 71
Schuifdak ............................................ 87
Setup-menu ......................................... 26
Slepen van de auto .............................. 191
– Montage van het sleepoog ............... 191
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 143Smeermiddelen (specificaties) .............. 252
Sneeuwkettingen .................................. 157
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 70
Start&Stop systeem ............................... 110
Stoelen ................................................ 50
– Voorstoelen ..................................... 50
Stopcontacten ...................................... 85
Stuurinrichting ..................................... 233
Stuurslot .............................................. 49
Stuurwiel ............................................. 54
Symbolen ............................................ 39Tankdop ............................................ 126
Tanken ................................................ 125
Technische gegevens............................. 219
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 122
Transmissie .......................................... 230
Trip Computer ...................................... 36
TRIP knop ............................................ 38"Universeel" kinderzitje monteren......... 135
304WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER